“Ben jij die nieuwe?!”
Annemiek
Jaren later vertelde Annemiek Laghuwitz me hoe ik haar op haar eerste bezoek aan de bibliotheek Oss had begroet.
Die dag kwam ze solliciteren. Vanuit het verre Zaltbommel. Bij juffrouw Heynen, de toenmalige directrice. Ze werd aangenomen. Natuurlijk. Ze had flair. Een grote titelkennis van de jeugdliteratuur en zelfs een blinde kon zien dat ze deskundig en prettig met kinderen zou kunnen omgaan.

AL
Dus begon AL (haar initialen bij de Osse bieb) op 1 februari 1981. Twee maanden nadat ik daar zelf als jongeling ook was begonnen. Zij ontfermde zich over het jeugdbibliotheekwerk in het Osse. Zij was de gangmaker. Nam veel collega’s mee op sleeptouw. Zorgde er mede voor dat de ietwat ingedutte Osse bibliotheek een nieuwe dynamiek kreeg. Kan me veel momenten herinneren waarin ze een klucht kinderen met haar verhalen en manier van vertellen, handelen wist te betoveren. Een beetje gek maken. Alles mocht als ‘ze’ maar plezier in lezen kregen. “De bieb’ in hun systeem opnamen.
Tot medio 1986 waren er nog twee filialen in de Ruwaard en Schadewijk. Daar lag de nadruk op jeugdbibliotheekwerk, dus had ze veel contact met Diana en Petra; jeugdbibliothecarissen, die kort ná haar ook mochten beginnen. In 1986 werd om bezuinigingsredenen besloten om die twee filialen te sluiten. Ons terug te trekken op de centrale bibliotheek aan de Raadhuislaan. Wel ging vanaf dat moment een bibliobus rondrijden. Waar de nadruk op jeugdboeken lag. Anton bestierde dat rijdend filiaal tot 2012; toen wederom om bezuinigingsredenen de bus haar dienstverlening moest stoppen. In die tussenjaren waren er stiekem weer verschillende filialen bijgekomen. De reden: herindeling. Berghem, Lith en Ravenstein werden zo onderdeel van de Osse bibliotheek.
Laghuwitz
Annemiek heeft zich in die filialen weinig laten zien. Had wel overleg met de jeugdbibliothecarissen ter plekke. Zette de grote lijnen uit. Maar na ruim vijfentwintig jaar sleuren en trekken was de puf er een beetje uit. Haar lichaam liet het steeds vaker afweten. Haar gehoor was van kinds af aan al niet al té goed. Dat ging zienderogen achteruit. Zeer lastig voor iemand die met basisschoolkinderen moet omgaan. Voorlezen, rondleidingen verzorgen, presentaties geven, overleg met leerkrachten en ouders. Ook nam haar gezichtsvermogen af.
Ze kwam langzaam in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsverklaring. Gelukkig was er toen nog de mogelijkheid om je te laten omscholen. Die kans nam ze gretig aan. En koos voor een ander haar gegeven talent: tekenen, schilderen, ontwerpen. Gevoel voor kleuren, vormen, hoe iets er uit moet zien.
Ruim tien jaar geleden verliet ze officieel de Osse bibliotheek en begon voor zichzelf. In de eerste jaren van deze zzp-constructie avant la lettre kreeg ze regelmatig opdrachten voor het ontwerpen van drukwerk (jaarverslagen, flyers en folders) vanuit de bibliotheekwereld. Later nam dit af en concentreerde ze zich meer op vrije opdrachten: schilderijen, kaarten.
Haar gezondheid sukkelde langzaam achteruit. Horen en zien werden nog slechter. Enkele jaren geleden kwam daar een vervelende ziekte bovenop. Dat laatste is haar fataal geworden.
Ze stierf op 61-jarige leeftijd op Tweede Paasdag 17 april 2017. Op zaterdag 22 april wordt ze gecremeerd. Ik vermoed dat er veel (oud-)collega’s, leerkrachten en ouders aanwezig zullen zijn. Plus tientallen mensen met wie ze in haar Osse periode heeft samengewerkt. Honderden activiteiten die ze samen met hen heeft georganiseerd.

Vijfendertig jaar
Formeel klopt het niet, maar de periode waarin Annemiek actief heeft mogen bijdragen aan onze samenleving heeft ongeveer vijfendertig jaar geduurd. Aan de ene kant een oogwenk, maar tegelijkertijd een periode waarin héél erg veel is veranderd.
Terwijl ik mijmerde over dit stuk-je ging natuurlijk het leven gewoon door. En kwam er een zéééér lang artikel voorbij dat ik iets verderop naar voren zal halen. Maar eerst wil ik in grove lijnen schetsen wat er de afgelopen 35-40 jaar in ‘de bibliotheek’ is veranderd. Toegespitst op de Osse bibliotheek, maar ik weet dat dit verhaal zeker ook in andere plaatsen in Nederland speelde.
De Osse bibliotheek
Om te beginnen solliciteerden zowel Annemiek als ikzelf bij juffrouw Heynen. Niet mevrouw Heynen. Nee, juffrouw Heynen. Pas jaren later kwamen we er achter dat ze Lien heette. Een dame uit de betere kringen. Had daarvoor in Den Haag gewerkt. Goed katholiek opgevoed. Dat moest ook wel, want zij was ooit als directrice aangenomen van de toenmalige Bibliotheek Oss, op katholieke grondslag.
Pas in 1973 werden de statuten aangepast en werd het een openbare bibliotheek. Voor iedereen. En werd langzaam afscheid genomen van een bevoogdende collectievorming. Jan Wolkers en Jan Cremer mochten er toen niet in! In diezelfde bibliotheek werkte ook nog juffrouw Smits, dochter van de burgemeester van Lith. Beide dames waren (natuurlijk?) vrijgezel. Verder werkten er in die tijd meer oudere dames. Niet allemaal van hoge stand, maar wel degelijk keurige dames. Die wisten hoe het hoorde. Wat wel of niet betamelijk was.
Een nieuw elan
Gelukkig had juffrouw Heynen het inzicht om in haar laatste jaren als directrice jonge mensen aan te nemen. In de beginjaren van de jaren tachtig kwamen er veel binnen. En die zorgden voor een nieuw elan. Dat ging in sneltreinvaart door nadat juffrouw Heynen medio 1981 was opgevolgd door Edith Francissen. Een mevrouw, want getrouwd. Die niet uit de fijne kringen kwam, maar wel een visie had over waar ze met ‘haar’ bibliotheek naar toe wilde.
Stempelen, handwerk
Toen Annemiek en ik begonnen werden boeken nog handmatig uitgeleend. Op kaartjes werden lidmaatschapsnummers geschreven. Die kaartjes werden zorgvuldig bewaard (alfabetisch op hoofdwoord – schrijversnaam). Ogenschijnlijk was de bibliotheek in die tijd vooral een logistiek apparaat. Daar ging het om. Zorgen dat leden vlot hun boeken konden lenen en inleveren. Natuurlijk was er een leeszaal. En een jeugdafdeling waar werd voorgelezen en groepen uit het onderwijs werden rondgeleid. Mediawijsheid avant la lettre. Al in 1983 kwam ‘de computer’. Het uitlenen van materialen werd deels geautomatiseerd. Raadplegen van de collectie kon tot 1990 alleen via een kaartcatalogus. Eindeloze rijen bakken met kaartjes. Die door ons zelf getypt moesten worden! Ingevoegd en – als een boek werd afgeschreven – verwijderd. Heel veel administratief werk.

Vernieuwingen
Toch begon in diezelfde tijd ‘de’ bibliotheekvernieuwing. En Annemiek speelde daarin haar rol. Trok als een razende reporter door Oss, kwam in veel schoolklassen en organiseerde (vaak samen met anderen) uiteenlopende activiteiten. Altijd bedoeld om kinderen enthousiast te maken voor lezen én hen te helpen hun weg te vinden in de informatiejungle. Die toen – trouwens – veel minder groot was dan nu. In het midden van de jaren negentig werd de samenleving overstelpt met nieuwe mediavormen. Ik durf te stellen dat de Osse bibliotheek meer dan haar best heeft gedaan om die ontwikkelingen te volgen én op te nemen in haar collectie en werk. Het was een komen (en vaak gaan) van nieuwe mediavormen: video, cd-i, dvd, blue ray, luisterboeken, Nintendo, Playstation, Wii et cetera.
Internet
In die periode kwam ook het internet opzetten. Die zoals op veel plekken in de wereld voor grote veranderingen zorgde. Maar ook daar wisten we mee om te gaan, op in te spelen.
Annemiek was in haar jaren als jeugdbibliothecaris natuurlijk altijd bezig om kinderen mediawijzer te maken. Alleen bestond dat woord in die tijd nog niet. En heeft ze alleen van een afstandje kunnen volgen wat haar vervangers op dit zeer brede terrein in 2017 zoal uit de kast trekken.
Eén ding is door die jaren niet veranderd. Jeugdbibliothecarissen zijn altijd bezig met leesplezier. Stimuleren dat kinderen naar boeken grijpen die bij hen passen en waar ze graag in willen lezen. Om dat voor elkaar te krijgen hebben ze veel contacten met leerkrachten en ouders en organiseren ze – nog veel meer dan vroeger – uiteenlopende activiteiten.
Op het door Annemiek gelegde fundament wordt door veel collega’s goed voort- en doorgebouwd.

De komende 35 jaar?
Dat zou zomaar nog gewoon vijfendertig jaar door kunnen gaan. Nietwaar?
Iedereen die leest heeft nu eenmaal een voorsprong? Is breder algemeen ontwikkeld? Krijgt met name door fictie te lezen een groter empathisch vermogen? Bezit de prettige én nuttige eigenschap om je gedurende korte of langere tijd te concentreren op ‘iets’ dat buiten jezelf ligt. Allemaal waar. Dat is iets eeuwigs? Nietwaar? Maar toch zou dit zomaar heel anders kunnen worden.
Hier is het moment om dat eerder aangekondigde artikel naar voren te halen.
Een artikel dat ik – naar verwachting – de komende maanden zeker nog vaker zal aanhalen.
Een artikel dat aansluit bij de hausse aan artikelen over kunstmatige intelligentie, big data, biologische engeneering, ongelijkheid, een ander economisch model et cetera.
In dit artikel noemt de schrijver Yuval Noah Harari (van Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst) niet. Terwijl een deel van zijn verhaal daarmee wel samenvalt. En dit artikel in het Leesavontuur rondom Homo Deus zeker zal worden aangehaald, besproken.

Tim Urban
In een wereld waarin het gros van de media kiest voor kort en flitsend, schrijft Tim Urban artikelen die superlang zijn. Die hij post op het blog Wait But Why. Met als ondertitel: new post every sometimes.
Gisteren publiceerde hij zijn langste artikel tot nu toe. Ruim achtendertig duizend woorden. Dat kost u tussen de drie en vier uur leestijd. Gelukkig is het artikel (Neuralink and the Brain’s Magical Future) opgedeeld in zes hoofdstukken. Maar – schrik gerust – wel: pittige hoofdstukken.
Hij heeft een prettige schrijfstijl, gebruikt relatief weinig jargon maar heeft het wel over ingewikkelde zaken. Zaken die vaak ons voorstellingsvermogen te boven gaan. Ik vermoed dat veel lezers zijn bevindingen weg zullen wuiven als onzin. Of minder stellig: ‘dat’ zal nog jaaaaaaaaaaaaaaren duren, voordat het zover is.
Tim Urban schrijft over de toekomst en wat die voor ons in petto heeft. Dat doet hij niet als wetenschapper (want dat is hij niet), niet als ondernemer (idem), noch als trendwatcher (want dat is hij ook niet). Hij schrijft zijn (altijd lange, en incidenteel verschijnende) artikelen ná maandenlang onderzoek. Hij leest zich zonder enige twijfel suf. En spreekt in die onderzoeksperiode met heel veel insiders, betrokkenen.
Hij heeft een speciale band met Elon Musk, de grote man achter ‘de’ raket naar Mars en Tesla, de (te zijnertijd zelfrijdende) elektrische auto. En hij is ook nog bezig gigafabrieken uit de grond te stampen die krachtige en relatief goedkope superbatterijen gaan produceren (om uw zelfgeproduceerde zonne-energie in op te slaan).
Voor dit artikel heeft hij uitvoerig met Elon Musk mogen spreken. Hij is echter niet zijn woordvoerder. Trekt wel degelijk zijn eigen conclusies over wat er in zijn ogen gaande is. Wél wordt je in zijn artikelen over complexe, ogenschijnlijk ver-van-mijn-bed zaken zeer degelijk bijgepraat. Geïnformeerd. En hij verwijst natuurlijk naar bronnen. Hij kletst niet uit zijn nek.
Zijn beroemdste artikel tot nu toe ging over kunstmatige intelligentie, en is nog steeds een prima introductie tot een wonderwereld die veel dichterbij is als velen vermoeden. Het waren trouwens twee artikelen, uit januari 2015: The AI Revolution: The Road to Superintelligence en The AI Revolution: Our Immortality or Extinction.

Elon Musk
Elon Musk maakt zich samen met mensen als Stephen Hawking, Nick Bostrom en Erik Brynjolfsson zorgen over AI, Artificial Intelligence. Kunstmatige Intelligentie. Zelflerende systemen. Die zouden op zeker moment zó krachtig kunnen worden dat ‘de mens’ er aan onder door zal gaan.
Dagelijks kun je artikelen vinden waarin over dit onderwerp wordt geschreven, bijvoorbeeld: The Dark Secret at the Heart of AI (11 april MIT technology Review).
Maar wat doet Elon Musk met die angst, zijn zorgen? Hij start een nieuw bedrijf op: Neuralink. Dat als doel heeft implanteerbare BMI’s te gaan maken. Brain-Machine Interfaces. Brein-Machine Interfaces. Populair gezegd of vertaald: koppelstukken tussen ‘machines’ en hersenen. Die bestaan al, maar stellen nog niet zo veel voor. Denk aan naalden die bij Parkinsonpatiënten in de hersenen worden gestoken om de tremors tegen te gaan. Of apparaatjes die in de hersenen van verlamden of doven worden gestoken om hen deels weer de controle over ledematen of gehoor terug te geven.
Tim Urban begint zijn artikel met het feit dat hij onlangs door Elon Musk werd opgebeld: “Ik wil een toverhoed voor de hersenen gaan maken”.
Die zin gebruikte Elon Musk natuurlijk niet, maar dat beeld (van die toverhoed) heeft Tim Urban bedacht om zijn verhaal aan op te hangen. Elon Musk wil met zijn Neuralink een ‘toverhoed’ gaan maken. En enkele zinnen verder geeft Tim Urban aan dat dit voornemen zijn raket naar Mars en de zelfrijdende auto verre te boven zal gaan. De eerste twee zullen veranderen wat mensen gaan doen (rijden, je verplaatsen), die toverhoed zal fundamenteel veranderen wie we zijn.
Not only is Elon’s new venture—Neuralink—the same type of deal, but six weeks after first learning about the company, I’m convinced that it somehow manages to eclipse Tesla and SpaceX in both the boldness of its engineering undertaking and the grandeur of its mission. The other two companies aim to redefine what future humans will do—Neuralink wants to redefine what future humans will be.
Ik vermoed dat Tim dat goed heeft gezien. We betreden (binnenkort?) een magische wereld, waarbij alle tovenarij die op Zweinstein wordt gebezigd flauw zal afsteken.

Een cursus over de hersenen
Maar voordat Tim Urban het over Neuralink heeft wordt je als lezer bijgepraat over onze hersenen. Hoe ze zijn opgebouwd, hoe ze functioneren. Fascinerend en uitvoerig opgeschreven. Grosso modo bestaan de menselijke hersenen uit drie gebieden. En de buitenste laag is in dit verband de interessantste én de plek waar de koppelingen in zullen worden aangebracht.
Tim Urban schetst evenals Yuval Noah Harari (in Sapiens én Homo Deus) in grote lijnen hoe de mens zich de laatste 200 duizend jaar ontwikkeld heeft. Een cruciaal moment was (wellicht vijftigduizend jaar geleden) toen de mens ging praten. Waardoor je informatie, kennis kon overbrengen naar anderen. Veel later in de tijd (circa zevenduizend jaar geleden) ontdekte de mens het schrift. Vanaf dat moment kon informatie en kennis in de tijd (op andere generaties) worden doorgegeven. Dat zette een trein in gang die uiteindelijk geleid heeft tot waar we nu zijn.
Op één cruciaal punt zijn we echter nog steeds gelijk aan die oer-voorvader en – moeder. Als we informatie willen overbrengen naar anderen hebben we een medium nodig. Spreken, gebaren maken, geuren, een tekst, een filmpje, iets virtueels et cetera. Nog steeds, ondanks alles wat ‘we’ hebben uitgevonden. Met die BMI’s zal dat fundamenteel gaan veranderen. Kunnen we zowel informatie uit hersenen aftappen en andersom informatie aan hersenen toevoegen.
Schrijven én tekenen
En daarvoor hebben we die ‘toverhoed’ of BMI’s nodig. En Elon Musk heeft het voornemen dat met zijn nieuwste bedrijf – Neuralink – te gaan maken! Maar Musk begint nooit zomaar aan iets. Hij heeft een (lange termijn) visie. Denk aan die verfoeide olifant van Mark Rutte. Tim Urban is niet alleen een schrijver, maar kan ook aardig tekenen. En stoffeert zijn artikelen met tekeningen en zelfgetekende schema’s, zoals hieronder.
Dit schema komt in dit artikel meerdere keren terug, met telkens kleine wijzingingen, aanvullingen. Allemaal bedoeld om zijn verhaal helder te kunnen overbrengen.

Een toegenomen kans op een betere toekomst
Daar is het Elon Musk om te doen.
Natuurlijk – beste cynici – ook om er (veel) geld mee te verdienen. En natuurlijk – beste ironische stuurlui aan de wal – ook om er faam en glorie aan te ontlenen. Maar Tim Urban gelooft in de missie van Elon Musk om de wereld een beetje beter te willen maken. Alleen is hij een man van de verre vergezichten. Raketten hergebruiken. Elektrische auto’s die alle fossiele varianten overbodig zullen maken. Superbatterijen om elektriciteit thuis te kunnen opslaan. En nu – met Neuralink – een toverhoed maken; sorry: BMI’s.
Musk begint (altijd) met een visie op onze toekomst. Formuleert vervolgens een (in zijn ogen) haalbaar doel. En realiseert zich dán pas waar we als mensheid staan. Constateert dat er een kloof is en begint. Cruciaal is vervolgens dat hij zich omringt met slimme mensen. Niet gemiddeld slimme mensen. Nee, hij wil ‘de besten’, uit de meest uiteenlopende vormen van wetenschap, technologie en ‘kunst’. Die hij samenbrengt en hun gang laat gaan. Ongetwijfeld stuurt en denkt hij mee, maar vrijheid en ‘gekheid’ staan centraal.
Op de website van Neuralink (dat in 2016 begon) staat momenteel een oproep om je aan te melden. Om jaloers op te worden. Mochten onze onderhandelaars in Den Haag voor een nieuw kabinet slechts vijf procent van het lef van Elon Musk hebben … Stel je voor. Helaas. In Nederland wordt niet gedroomd. Regeren – nog steeds – de boekhouders.
De tijd van ‘het medium’ loopt op haar einde
Alhoewel amper voorstelbaar zitten we wellicht in de laatste fase (jaren, decennia?) waarin we als mens(heid) verschillende mediumvormen nodig hebben (hadden) om informatie op te doen, naar andere mensen over te brengen. Boeken, kranten, tijdschriften, cd’s, internet. Als je het verhaal (want dat is het!) van Tim Urban, Elon Musk en anderen mag geloven gaan we naar een tijd waarin mensen (met breinen) zonder de tussenkomst van mediumvormen met andere breinen kunnen communiceren. Daarvoor hebben we die toverhoeden of BMI’s nodig.
Wanneer?
Onderstaand plaatje geeft grosso modo het tijdstraject aan. Drie langdurende periodes. En wij bevinden ons nu in een tussenfase. In de eerste fase kon de mens niet met anderen communiceren. Was er geen taal en zeker geen schrift. In de twee fase leerden we als mensheid van alles, maar vooral communiceren. En daarvoor vonden we allerlei hulpmiddelen uit. En nu beginnen we te experimenteren met rechtstreeks ingrijpen in hersenen. Om informatie zonder tussenvormen over te brengen. Twee kanten op: informatie uit hersenen ophalen én input toevoegen aan ons brein. Verder weg in de tijd zullen straks twee mensen in staat zijn zonder tussenkomst van wat dan ook met elkaar te communiceren.
Onmogelijk! Tovenarij! Inderdaad, maar – mocht u het nog niet hebben begrepen – we zijn op weg naar een zeer bijzondere toekomst.

In hoofdstuk vijf (The wizard era) probeert Tim Urban aan te geven in welke volgorde de komende jaren (decennia) resultaten van de ‘toverhoed’ zich zullen aandienen. Fascinerend. Hij citeert in onderstaand (vertaald) stuk ene Ramez Naam.

Vier varianten
Niveau 1: Ik wil iets weten. Ik ga naar de cloud voor die informatie – het lijkt op googelen met je hersenen – en het antwoord, tekstueel, verschijnt voor mijn geestesoog. In wezen hetzelfde wat ik nu doe, alleen speelt het zich nu in mijn hoofd af.
Niveau 2: Ik wil iets weten. Ik ga naar de cloud en een seconde later weet ik het. Lezen is niet meer nodig. Het leek er meer op alsof ik me iets herinnerde.
Niveau 3: Ik weet iets du moment dat ik het wil weten. Ik weet niet eens of het uit de cloud kwam of was opgeslagen in mijn brein. Ik kan de hele cloud feitelijk als mijn brein beschouwen. Ik ken niet alle informatie – mijn brein zou die nooit allemaal kunnen opslaan – maar telkens wanneer ik iets wil weten wordt er ‘iets’ in mijn bewustzijn gedownload, zo gemakkelijk en snel dat het lijkt alsof het er altijd is geweest.
Niveau 4: Verder dan domweg dingen weten, kan ik willekeurig wat op een fundamentele manier complexe dingen begrijpen. We hadden het over Moby Dick. Zou ik Moby Dick in mijn hersenen kunnen laden en plotseling zou het zijn alsof ik dat boek had gelezen? Waar ik gedachten en opinies over heb, waaruit ik passages kan citeren en mee kunnen praten over thema’s?
Ene Ramez Naam denkt dat deze vier in de loop van de tijd allemaal mogelijk zullen worden, maar de vierde zal heel veel tijd vergen; als het al kan.
President Washington
Ergens in zijn verhaal voert Tim Urban president George Washington op. Die hij 218 jaar na zijn dood overhaalt naar onze tijd. Hij schat dat George een hartverzakking zal krijgen. Als hij ziet wat ‘wij’ sinds zijn dood allemaal hebben uitgevonden en hoe we nu leven. Dat beeld haalt hij in zijn slotwoorden aan, maar heeft het nu over ons. We kunnen niet geloven dat we aan de vooravond van volstrekt onvoorstelbare zaken staan. Tim Urban is zelf ook sceptisch. Hij moet het ook nog zien, maar hij weet wel dat onze wetenschappers, technologen en ‘kunstenaars’ onder leiding van mensen als een Elon Musk in staat zijn het meest onvoorstelbare op redelijk korte termijn mogelijk te maken. Tim noemt in zijn lange stuk de Wet van Moore slechts vier keer, maar daar heeft het natuurlijk wel mee te maken. We leven in exponentiële tijden.
Zijn slotwoorden zijn als volgt
Daaruit heb ik enkele delen vertaald

Ik vermoed dat op dit punt, een deel van u gelooft dat deze gekke wereld waarin u de afgelopen 38 duizend woorden heeft geleefd wellicht de toekomst zal zijn, en een ander deel weigert het te geloven. Bij mij is het ’t zelfde.
Maar het gekke deel ervan zou niet de reden zijn om het moeilijk vinden het te geloven. Herinner u hoe George Washington stierf toen hij 2017 zag. Onze toekomst zal onvoorstelbaar shockerend voor ons zijn. Het enige verschil is dat vergeleken met de tijd waarin George leefde alles nu veel sneller zal gaan.
() De realiteit is dat we een intense route volgen naar een intense plek, en niemand weet hoe het daar zal zijn als we er komen. Veel mensen vinden het angstig om er over na te denken, maar volgens mij is het opwindend.
Toen we geboren werden leefden we in een normale wereld, maar nu blijkt dat we in thriller leven. Sommige mensen nemen dit aan en besluiten om als Elon van alles te gaan doen om er een happy end van te maken. En godzijdank doen zij het.
() Hoe dan ook, ik denk dat het een goed idee is om af en toe een boom in te klimmen, naar het uitzicht te kijken en ons er aan te herinneren aan in wat voor tijden we leven. En er zijn veel bomen om ons heen. Hoop u binnenkort in een andere te ontmoeten.
De komende vijfendertig jaar, nogmaals
Het is bijna niet voor te stellen, maar wellicht slaan we over pakweg vijftien jaar LEZEN over. Dat is dan niet meer nodig. Alles wat we willen weten plukken we met ons brein als het ware uit de cloud. En omgekeerd haalt ‘de cloud’ informatie uit onze hersenen. Ik geloof met een Ramez Naam dat het nog wel even zal duren voordat we fase vier bereiken (Moby Dick, een dikke door mij gelezen pil die anderen zomaar uit die cloud kunnen plukken en dan hetzelfde ervaren als wat ik heb ervaren, geleerd). Toch weiger ik na bestudering van dit artikel van Tim Urban stellig te beweren dat dit nooit zal gebeuren. In 35 jaar kan veel gebeuren. Terugkijkend op de bibliotheekjaren van Annemiek en mijzelf: wat is er veel veranderd!
Maar anderzijds ook nog veel hetzelfde gebleven. Het kost nog steeds moeite (en tijd) om informatie op te doen, tot je te nemen. Lezen is een relatief traag proces. Het is bijna onvoorstelbaar dat die stap binnen enkele jaren wellicht overgeslagen kan worden.

Neuralink als redmiddel
Elon Musk maakt zich samen met andere vooraanstaande denkers en voorlopers grote zorgen over AI, kunstmatige intelligentie. Zelflerende systemen die binnen enkele jaren (decennia?) zó krachtig kunnen worden dat ze de mens(heid) verre gaan overvleugelen. Wellicht op ‘hol slaan’ en de mens(heid) zullen gaan overheersen, uitroeien. Spookbeelden? Dystopische nachtmerries? Wie zal het zeggen. Musk en anderen maken zich grote zorgen.
Elon Musk: What I came to realize in recent years—the last couple years—is that AI is obviously going to surpass human intelligence by a lot. … There’s some risk at that point that something bad happens, something that we can’t control, that humanity can’t control after that point—either a small group of people monopolize AI power, or the AI goes rogue, or something like that. It may not, but it could.
Elon Musk: Ik ben de laatste jaren tot de conclusie gekomen – de laatste twee jaren – dat AI zeker de menselijke intelligentie verre zal gaan overtreffen. We lopen het risico dat er iets slechts gaat gebeuren, iets dat we niet kunnen controleren, dat de mensheid het na dat punt niet meer voor het zeggen heeft. Aan de ene kant kan een klein groepje AI gaan monopoliseren, of AI slaat als het ware op hol. Of zoiets. Het kan wel of niet gebeuren.
En Elon Musk ziet Neuralink als een manier om tegengas te organiseren. ‘De mens’ sterker te maken. Van tools te voorzien. Tim Urban formuleert het inzicht van Elon Musk als volgt:
And since Elon sees AI as the ultimate power, he sees AI development as the ultimate “play it safe” situation. Which is why his strategy for minimizing existential AI risk seems to essentially be that AI power needs to be of the people, by the people, for the people.
In mijn woorden: Elon Musk wéét dat Kunstmatige Intelligentie de komende jaren zeer krachtig kan worden. Zó krachtig dat we moeten nadenken over manieren om die kracht ten goede te laten komen aan iedereen. Dat kan alleen door er bij te zijn. En alles op alles te zetten om er voor te zorgen dat die kracht vooral ingezet wordt voor mensen, door mensen gebruikt kan worden(AI power needs to be of the people, by the people, for the people).
Iets verderop formuleert Tim Urban het nóg pregnanter én tegelijk bijna onvoorstelbaar:
This is what keeps Elon up at night. He sees it as only a matter of time before superintelligent AI rises up on this planet—and when that happens, he believes that it’s critical that we don’t end up as part of “everyone else.”
That’s why, in a future world made up of AI and everyone else, he thinks we have only one good option:
To be AI.
Mensen moeten als het ware opgaan in AI, ermee versmelten.
Tja. Geen idee wat dit betekent, inhoudt. Tim Urban heeft er ook moeite mee om nu (anno 2017, volledig) te begrijpen wat dit inhoudt. Zeker is wel dat we daarvoor een toverhoed nodig hebben.
The human colossus of het technium
Tim Urban bezigt het begrip ‘the human colossus’ in zijn artikel vele malen; sterker: het eerste hoofdstuk heet zo. Hij bedoelt daarmee ‘ons’, de mensheid die er in geslaagd is zo ver te komen. In het Antropoceen, aan de vooravond van onvoorstelbaar geachte zaken. Hij gebruikt het woord ‘technium’ niet; dat had best gekund want het lijkt er op. Het begrip ken ik uit het in 2010 verschenen boek De wil van technologie van de Amerikaanse denker/publicist Kevin Kelly. Het technium is bij hem een soort ‘wezen’ dat zich niet laat afstoppen door de mens(heid). Het technium is kort door de bocht geformuleerd een ‘entiteit’ waar wetenschap, technologie en ‘kunst’ elkaar treffen en versterken. Hetgeen leidt tot een almaar doorgaande stroom nieuwe inzichten, doorbraken, producten en diensten. En het tempo neemt toe. Exponentieel. Laat als mens de illusie los dat deze kracht (van the human colossus of het technium) tegengehouden kan worden. ‘Het’ is veel te krachtig, autonoom. Laat zich hooguit een beetje bijsturen. Probeer er het beste voor de mens(heid) uit te slepen.
Een voorbeeld van dat bijsturen
Het idee van Elon Musk om een toverhoed te gaan maken is een voorbeeld van dat bijsturen. Als je AI niet kunt verslaan, doe dan op jouw manier mee. Kevin Kelly kwam in zijn vorig jaar verschenen The inevitable : understanding the 12 forces that will shape our future met iets dergelijks op de proppen. Coveillance.
Kevin Kelly is een rasoptimist, maar stelt wel voor dat we als mens(heid) een soort tegenkracht gaan organiseren tegen de grote techbedrijven en -instituties van deze wereld: Facebook, Google, Apple, Amazon en de overheden. Die slurpen doelbewust steeds meer data op die wij digitaal achterlaten. Die data worden door (steeds slimmere) zelflerende algoritmen geanalyseerd. Bedoeld om ons beter te kunnen ‘helpen’, ‘bedienen’. Het cruciale punt is dat wij als mensen amper weten wat ‘zij’ allemaal van ons weten. Kelly bepleit dit eenrichtingsverkeer (surveillance) omgezet wordt in coveillance. We steken gelijk over: zij mogen onze data gebruiken, en wij mogen weten wat zij er mee doen.

De toekomst van de bibliotheek
In dit mind-blowing artikel kondigt Tim Urban niet het einde van het lezen en de bibliotheek aan. Ik trek zelf de conclusie dat in de komende jaren (eerder decennia, schat ik) het belang van lezen – als een manier om informatie, kennis en inzichten op te doen – zal afnemen. Langzamerhand minder zal worden. Alhoewel: het kan snel gaan. Zie hoe we in enkele jaren massaal verslingerd zijn geraakt aan onze smartphones.
Zeker is wél dat de bibliotheek een van de plekken in het publieke domein kan én moet zijn waar vragen gesteld worden over de hier geschetste ontwikkelingen. De bibliotheek is er niet in het leven geroepen om ‘iets’ tegen te houden (als we dat al zouden kunnen) of te stimuleren. Haar taak is echter wel om burgers in haar omgeving te informeren, een spiegel voor te houden, vragen te stellen. De ontwikkelingen die Tim Urban hier schetst overstijgen verre het woord mediawijsheid. Maar aan de andere kant ook niet. Mocht u de indruk hebben dat mediawijsheid vooral bedoeld is voor kinderen. Dat alleen jeugdbibliothecarissen (de opvolgers van Annemiek Laghuwitz) zich daarmee bezig moeten houden, dan heeft u het verkeerd gezien.
Er ligt een mooie én belangrijke taak weggelegd voor alle bibliothecarissen. Of voor hen over 35 jaar nog emplooi is waag ik hier- in commissie, dank Tim Urban – te betwijfelen. Maar je weet het nooit. Die toverhoed is er nog lang niet. En wellicht vergissen heel veel slimme koppen zich. Is het niet haalbaar. Het zou echter naïef zijn om te denken dat wij het als mensheid tegen zouden kunnen houden. Learn to deal with it!
Zijn slotwoorden
Die hadden door een bibliothecaris geschreven kunnen worden. In een bibliotheek kun je nog steeds in hoge bomen klimmen om een blik op de wereld te richten.
Either way, I think it’s good to climb a tree from time to time to look out at the view and remind ourselves what a time this is to be alive. And there are a lot of trees around here. Meet you at another one sometime soon.
Ai vida
Toen Annemiek op zaterdag de 22e april 2017 de aula van het crematorium werd binnengereden, klonk Ai vida van de Portugese zangeres Cristina Branco (van haar cd Post-scriptum uit 2000). Ai leven.
Inderdaad: het leven doet af en toe pijn. Het schrijnt, schuurt, heeft onverwachte zaken voor ons in petto. Maar met die prachtige (fado)muziek valt er mee te leven, mee om te gaan. Hebben we nog geen toverhoed nodig.
Leesavontuur Homo Deus
Dit najaar gaan we in de regio Noord Oost Brabant met leden en niet-leden in gesprek over Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst van Yuval Noah Harari. In die periode zullen verschillende sprekers aantreden, en spreken over aspecten van zaken die ‘er’ aan zitten te komen.
Zonder enige twijfel zal het artikel Neuralink and the Brain’s Magical Future daarbij ook aan bod komen.
Citaat 455 (vrijdag 21 april 2017- maandag 24 april 2017) voor Annemieke
Hans van Duijnhoven (dit stuk-je omvat circa 5.000 woorden)
Één reactie op “Annemiek Laghuwitz – “Ik wil een toverhoed voor de hersenen gaan maken””
[…] medewerkers voor het filiaal in de kinderrijke wijk de Ruwaard. Twee maanden na mij begon Annemiek, een jeugdbibliothecaris die voor veel leven in de Osse jeugd-brouwerij zou gaan […]