200 jaar geleden
Wat betreft de basisvoorzieningen voor een goed leven is de uitgangspositie van iemand die nu geboren wordt werelden verwijderd van waar zijn voorouders van 200 jaar geleden mee te maken kregen. Maar misschien wel de allergrootste verschillen zijn psychologisch en intellectueel. Wij kunnen ons bijna niet voorstellen hoe weinig idee van de wereld de gemiddelde mens van 200 jaar geleden had.

Dat was niet omdat ze dommer waren of minder geïnteresseerd, of omdat er minder menskracht beschikbaar was, maar omdat ze de middelen niet hadden. Ze konden niet lezen, werden niet geschoold en moesten het stellen zonder telegraaf, radio of internet.
Wat ons meisje van 200 jaar geleden wist, was voornamelijk wat haar in de kerk verteld was en wat haar vader in hat café van een vreemdeling op doorreis had opgevangen. Er werd van haar verwacht dat ze haar leven sleet zoals haar moeder dat gedaan had, op dezelfde plaats. Dat het andersom zou kunnen, kwam niet bij haar op. (pagina 210-211, uit het hoofdstuk De komende generatie)
Vooruitgang
Dit lange citaat komt uit het boek Vooruitgang : tien redenen om naar de toekomst uit te kijken van de Zweedse schrijver Johan Norberg. Een optimistisch boek waarin hij met zeer vlotte pen beschrijft dat in de afgelopen twee eeuwen voor de meeste mensen het leven veeeeeeeeeeeeel beter is geworden. En dat die trend waarschijnlijk alleen maar zal doorzetten.
Toevallig las ik een dag later een boek dat een levende illustratie van met name dat lange citaat is en naadloos past binnen alle trends die Johan Norberg beschrijft.

Polderpioniers
Marian Rijk werkt voor een educatieve uitgeverij en heeft op zeker moment besloten de geschiedenis van haar familie te gaan beschrijven. In Polderpioniers : het verhaal van een boerenfamilie kijkt ze terug tot het midden van de negentiende eeuw.
Het bij Ambo/Anthos verschenen boek begint met Adriana Rijk, geboren in 1832. Woonachtig in Nissestelle, die op Zuid-Beveland in de provincie Zeeland opgroeit. Dochter van een boerenknecht. Op zeker moment trouwt ze met Joannes de Jonge. Een nakomeling van Adriana en Joannes krijgt vele jaren later verkering met een kind van Jan en Dymphna Lodiers. Ook woonachtig in Zeeland. Keuterboeren.
Nog vele jaren later wordt de grootmoeder van Marian Rijk geboren: Naan Rijk-Lodiers. De hoofdpersoon van dit boek. Zij leefde van 1901-1991. Ze overlijdt in Opperdoes, Noord Holland, kilometers verwijderd van haar geboorteplaats. Naan heeft met haar man Kees rond 1940 de sprong gemaakt naar de Wieringermeer. Een nieuwe polder, waar jonge boeren de kans krijgen voor zichzelf te beginnen.
Marian Rijk voert in haar boek tientallen ooms, tantes, neven en nichten op. De meesten waren werkzaam op het boerenland; niet al te rijk. Je volgt hen door de veranderende tijdgeest. De komst van eenvoudige machines die hen hielpen het zware werk te verlichten. De manier waarop er gewoond en geleefd werd. Het geloof speelt geen grote rol in haar boek. Wel krijg je een goed beeld van de plaats van man en vrouw binnen hun tijd en samenleving.
Marian Rijk verheerlijkt noch verafschuwt die tijd. Laat het aan de lezer over om conclusies te trekken. Die zal voor de meeste lezers zijn dat we niet terug willen naar pakweg 1890 of de jaren dertig. Schrijnende armoede, klassenverschillen en weinig hoop om daar als kind aan te kunnen ontsnappen. Voor iedereen lag bij de geboorte al min of meer vast hoe de rest van hun leven er uit zou zien. Maar – nogmaals – Marian Rijk is er niet bewust op uit om mensen die terugverlangen naar ‘vroeger’ om te praten. De kale feiten spreken voor zich.

Ondanks alle armoe en ellende is het geen negatief boek. De meeste mensen waren in hun tijd tevreden met hun lot. Droegen het dapper. Zeker Corrie Lodiers-Dekkers, de moeder van Naan, die haar man zag veranderen in een alcoholist en iemand met losse handjes. Zij scheidde – voor die tijd zeer uniek – van hem, maar kwam jaren later toch weer bij hem terug. Elk huisje had zijn kruisje, zullen we maar zeggen.
Het is 8 februari 1931. De man over wie de tachtigjarige Naan later, huilend aan de eettafel tegenover haar zoon, zal zeggen dat het een varken was, een tiran, een geweldenaar, is dood. (pagina 134)
Impliciet krijg je ook veel mee over de waarden en (daarvan afgeleide) normen van die tijd. Zeker is dat het in die tijd niet om het individu draaide. Integendeel. Je had je maar te schikken; jezelf wegcijferen voor het grote geheel. Studeren kwam niet voor. Jonge kinderen werden rond 1900 indien nodig gewoon van school gehaald om op het land mee te komen werken. Weken bovenop de normale vakanties.
Toch veranderen langzaamaan zaken. Wordt het leven beter. Komen er meer mogelijkheden.
Annegreet van Bergen
Het boek van Marian Rijk laat zich ook goed lezen als een levende illustratie van Gouden jaren : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd van Annegreet van Bergen. Dit in 2014 verschenen boek is terecht een zeer grote bestseller geworden. Iedereen die in de jaren vijftig en zestig in Nederland is opgegroeid zal bijna alles herkennen. Mensen die jaren later zijn geboren (zeg maar: de kinderen van de bayboomgeneratie) kunnen hier ontdekken in wat voor tijd hun ouders én grootouders leefden. Het boek van Marian Rijk is heel anders; zij gaat nog veel verder terug. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Nederland terecht in de opbouwjaren. Die tijd stak al zeer luxe af tegen de omstandigheden zoals die in het midden van de negentiende eeuw in Zeeland (een agrarische, achtergebleven uithoek) waren.
Het boek van Johan Norberg schetst die grote lijn vaak wel in zijn boek. Hoeveel er (mondiaal gezien) de laatste twee eeuwen wel niet is veranderd. Voeding; sanitaire voorzieningen; levensverwachting; armoede; geweld; het milieu, geletterdheid, vrijheid en gelijkheid. Overal grote changes.
Een dansscène
In het hoofdstuk ‘Wandelen op de dijk’ beschrijft Marian Rijk hoe Naan verkering krijgt met haar latere man Kees. Tijdens de kermis in juli in Kruiningen. Het is 1932. Onderstaand citaat bracht meteen een niet zo bekend liedje van June Tabor, de Engelse folkzangeres, in herinnering.
Kees Rijke houdt van de kermis. Hij zet zijn goede hoed op en trekt zijn nette broek en zwarte schoenen aan. Naar de kermis ga je niet op je klompen. Je gaat om gezien te worden en om meiden te kijken. Er is een ringrijderij op het weiland van Lindenberg, de muziekvereniging houdt een bazaar en in Vlake wordt een wielerwedstrijd gehouden, maar het mooiste is dat er gedanst wordt en gezongen. (pagina 144)

The dancing
Saturday night at the Adam Smith Hall
The couples all move to the dance master’s call
Tonight they’ve no problems, no worries at all
The dancing’s the dancing tonight
But, oh, Monday morning it comes round too soon
The sound of the flax mill, the beat of the loom
But tonight the band’s playing a romantic tune
The dancing’s the dancing tonight
Her partner is perfect, he’s light on his feet
The footwork is graceful, perhaps they might meet
By chance by the auld kirk or on Hunter Street
On the way to the Adam Smith hall
Walking home late by Kirkcaldy’s sea wall
The sea looks so big, the sky is so tall
The fate of two people can’t matter at all
Just a waltz in three quarter time
(van de cd: Apples uit 2007) (Youtube)

Een vergelijkbare tijd. Een andere omgeving; werken in de fabriek, ergens in Engeland. Zes dagen per week en dan, op zaterdagavond kon je even ontsnappen en liep je wellicht de vrouw van je leven tegen het lijf. Maar je voelt in tekst én muziek aan dat the times beter zullen worden. Er hangt hoop in de lucht; en enige weemoed. Dingen die voorbijgaan. Plaats maken voor het onverbiddelijke, onvermijdelijke nieuwe. Het bijzondere van dit lied is vooral dat je compassie krijgt voor die mensjes, in die tijd. Dat ze tevreden waren met bijna niets, maar tóch gelukkig waren. Zo veel is er ook weer niet veranderd.

Enkele andere boeken over de onvermijdelijke vooruitgang
Rutger Bregman. De geschiedenis van de vooruitgang (2013) Bekende uitspraak: ‘Vroeger, was één bak ellende!’)
Kevin Kelly. The inevitable : understanding the 12 technological forces that will shape our future (2016)
Steven Pinker. Ons betere ik : waarom de mens steeds minder geweld gebruikt (2011)
Matt Ridley. De rationele optimist : over de ontwikkeling van de welvaart (2010)
Of bekijk (nogmaals) de tv-serie De IJzeren eeuw (met Hans Goedkoop, 2015), herlees De ijzeren eeuw : het begin van het moderne Nederland (2015)
Marcia Luyten. Het geluk van Limburg (2015) vergelijkbaar, maar gaat ‘slechts’ honderd jaar terug
Artikel: Annegreet en Freek – aandacht () voor de waarde van verhalen (september 2014)
Citaat 427 (dinsdag 17 januari 2017)
Homepage Citaten 2017
Één reactie op “Wij kunnen ons bijna niet voorstellen hoe weinig idee van de wereld de gemiddelde mens van 200 jaar geleden had.”
[…] die hier (deels) bij aansluitenWij kunnen ons bijna niet voorstellen hoe weinig idee van de wereld de gemiddelde mens van 200 jaar … (januari 2017)De terugkeer van utopie (februari 2014)Vroeger – “Eén bak […]