Maandag 16 april 2018 kwamen ruim veertig medewerkers van Ons Welzijn en de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB) in de beneden foyer van theater De Lievekamp samen onder de noemer ‘Kennen wij elkaar?’
Bedoeld om elkaar (beter) te leren kennen. De achterliggende gedachte is dat we elkaar op tal van terreinen (kunnen) aanvullen. Daar zijn we al mee bezig, maar er is nog veel meer mogelijk. Dat gaat echter alleen werken mits we elkaar beter (leren) kennen. Weten waar individuele medewerkers zich zoal mee bezighouden en dat wij ons doorlopend realiseren dat een collega bij Ons Welzijn of NOBB wellicht een constructieve bijdrage kan of wil leveren. Aan iets eenmaligs, een langer durend project of op de nog langere termijn.
Aan het eind van deze ochtend kregen alle aanwezigen onderstaande tekst mee naar huis. Een verhaal. Door tijdgebrek werd besloten de presentatie van onderstaand verhaal deze ochtend te schrappen. Dus kreeg iedereen de tekst mee naar huis.
Onderstaand verhaal is vooral bedoeld om ‘de wereld’ te schetsen waarin wij als professionals hebben te acteren. Een complexe, verwarrende wereld. Het is voor alle duidelijkheid een verhaal, niet hét verhaal. Een verhaal dat ook ‘normale’ burgers aangaat.
Past het binnen de donut?

In verwarrende tijden hebben wij – medewerkers van Ons Welzijn en de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB) – onze weg te zoeken.
Als professionals en als burger-consument. Lastig. Een troost is dat we niet de enigen zijn.
Feitelijk zijn we in het Westen er allemaal toe veroordeeld nieuwe wegen te zoeken. En denk je dat deze zoektocht alleen mensen aangaat die in de put zitten, die slachtoffer van de omstandigheden zijn, die het om wat voor reden dan ook moeilijk hebben, dan … Dan zie je dat verkeerd.
Elke wereldburger heeft als opdracht om in zijn of haar omgeving op zoek te gaan naar alternatieven voor de uitdagingen die op ons bord liggen.
Grote woorden! Vervelende zinnen! Pretentieuze prietpraat?

Het belang van verhalen
Uiteraard kun je geloven dat het wel meevalt met alle problemen waar we als mensheid voor staan, maar ik durf de stelling te betrekken dat dit wegdromen, dit zwelgen in hoe goed het met de mens en de aarde gaat ons niet ontslaat van de taak om andere wegen in te slaan.
De Israëlische historicus Yuval Noah Harari heeft het in twee boeken (Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid én Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst) doorlopend over het grote belang van verhalen. Verhalen die menselijke samenlevingen bij elkaar houden. Verhalen die in de loop van de tijd worden aangepast.
Volgens hem zitten we midden in een tijd waarin er heel andere verhalen (moeten) komen. Die haaks staan op de verhalen waaraan we gewend zijn. Waarin we hartstochtelijk geloven. Die oude verhalen verliezen in zijn ogen hun geloofwaardigheid. Dus worden er alternatieve verhalen naar voren gebracht. Let er maar eens op. Die nieuwe verhalen worden – zoals dat hoort – in eerste instantie door de meeste mensen niet geloofd. Weggezet als onzin, ketterij. Het zijn dromen van idealisten en kunnen daarom genegeerd worden.
Het Raam van Overton
Dit fenomeen – dat er nieuwe en vaak omstreden verhalen naar voren (moeten) worden geschoven – is naar een socioloog genoemd: het Raam van Overton.
Op kerstavond 2015 maakte de jonge historicus Rutger Bregman zijn lezers attent op een begrip dat tijdens het lezen van onderstaand artikel steeds op de achtergrond meespeelt: the Overton Window, of het Raam van Overton.
Dat is een in de jaren tachtig bedacht denkkader. Inderdaad: door meneer Overton, een socioloog. Als je er op let zie je momenteel overal dit raam.
Het gaat over zaken waarover de meeste mensen het met elkaar (nog) niet eens zijn.
Er was een tijd dat slaven houden gewoon was, het normaal was dat vrouwen of homo’s geen rechten hadden. Een tijd waarin iedereen heilig in zwarte piet geloofde en er komt een tijd aan waarin de meeste mensen niet meer kunnen begrijpen dat wij in het begin van de 21e eeuw (nog) vlees aten.
Het Raam van Overton is van alle tijden. In elke samenleving lopen er altijd mensen voor de massa uit. Bepleiten zaken die door die ‘normale’ burgers als volstrekt ridicuul worden afgewezen. Maar in time kantelt de tijdgeest, gaan sommigen schoorvoetend mee in dat andere verhaal en nog later is iedereen ‘om’. En kunnen we ons amper meer voorstellen dat ‘het’ ooit anders was.
Signalen negeren of …
Zonder enige twijfel zal je in dit artikel (sorry: verhaal) dingen lezen die je al kende, waar je een (vaag) idee van had. Ook zal je het soms met mij oneens zijn. Je afvragen waar hij het in godsnaam vandaan haalt.
Helaas, het is niet anders. Met de beste bedoelingen probeer ik een wereld te schetsen waarin veel, en snel verandert. Dat is niet alleen een natuurlijke trend – want in de jaren vijftig en zestig waren er natuurlijk ook grote veranderingen – maar een absolute noodzaak.
Als mensheid zullen we de komende jaren écht aan de bak moeten. Zeer grote uitdagingen liggen op ons bord. We kunnen doorgaan met ze te blijven negeren, maar om uiteenlopende redenen loopt die houding tegen grenzen op.
Wellicht zit je zelf nog in de ontkenningsfase – of ken je mensen in jouw omgeving – maar links- of rechtsom zullen we op zoek moeten naar een ander model voor onze wereld. En dat slaat niet alleen op het economische deel daarvan.
En – spoileralert – hét ligt niet aan de hoofddoekjes!

Pearl Harbor
Enkele weken geleden sprak oud-politicus, wetenschapper én schrijver Jan Terlouw op uitnodiging van de NOBB in de nieuwe Blauwe kei in Veghel. Hij schreef voor de Boekenweek van dit jaar het zogenaamde essay. In Natuurlijk houdt hij zijn lezers een spiegel voor. Als mensheid zijn we in een zeer rap tempo bezig onze natuurlijke omgeving af te breken. Massaal sterven soorten uit. We vissen de oceanen leeg. Gaan maar door met het verbranden van fossiele brandstoffen waardoor het CO2-gehalte in de atmosfeer blijft toenemen en de gemiddelde temperatuur samen met de zeespiegel blijft stijgen. We blijven onze omgeving vervuilen. Recyclen veel te weinig grondstoffen.
Op zeker moment had hij het over Pearl Harbor. De aanval van de Japanners op een Amerikaanse marinebasis op Hawaï. Op 7 december 1941. Tot die tijd stond de Amerikaanse bevolking afwijzend tegenover deelname aan de al bijna twee jaar aan de gang zijnde wereldoorlog. Door die aanval sloeg binnen een etmaal de stemming in de VS honderdtachtig graden om. Stopten fabrieken met het maken van broodroosters. Werd een oorlogseconomie uit de grond gestampt en binnen drie jaar was die verschrikkelijke oorlog voorbij.
Jan Terlouw hoopt dat er geen Pearl Harbor-moment nodig is om ons allen te overtuigen van de noodzaak om andere wegen in te slaan.
Nog een grote ontwikkeling
Mocht je denken dat onze uitdagingen vooral te maken met hebben met klimaat, het uitsterven van soorten, meer CO2 in de atmosfeer of het minder eten van vlees, dan zie je dat verkeerd. Het toeval wil dat er tegelijkertijd nog heel andere vragen of dilemma’s op ons aller bord liggen. Denk in dit verband vooral aan de snelheid waarmee wetenschap en technologie nieuwe ontwikkelingen op ons los laten. Kunstmatige intelligentie, big data, crispr, de kwantumcomputer, robots …
Wellicht heb je wel eens van de Wet van Moore gehoord. Die wet houdt al ruim vijftig jaar stand en betekent concreet dat elke vierentwintig maanden de capaciteit van computerchips verdubbeld; tegen dezelfde prijs. Dit fenomeen is voor een groot deel verantwoordelijk voor de snelheid waarmee ‘dingen’ veranderen. Deze wet gaat inmiddels ook op voor andere takken van ‘sport’: zonnepanelen, windmolens, genetische screening, de groei van data of de opslagcapaciteit van batterijen. Tegen dezelfde prijs kunnen ‘ze’ steeds meer én sneller. Én ‘alle’ slimme koppen over de hele wereld zijn met elkaar via het net verbonden waardoor deze trend voorlopig nog wel even zal doorgaan. Nieuwe ideeën verspreiden zich in een oogwenk over de globe.
Sommige zeer slimme koppen maken zich trouwens grote zorgen. Vooral over de trend dat steeds grotere hoeveelheden data (inderdaad: big data) door zelflerende systemen worden geanalyseerd. En door die analyse worden die systemen nog slimmer. Wellicht zó slim dat ze ons mensen wellicht gaan overvleugelen en kwaad aandoen.

Piramidespel?
Een derde grote beweging is dat ons economisch systeem op haar laatste benen loopt. Dit klinkt wellicht raar, want dagelijks hoor je op het journaal dat het met ‘de economie’ fantastisch gaat. “We geloven er weer in!” Consumeren weer meer. Steeds meer werklozen vinden een baan et cetera.
Allemaal waar, maar tegelijkertijd lees ik dagelijks voorbeelden dat ‘de economie’ verre van gezond is. Sterker: dat we wellicht aan de vooravond van een grote implosie staan. Denk aan een piramidespel dat in elkaar zijgt. Dat gebeurt als de laatste inlegger er achter komt dat de keizer feitelijk geen kleren aan heeft. Dan stapt hij of zij uit en valt het kaartenhuis om. Iets dergelijks speelt nu ook. Landen en gezinnen zitten tot over hun oren in de schuld. Daartegenover staat de recente voorspelling dat als de trend zich doorzet de rijkste 1 procent van de aardbewoners in 2030 twee/derde van ons gezamenlijke vermogen zullen bezitten.
Of denk aan de trend dat slimme, zelflerende systemen overal zullen opduiken en veel bestaande werkgelegenheid zullen afbreken. Of een andere trend dat we gemiddeld steeds ouder zullen worden en daarom langer pensioen zullen moeten trekken. Dat wordt problematisch in een wereld waarin we wellicht af moeten van het fenomeen rente op rente én rendement maken.
Op zoek naar een ander verhaal
In de eenentwintigste eeuw wordt onze grootste opgave een ander maatschappelijk en economisch model te realiseren waardoor we voorkomen dat de aarde voor de mens onleefbaar wordt, wetenschap en technologie ons met niet-gewenste gadgets opzadelen én we iedereen laten profiteren van wat we met ons allen verdienen. Een kolossale opgave én uitdaging.
Gelukkig zijn er mensen die zich hierover buigen. Met een verhaal komen. De reeds genoemde Yuval Noah Harari voorspelt in zijn tweede boek dat de mens bezig is uit te groeien tot Homo Deus. We worden tot een soort goden. We zullen veel ouder worden, hoeven wellicht amper meer te werken en beschikken in de toekomst over krachten die vroeger voorbehouden waren aan … goden.
Deze trend is volop gaande en kan slecht aflopen indien we toelaten dat slimme zelflerende systemen de overhand krijgen en ‘de mens’ als een varken uit de bio-industrie gaan houden.
Het boek van Yuval Noah Harari is een perfecte illustratie van een glas dat voor vijftig procent met water is gevuld: is het halfvol of halfleeg?

Kate Raworth
Vorig jaar kwam een relatief onbekende Engelse econoom met een boek (Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw) waarin zij een ander verhaal naar voren schuift. Beter: een beeld. Een beeld als samenballing van een verhaal waar heel veel kanten en aspecten aan zitten.
De donut is volgens Kate Raworth een beeld dat kan helpen om te begrijpen voor welke uitdagingen we als mensheid staan. Een donut heeft een binnen- en een buitenkant.
De uitdaging voor de mens(heid) wordt om binnen de donut te blijven. Momenteel overschrijden we op veel terreinen massaal grenzen. Aan de buitenkant gaat het om de druk die we op ‘de aarde’ leggen. Aan de binnenzijde gaat het om grenzen die te maken met het welbevinden van de mens.
In haar boek beschrijft ze eenentwintig variabelen waarop we moeten letten. Waaraan we – mits ze ‘rood uitslaan’ – als mens(heid) iets moeten gaan doen. Die variabelen lijken verdacht veel op de zogenaamde Sustainable Development Goals. Die SDG’s of duurzame ontwikkelingsdoelen zijn afspraken die 193 landen in 2015 hebben gemaakt. Op zeventien terreinen dienen landen actie te ondernemen om ‘het’ beter te gaan doen. In Nederland zijn we daar volop mee bezig. Een belangrijke taak is daarin weggelegd voor gemeenten.
Denk aan het uitbannen van armoede. Het recht op een dak boven je hoofd en een inkomen waarvan je kunt leven. Schoon drinkwater. Het recht om je (democratisch) te kunnen uitspreken. Het recht om voor je seksuele geaardheid te mogen uitkomen. Daarnaast gaat het om zaken die te maken met het beslag dat we als mens op ‘de aarde’ leggen: minder CO2 in de atmosfeer uitstoten, stoppen met soorten uit te roeien, minder fosfaat- en stikstofvervuiling. Minder luchtvervuiling en stoppen met de ozonlaag aantasten.

Wat heeft dit met ons werk te maken?
Ogenschijnlijk heeft het werk van medewerkers van Ons Welzijn en de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken amper met deze grote zaken te maken. We lenen immers boeken uit en helpen mensen die problemen hebben. Maar dat is een misvatting.
Natuurlijk lopen er in onze samenleving nu al honderdduizenden mensen rond die ‘slachtoffer’ van de omstandigheden zijn. Mensen die niet rond kunnen komen, geen vaste baan noch een geregeld inkomen hebben. Mensen die gestrest zijn of burn-out klachten hebben. Burgers met problematische schulden. Kinderen die op school afhaken. Volwassenen die zich in onze complexe samenleving niet of onvoldoende zelfstandig kunnen handhaven. Digitaal niet vaardig zijn; amper kunnen lezen. En voor die burgers bedenken wij van Ons Welzijn en de NOBB al zeer uiteenlopende diensten en producten. Bij voorkeur samen met hen; niet over hun hoofd heen.
Daarnaast zijn er miljoenen ‘normale’ burgers die geen problemen hebben. Die geen hulpvraag hebben. Naar wie niet wordt omgekeken. Toch zullen ook zij mee moeten in die grote trend dat we op zoek moeten naar een ander maatschappelijk en economisch model. Die zoektocht zal ook hen voor veel dilemma’s stellen. Hen dwingen een bepaalde lifestyle los te laten. Op zoek naar andere gewoonten, dingen. Het leven hoeft niet minder te worden, maar zal wel anders (moeten) worden. Dat zal veel stress en gedoe met zich meebrengen. Juist voor hen die nog steeds denken dat er aan hun leven niets hoeft te veranderen.
Ook voor deze – veel grotere – groep hebben wij een rol te spelen. Dat heeft te maken met informeren, inspireren, uitdagen. Mensen na te laten denken over alternatieven. Niet om voor te schrijven – dat zeker niet! – maar meer door vragen te stellen. Of – een favoriete zin van mij – mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan.

Onbehagen
In het najaar van 2016 verscheen Onbehagen : Nieuw Licht op de beschaafde mens van Bas Heijne. Dit boekje raakte bij velen een gevoelige snaar.
Momenteel loopt een tv-versie van dit boek.
Die serie borduurt voort op een tv-reeks die in 2015 werd uitgezonden: De volmaakte mens.
Bas Heijne weet als geen ander welke complexe uitdagingen op de mens(heid) afkomen. En heeft een feilloze antenne om het onbehagen dat in de maatschappij aanwezig is op te snuiven en te duiden.
Voor zijn essay Onbehagen (her)las hij een boek van Sigmund Freud uit 1930. Daarin heeft deze beroemde psychiater het over het lust- en realiteitsprincipe. Die in elk mens om ‘de macht’ strijden. Bijna altijd wint lust het van onze ratio. Een verrassend inzicht dat in deze eeuw wetenschappelijk werd aangetoond.
Psycholoog Daniel Kahneman kreeg er in 2002 de Nobelprijs voor economie voor. In elk mens zijn deze twee systemen continue actief. Kahneman gebruikt de begrippen van Freud niet.
Hij heeft het over systeem 1 en 2.
Systeem 1 is 95 procent van de tijd actief en daardoor zeer overheersend aanwezig. Systeem 1 is ons gevoel. Ons lustprincipe. Dat ons als het ware door de dag heen leidt. Dat gaat prima. Maakt zelden fouten.
Het andere Systeem (2, dus) is veel minder actief. Het kost mensen veel moeite om dit systeem ‘aan’ te zetten. Systeem 2 is onze ratio. Ons realiteitsprincipe. Het systeem waarmee we bewust nadenken. Waarmee we voors en tegens kunnen afwegen, om vervolgens het ‘beste’ besluit te nemen.
Het belang van het werk van Daniel Kahneman en anderen is dat zij aantonen dat ‘de mens’ geen homo economicus is. Integendeel. Meestal doen we maar wat; op ons gevoel. We zijn zeer beïnvloedbaar. Dat is lastig. Erg lastig in tijden waarin we (bewust) na zouden moeten gaan denken over alternatieven. Alternatieven die vaak tegen ons gezonde verstand (= ons gevoel) ingaan. Niet aansluit bij het verhaal dat we gewend zijn.

Wat op het spel staat
In december van vorig jaar mengde de Duitse historicus Philipp Blom zich in het gesprek over de noodzaak om ‘dingen’ heel anders te gaan doen. In zijn Wat op het spel staat probeert hij zijn lezers van de noodzaak te overtuigen om in beweging te komen.
Philipp Blom ziet twee grote issues, waar we nog steeds niet echt mee bezig zijn. Ondanks alle retoriek (van kabinet en veel burgers) doen we feitelijk nog steeds volstrekt onvoldoende aan ‘het klimaatprobleem’.
Alle meetbare variabelen slaan steeds meer rood uit. Té veel CO2-uitstoot, stijgende temperaturen, verzurend zeewater, meer droogte én wateroverlast, meer en sterkere orkanen en tyfoons, een afnemend aantal soorten, een nog steeds groeiende veestapel, insecten en bijen die massaal het loodje leggen et cetera.
Dagelijks tref je in kranten voorbeelden aan.
Het andere grote thema is voor veel burgers en politici een nog veel grotere ver van ons bed-show. In Den Haag en omstreken wordt amper serieus nagedacht over de impact van de digitale revolutie.
Philipp Blom leeft in de veronderstelling dat kunstmatige intelligentie de komende jaren, decennia onnoemelijk krachtig zal worden. Een grote impact zal krijgen op mensen en de manier waarop we leven, werken. Ja zelfs op de manier waarop we mens kunnen of zullen zijn.
Blom heeft met andere denkers het idee dat de veranderingen op dit terrein wellicht een exponentieel karakter zullen krijgen. Dat die eenmaal in gang gezette trein de komende tijd steeds sneller zal doorrazen. En in haar vaart veel van wat we nu nog normaal vinden, zal wegvagen. Althans serieus bedreigen.
Blom is geen pessimist, maar hij vindt wel dat we als mens(heid) nu eindelijk eens serieus na moeten gaan denken over deze ontwikkeling. En iets gaan doen. Hij denkt niet dat de trend tegen te houden is. Hooguit bij te sturen.
Doorgaan met consumeren?
Een derde onderwerp waar Blom het over heeft is ons economisch model. Als niet-econoom stelt hij zich op het standpunt dat ons systeem feitelijk afgedaan heeft. Vervangen moet worden door iets anders. Opdat iedereen de vruchten van ‘de economie’ blijft plukken.
Op een eindige aarde kan een systeem dat gebaseerd is op economische groei niet blijven bestaan. Links- of rechtsom moeten we af van onze groeiverslaving. Dat heeft echter een gigantische impact. Bijna alle politici én burgers, in binnen- en buitenland, hangen het adagium aan dat groei nodig is om onze problemen op te lossen. Dat botst met onze (opgewekte) drang tot consumeren van spullen en diensten die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de mess waarin we terecht zijn gekomen.

Economische groei als motor
Philipp Blom, Kate Raworth, Bas Heijne en Yuval Noah Harari vertellen in wezen allemaal hetzelfde verhaal. Ze zijn daarin niet uniek, maar hebben allemaal wel een goede pen. Hun verhaal heeft aantrekkelijke kanten. Dat is hard nodig, want de uitdagingen zijn groot. Doet een groot beroep op wat mensen aankunnen.
Kate Raworth en Philipp Blom komen in hun boek tot de conclusie dat we als mensheid af moeten van een fenomeen dat alles in onze samenleving doordesemt: economische groei. De noodzaak om altijd maar te blijven groeien. Groei als oplossing van bijna alle problemen. Helaas kan dat niet op een eindige aarde. Vervelend want alle regeringen en bedrijven zijn daarmee bezig. Zonder groei gaat het niet. Stort ‘alles’ in en kunnen we het niet voor iedereen ‘beter’ maken.

Techno-optimisten
Uiteraard zijn er andere geluiden. Slimme mensen die heilig geloven dat het mogelijk is om alle problemen op te lossen zonder iets te doen aan de manier waarop wij in het Westen – en straks ook in die opkomende landen – leven. In commissie geloof ik dat hun verhaal niet kan kloppen. De tijd zal uitwijzen of het een sprookje is. Alleen kan het dan té laat zijn. Zijn negatieve trends die nu reeds bespeurbaar zijn nog meer in het rood uitgeslagen. Zo ver dat een soort doomsday machine in gang is gezet die zich niet meer laat stoppen.
Ik-Wij
Naast alle hierboven genoemde onderwerpen speelt er nog iets anders. Langzamerhand ontdekken we dat we té ver zijn doorgeslagen in onze individualisering. Decennialang is het overheersende (neoliberale) verhaal geweest dat je vooral voor jezelf op moet komen. Daarmee samen hangt de door velen gedeelde gedachte (verhaal) dat ‘de markt’ alles zou oplossen.
De laatste jaren komen we (nog niet massaal) tot de conclusie dat sommige problemen en uitdagingen te groot zijn voor het individu. En dat ‘de markt’ niet alleen in staat is om alle problemen op te lossen, maar ze voor een groot deel veroorzaakt.
Links- of rechtsom zullen we weer moeten leren om meer samen te werken. En je realiseren dat jezelf af en toe wegcijferen in dat verband niet per se verkeerd is. Deel uitmaken van iets dat groter is dan jezelf.
Kate Raworth laat in dit schema zien dat er in onze economie vier ‘partijen’ zijn, die elk een deel van het ‘gedoe’ voor hun rekening nemen.
Momenteel is de rol van met name ‘de gemeenschap’ erg klein (geworden). Zij voorziet dat die poot sterker zal worden, ten koste van markt en staat.
Genius <-> Scenius
Brian Eno, de Engelse muzikant en producer, had het in december 2015 in een kort filmpje over het basisinkomen over scenius. Een zelf verzonnen woord, als tegenhanger van het woord genius. We geloven allemaal dat het bijzondere van mensen (genius) als Picasso, Rembrandt of Steve Jobs in hen zelf ligt. Brian Eno stelt daarentegen dat geniale mensen voortkomen uit de gemeenschap waarin ze zijn opgegroeid. Goed functionerende samenlevingen produceren af en toe geniale mensen. Zo’n samenleving noemt hij scenius.

Onze identiteit
In 2012 schreef de Belgische psychiater Paul Verhaeghe in zijn inmiddels klassieke boek Identiteit de volgende regels:
De postmoderne mens lijdt aan een vreemde dissociatie, een nieuw vorm van persoonlijkheids-verdubbeling. We klagen het systeem aan, staan er vijandig tegenover en voelen ons machteloos om het te veranderen.
Anderzijds gedragen we ons op een manier die het systeem voortdurend bevestigt en uitbreidt. De wijze waarop we eten en drinken, ons kleden, verplaatsen, op vakantie gaan, zijn daar stuk voor stuk voorbeelden van – wij zíjn het systeem waarover we klagen. Een proteststem uitbrengen voor ultralinks of ultrarechts zal niet volstaan om deze situatie te wijzigen.
Het is niet de ander die moet veranderen; de pijnlijke waarheid is dat we het ook zelf zullen moeten doen. In plaats van alleen maar consument te zijn, moeten we weer burger worden. Niet alleen in het stemhokje, maar ook, en zelfs vooral, in de manier waarop we ons leven leiden. (pagina 231)
Past het binnen de donut?
We leven in spannende tijden. Waarin medewerkers van Ons Welzijn en de NOBB zich als professionals en burger-consument bewegen. Proberen de goede dingen te doen. Het verhaal van Kate Raworth is wat mij betreft een krachtig verhaal. En vooral haar beeld van die donut. Enerzijds een mierzoete ongezonde versnapering maar aan de andere kant een krachtig beeld voor de wereld waarin we (willen) leven.
Bij uiteenlopende ontwikkelingen kunnen we deze vraag blijven stellen: Past het binnen de donut?
Citaat 529 (woensdag 11 april 2018)
Homepage Citaten 2018

Boeken
Yuval Noah Harari. Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst : een kleine geschiedenis van de toekomst (2016)
Yuval Noah Harai. Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid (2014)
Jan Terlouw. Natuurlijk (2018)
Kate Raworth. Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw (2017)
Bas Heijne. Onbehagen : Nieuw Licht op de beschaafde mens (2016)
Philipp Blom. Wat op het spel staat (2017)
Robert & Edward Skidelsky. Hoeveel is genoeg? : geld en het verlangen naar een goed leven (2013)
Paul Verhaeghe. Identiteit (2012)
Filmpje
Brian Eno on basic income (2015) Artikel: Niets nieuws, alleen herordening van wat allang bekend is (september 2016)
Tv-programma
De volmaakte mens (VPRO, 2015 6 afleveringen van 50 minuten)
Onbehagen (Human 2018, 4 afleveringen)
Artikelen
Rutger Bregman. Wie de wereld wil veranderen moet onredelijk, onrealistisch en onuitstaanbaar zijn (De Correspondent, 24 december 2015)
2016 – You can blow out a candle/But you can’t blow out a fire (december 2015)
Philipp Blom – Wat op het spel staat (oktober 2017)
Moraal – Je kunt alleen nemen als je ook bereid bent te geven (september 2017)
Veerkracht in de 21e eeuw (mei 2017)
Homo Deus – de mens zal in zijn jacht naar gezondheid, geluk en macht steeds een van zijn eigenschappen veranderen, en dan nog een, net zolang tot hij niet meer menselijk te noemen is. (maart 2017)
Landfall – We gaan toch niet zitten wachten tot het milieu drastische maatregelen neemt (maart 2018)
Herlezen – We stand little chance of writing a new () story that is fit for our times if we keep falling back on last-century’s () storybooks. (april 2017)
Ons Welzijn – Meant to be shared (november 2015)
Hét geschikte moment: zonder nieuwe visie of nieuw beginsel zul je die vurig gewenste verandering eenvoudigweg niet op gang weten te brengen. (februari 2018)

Aanvulling
Op zaterdag 7 april 2018 werd tijdens de Nijmeegse Nacht van de Filosofie de Socrates Wisselbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek van 2017 uitgereikt aan Kees Vuyk.
Volgens psycholoog en filosoof Kees Vuyk rust er een taboe op het gegeven dat mensen qua intelligentie verschillen. Daardoor zien we niet dat er een nieuwe ongelijkheid is ontstaan, die tussen hoogopgeleide mensen en laagopgeleiden – sindsdien liever praktisch opgeleiden genoemd.
De eerste groep heeft in de vorige eeuw hun kans op hoger onderwijs gegrepen, ook als ze uit de lagere klassen kwamen. Zo kregen de lagere klassen te maken met een braindrain, die hen minder weerbaar maakte in een snel moderniserende wereld. Die laatste groep voelt zich niet thuis in de Nederlandse meritocratie, dat wil zeggen in een systeem dat talent beloont, maar lijkt neer te kijken op iedereen die niet vooruit kan of wil.

Dit boek sluit ‘mooi’ aan op het artikel over de donut, Homo Deus, (‘ons’) Onbehagen en de noodzaak op zoek te gaan naar alternatieven voor een op talloze terreinen ‘vastgelopen’ samenleving. Ook schemert het touwtje van Jan Terlouw door de tekst heen.
Ik kan me vergissen maar vermoed dat dit boek zal uitgroeien tot een klassieker. Vergelijkbaar met een reeds in 1981 verschenen boek van Hans Achterhuis: De markt van welzijn en geluk. In ieder geval een boek waarover op verschillende plekken binnen de samenleving gesproken zal moeten worden.
Instellingen als Ons Welzijn en ‘de bieb’ zijn lang geleden opgericht om ‘iets’ te doen met of rondom volksverheffing. Formeel wordt de term niet meer zo vaak gebruikt maar in de praktijk hebben veel onderdelen van ons werk daarmee nog steeds te maken. Er zijn door de jaren heen talloze andere woorden gebezigd maar in de kern hopen we nog steeds dat mede door onze inspanningen mensen zich ontwikkelen, mee kunnen in de samenleving.
Uit het boek van Kees Vuyk een drietal citaten:
Citaat 1
Zo kom ik bij een belangrijk motief voor het schrijven van dit boek. Mijn onderzoek heeft me ervan overtuigd dat de verheffingspolitiek op haar grenzen afstevent. Begonnen als een beweging voor sociale emancipatie slaat zij langzamerhand om in haar tegendeel. De belofte van gelijke kansen die lange tijd de verleiding ervan uitmaakte, gaat steeds holler klinken. Wat heb je aan gelijke kansen als je weet dat je niet in staat bent en nooit in staat zult zijn om van die kansen gebruik te maken, en je kinderen evenmin? Dat het gaat om de kansen van anderen, en hun kinderen.
De verheffingspolitiek die sociaaldemocraten en christendemocraten gedurende de hele twintigste eeuw hebben nagestreefd is zo goed als failliet. Zij heeft de democratie veranderd in een meritocratie, het politieke stelsel waarin de macht ligt bij hen die de meeste verdienste hebben (merit (Eng.)= verdienste). (pagina 19)
Citaat 2
De Gouden Jaren van de westerse wereld lijken voorbij. Ergens rond de laatste eeuwwisseling bereikten ze ongemerkt hun eindpunt. Deze gebeurtenis was niet zo explosief als het instorten van de Twin Towers in New York en toch was zij minstens zo ingrijpend. Het fundament van onze samenleving is er, denk ik, meer door aan het wankelen gebracht dan door de terroristische aanslagen. Door dit wankelen konden 9/11 en alle gebeurtenissen die erop volgden, tot en met de vluchtelingenstromen uit het Midden-Oosten die op het moment dat ik dit schrijf Europa in een crisis heeft gestort, de impact hebben die ze feitelijk hebben gekregen. Het failliet van de verheffing heeft aan de westerse samenleving haar veerkracht ontnomen. Volk en elite staan niet meer voor een gemeenschappelijke taak. Het is ‘ieder voor zich’ geworden. Het wantrouwen overheerst. In een samenleving zonder basaal vertrouwen ondermijnt elke crisis de samenleving een klein beetje meer. (pagina 21)
Citaat 3
Ergens rond de laatste eeuwwisseling is het sociaal contract dat westerse samenlevingen lange tijd samenvoegde en van een ongekende dynamiek voorzag, in het ongerede geraakt. Het verheffingsideaal – want dat is van dit contract de harde kern – levert niet meer wat het belooft. Gelijke kansen bestaan alleen nog maar voor gelijken. Dit verhindert dat de samenleving nog als een geheel kan opereren. Daarom mist onze samenleving slagkracht en is ze slecht in staat op crises te reageren. Crises worden beheerst maar niet opgelost. De wond die adequaat handelen verhindert, blijft etteren. Bij elke nieuwe crisis speelt hij weer op. Het wordt tijd dat we dit onder ogen zien. (pagina 23)
Kees Vuyk. Oude en nieuwe ongelijkheid : over het failliet van het verheffingsideaal (Klement 2017) 286 pagina’s