Categorieën
Boeken Citaten Geschiedenis Muziek

Route 68 revisited

Enkele dagen na de eerste editie van Luistercafé Noordkade kwam op dinsdag 17 januari 2017 collega/mede-organisator Peter met een historisch feitje, vraagje aanzetten. Of ik wist welke beroemde band ooit in Heesch had gespeeld, in 1968?

Geen idee. The Who? The Small Faces? Supersister? Golden Earring? Nee, allemaal fout. Dat wil zeggen: Supersister en de Golden Earring(s) had gekund, maar dat bedoelde hij niet. Nee het ging om Pink Floyd, zonder Syd Barrett. Dat wel, want die was toen al niet meer aanspreekbaar.

3 juni 1968
Op deze tweede Pinksterdag traden zij voor de elfde keer in Nederland aan. Een concert in de Pas, in Heesch. Achteraf een uniek en legendarisch optreden. Met knallende ligtsjoo. Ver voordat ze in 1973 wereldberoemd werden met hun Dark side of the moon. Op de website van het Brabants Historisch Informatie Centrum staat een lang artikel over die Pinksterdag en wat het gedaan heeft met bezoekers.

Koffiepauze
Even later sloot tijdens de pauze collega en muzikant Lex zich bij het gesprek aan. En voordat we het in de gaten hadden besloten we ‘iets’ met dit historische feit te gaan doen. We constateerden dat er de laatste jaren verdacht veel coverbands zijn die de (grote) theaters aandoen. In juli 2016 schreef ik een artikel over dit fenomeen:  Een ander popvenster – Er wordt vaak neergekeken op nostalgie, maar waarom eigenlijk?  

In oktober 2016 stond zelfs een Pink Floyd coverband op het podium van schouwburg De Lievekamp. We realiseerden ons ook meteen dat het waarschijnlijk weinig moeite zou kosten om collega’s Jurgen en Martine van het Stadsarchief Oss voor dit idee – om ‘iets’ te doen met dit concert – warm te maken.

Het zaadje was gezaaid
Zoals dat vaak gaat ontstaan later aanvullende ideeen. Zie je mogelijkheden om er dit of dat bij te betrekken.

Zo kom ik regelmatig langs Soos Plock in Zeeland (gemeente Uden), aan de weg van Volkel naar Boekel. Op de gevel staat al jarenlang: sinds 1968.

Verhip. In die tijd – zo rond 1968 – moeten er meer van dit soort initiatieven zijn opgezet, opgericht. In de hele regio Noord Oost Brabant, het werkgebied van de NOBB (de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken).

Affiche uit 1968

Een evaluatie
Begin februari schoven collega Germa en ik aan bij Coen en Barbara van De Lievekamp. Een evaluatie van een door bibliotheek en schouwburg georganiseerede avond: Martijn Aslander – Hoezo identiteit? Nadat we daarmee klaar waren kwam het gesprek op publicist Bas Heijne. Was het geen idee om hem naar Oss te halen? Vervolgens spraken we over andere ideëen. Ik gooide het verhaal van Pink Floyd op tafel en dat we inmiddels van plan waren daar in 2018 een flink aantal maanden ‘iets’ mee te gaan doen.

Directeur Coen Bais merkte meteen op dat in 2018 schouwburg De Lievekamp 50 jaar bestaat. Meteen realiseerden Germa en ik dat dit ook voor de bibliotheek geldt, want we zitten sinds die tijd samen in hetzelfde pand. Uiteraard zegden we als bibliotheek annex Stadsarchief toe een tentoonstelling rondom dit heugelijke moment/feit te maken. Ik realiseerde me tegelijkertijd dat dit weer zo’n stukje van een legpuzzel is,  waarvan niemand nog weet uit hoeveel stukjes die zal bestaan. Soos Plock én De Lievekamp begonnen beiden in 1968! Wat speelde er nog meer in die jaren?

Een highway
Terwijl we daar zo over doorspraken viel me een beroemd album van Bob Dylan in: Highway 61 revisited. Er zijn (natuurlijk!!) dagen dat ik niet aan Bob Dylan denk, maar de laatste weken is hij om twee redenen verdacht veel in mijn gedachten.

Om te beginnen had ik op woensdag 1 februari in de Groene Engel een lezing gegeven over Bob Dylan (artikel: 1933-2017: power and greed and corruptible seed seem to be all that there is). Verder ben ik samen met Peter bezig met de voorbereidingen voor de derde editie van Luistercafé Noordkade. Op vrijdag 3 maart, met als onderwerp Bob Dylan. Die avond zal Dylan-kenner en oud Oor-journalist Bert van de Kamp aantreden. Samen met Jacques Mees (een Tilburger die werk van Dylan speelt) en de Mockin’ Minstrels.

De bronafbeelding bekijken

Highway 61 revisited
Ik weet dat Bert van de Kamp door de jaren heen altijd  het in 1966 verschenen album Blonde on blonde uitroept tot ‘de beste’ Dylan-plaat. Daar is zeker iets voor te zeggen, maar veel meer collega-popjournalisten in binnen- en buitenland zweren bij het een jaar eerder verschenen Highway 61 revisited. Met dat oordeel kan ik ook leven.

Anyway: tijdens het gesprek kwam die titel bovendrijven. Als werktitel voor ‘dat iets’. Toen we afscheid namen had het ‘project’ een titel:  ??? 68 revisited. Ik was en ben er nog niet uit of er een vraagteken achter moet.

Na ons gesprek liepen we Lex tegen het lijf, die op het punt stond naar huis te gaan. Die is redelijk adrem en maakte van die ??? Route. Bingo: Route 68 revisited. Die ‘route’ verwijst natuurlijk naar andere iconische cultuuruitingen. En dat het om een traject in ruimte én vooral tijd gaat.

Route 68 revisited (?)
Een maand nadat Peter die vraag over Pink Floyd stelde hebben we als bibliotheek het idee dat we iets moois in handen hebben. Een onderwerp waar veel kanten aan zitten, waarmee we ‘alle’ kanten uitkunnen en waarbij veel anderen kunnen aanhaken. Instellingen, organisaties, bedrijven en personen. De tijd zal leren wat er uiteindelijk van terecht zal komen, maar Route 68 revisited is een mooi jaarthema. Voor het eerst een Engelse titel!

Als we ons als mens(heid) niet anpassen vallen we 'er ' af

Jaarthema’s
Een jaarthema is een fenomeen waarmee we als samenwerkende bibliotheken in Noord Oost Brabant al ruim dertien jaar ervaring hebben. Bespeur een bepaalde ontwikkeling in de samenleving en ‘vlieg’ dat thema een jaar lang vanuit verschillende kanten aan. Met verschillende werkvormen, voor uiteenlopende doelgroepen, op verschillende plekken. De ervaring leert dat je aan het begin van zo’n traject niet kunt bevroeden wat je in de loop van zo’n jaar allemaal wel of niet gaat doen.

We zien zo’n jaarthema inmiddels als een soort heel brede kapstok waaraan je vaak ‘dingen’ kunt ophangen. Een avond met een literaire auteur kun je er vaak níet onderscharen, maar soms wel. Hetzelfde geldt voor een tentoonstelling die al op stapel stond. Soms kun je die met wat bijschaven onderbrengen bij het jaarthema. Klik hier voor tien criteria waaraan een jaarthema in onze ogen moet voldoen.

Oefenen, vragen stellen
De jaarthema’s van de afgelopen jaren volgen – in onze ogen – de tijdgeest. De titels daarvan reflecteren waar de samenleving staat, welke issues daarin spelen. Als bibliotheek zijn we zeer nadrukkelijk geen trendsetter. Wij maken de trends niet! Maar we proberen ze wel als een soort early adopters op te ‘snuiven’ om er vervolgens ‘iets’ mee te gaan doen.

Het is onze eer te na om een bepaalde ontwikkeling tot jaarthema uit te roepen als ‘iedereen’ het er over heeft; het een hype is (geworden).

Een rode lijn in alle jaarthema’s tot nu toe is de notie dat onze maatschappij in een langdurig transitietraject zit. Op bijna alle aspecten van het menselijk doen en laten zitten we midden in grote veranderingen.

We onderschrijven het centrale motto van Jan Rotmans, de Rotterdamse hoogleraar transitiekunde. We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk. Het jaarthema van 2016 en 2017 (Wat delen we met elkaar?) borduurt voort op Oefenen in een andere tijd. Dat was in 2015. In 2014 was het jaarthema Oefenen voor een andere tijd. We realiseerden ons in de loop van 2014 dat we niet langer oefenen voor later, maar dat we oefenen IN het hier en nu. In 2016 meenden we dat de vraag Wat delen we met elkaar? ons kan/kon helpen om te bepalen wat relevant of ‘goed’ is.

En nu staan we aan de vooravond van Route 68 revisited. Dat behoeft nadere uitleg.

1966-1967-1968
De afgelopen weken komen deze drie jaren steeds naar boven. In 1966 begon het op veel plaatsen in Europa te gisten. Namen vooral jonge mensen het voortouw. Zetten zich af tegen de autoriteiten van toen; hun ouders, de politiek, het onderwijs, het leger, de kerk.

De babyboom-generatie (geboren ná de Tweede Wereldoorlog) wenste zich niet langer te schikken naar de waarden en vooral de normen van de generaties boven hen; zij die het voor het zeggen hadden. Ze waren het zat. Het bekrompene, het zuinige, het bevoogdende. Wensten niet langer te luisteren naar mensen die met de ‘versierselen’ van de macht waren bekleed. In Nederland kwamen de provo’s op,  begonnen jongens hun haar langer te laten groeien

Een jaar later – 1967 – was het jaar van de flower power. en de hippies. Zorg ervoor dat je een bloem in je haar draagt. The summer of love. Wees aardig en lief voor elkaar. Leve de liefde. We zijn allemaal broeders. Dat gevoel. Die tijd.

Een jaar later, in 1968, brak op verschillende plekken op de wereld ‘de revolutie’ uit. Achteraf viel het nogal mee. Of tegen. Maar er werd wel op veel plaatsen gedemonstreerd. Opgestaan tegen politici die een oorlog (in Vietnam) wilden voortzetten, doorgaan met het oude vertrouwde liedje.

Die opstandige jongelui trokken wel degelijk de aandacht en er werd naar hen geluisterd, gekeken. Niet meteen, maar in de jaren daarna werden veel wensen van die jongelui als het ware ingewilligd. Opgenomen in de welvaartsstaat. Tot de oliecrisis van 1973 ging het vanuit die optiek bekeken de ‘goede’ kant op.

Een kantelende tijdgeest in de sixties
Over deze periode zijn honderden boeken geschreven. Uiteraard kijken de schrijvers daarvan allen op een andere, unieke manier naar die tijd. Het overheersende beeld is dat ergens in het midden van de jaren zestig een ‘andere’ generatie opstond. Die zich afzette tegen oude, vermolmde structuren.

Het zogenaamde Raam van Overton kun je oook over die tijd leggen. En dan zie je dat wat in het begin volstrekt ondenkbaar was (zeg lang haar voor jongens) enkele jaren later tot iets werd wat wél mocht, en nog even later bij het straatbeeld hoorde.

Op tal van terreinen van het menselijk doen en laten werden door jongeren en andere criticasters vraagtekens gezet bij de manier waarop ‘dingen’ waren geregeld. Soms werden er door die voorlopers snelle resultaten behaald; vaak duurde het langer.

Je zou de stelling kunnen verdedigen dat pas in de jaren zeventig zaken werden veranderd, waarvoor in de jaren daarvoor door die voorlopers werd gepleit’; of waar zij zich tegen afzetten.

Een kantelende tijdgeest in de jaren tien
Pas over een jaar of tien kunnen historici en cultuurdenkers een poging doen onze tijd te duiden. Toch heeft her er alle schijn van dat we (sinds 2008) in eenzelfde periode terecht zijn gekomen. Een maatschappij waarin veel zaken heel anders geregeld zullen moeten gaan worden. Anno 2017 kun je gemakkelijk twee – haaks op elkaar staande trends – bespeuren.

Aan de ene kant een grote groep die bang is voor de onzekerheden van de toekomst en zich krampachtig vast willen houden aan de oude, vertrouwde wereld. Sterker: zij verlangen vaak terug naar een wereld van jaren geleden. Een soort mythische wereld waarin ‘alles’ goed was. We het met Ons Soort Mensen gezellig hadden.

Vooral dat woordje ‘we’ is van belang. Veel mensen hebben het gevoel dat het aan de ene kant met hen goed gaat, maar zij vragen zich bijna radeloos af wie zich nog om het geheel bekommert. Het jaarthema Wat delen we met elkaar? heeft hier natuurlijk ook mee te maken. We werpen de vraag op of dit inderdaad zo was. En of het niet anders kan of zou moeten.

Oefenen in een andere tijd
Aan de andere kant staat geen groep. Wel veel groepjes. Mensen die zich inzetten om op hun manier, in hun omgeving, op hun eigen manier bepaalde zaken ‘anders’ te gaan doen. Ze starten iets nieuws op.

Het zijn vaak mensen die zich aan iets ergeren. Iets missen. Vinden dat bestaande zaken niet goed functioneren. Hebben geen zin om te wachten tot ‘het’ probleem door anderen wordt aangepakt. Of zijn het niet eens met de manier waarop bestaande instellingen, organisaties of bedrijven het doen.

Zij blijven in tegenstelling tot de andere groep niet hangen in klagen, cynisch aan de zijkant staan of de zaak verzieken. Nee, ze beginnen zelf. Zoeken medestanders. Beginnen vaak zonder toestemming van ‘hogere’ machten. Oefenen. In en voor een andere tijd.

Opgesloten in een frame
Een ander kenmerk van onze jaren is dat velen in Den Haag en omstreken amper weet hebben van beide groepen. De bange, klagerige types worden weggezet als populisten en de optimistische probeerders als naïevelingen.

Veel mensen uit de politieke en bestuurlijke kaste hebben amper in de gaten dat zij zelf de gevangene zijn van een bepaald soort denken. Een frame. Een kader dat hen verhindert met een open blik naar beide trends te kijken; om vervolgens het beleid bij te sturen. Velen in die kaste denderen door en hebben amper in de gaten dat de veenbrand doorsmeult.

Ook hebben ze onvoldoende oog voor trends die ogenschijnlijk erg ver weg liggen. Denken er derhalve niet over na. Anticiperen er niet op door bestaand beleid aan te passen. Het onderwijs te hervormen. Blijven geloven dat ons huidig (economisch) model het ‘eeuwige’ leven heeft. Begrijpen niet dat dit model ook maar een keuze is; het feitelijk een geloof is. Weten niet dat ze een mythe najagen en/of in stand wensen te houden. En zetten mensen die er heel anders tegen aan kijken weg als Don Quichots die zich tegen molens vechten.

Op donderdag 23 februari spreekt hierover journalist Koen Haegens (auteur van De grootste show op aarde : de mythe van de markteconomie) hierover tijdens de 6e tegenlicht Meet Up Oss

Dat is de overenkomst met de tweede helft van de jaren zestig. Ouders, leraren, politici, de notabelen van toen zagen onvoldoende in waarvoor de jongelui van toen streden. Dat zij van een vermolmd systeem af wilden. De revolutie – in de zin van een strijd op leven en dood, met bloed en zo – is er niet gekomen. Wel zeeg het hele bouwwerk enkele jaren later vanzelf in. Het had zichzelf overleefd. Er kwam een ander voor in de plaats. Babyboomers namen langzaam aan de plekken over van de vorige generaties.

Cynisch
Regelmatig kom ik analyses tegen waarin geconstateerd wordt dat de babyboomers uiteindelijk precies hetzelfde zijn gaan doen als hun (groot)ouders. Ze zijn als het ware op het pluche terecht gekomen en zijn op zeker moment gaan geloven dat ook zij de wijsheid in pacht hadden.

Momenteel wordt in de hele samenleving afscheid genomen van deze ‘pluche-plakkers’, maar zitten we nog wel – oneerbiedig gezegd – opgescheept met hun kinderen. Die in dezelfde (tijd)geest zijn opgevoed. Ik kan me vergissen maar heb het gevoel dat er nu weer een nieuwe generatie aan de spreekwoordelijke poort klopt. Toegang vraagt tot het fort. Met de vraag of we her en der niet bepaalde zaken heel anders zouden moeten gaan doen.

Gouden bergen
Uiteraard gaat het om een voorhoede. Net zoals toen. In 1966 liepen er slechts enkelen voorop in ‘de strijd’. Pas in 1968 werd die groep groter en de echte massa ontstond pas in de eerste helft van de jaren zeventig. Toen ‘overal’ massaal burgers vraagtekens gingen zetten bij het ondermeer huwelijk, de lengte van het haar, seksualiteit, het onderwijs, de rol van de vrouw in het arbeidsproces et cetera. Mensen die die tijd niet bewust hebben meegemaakt kunnen zich waarschijnlijk onmogelijk voorstellen dat de samenleving op een heel andere leest was geschoeid. En toch was dat zo.

Er zijn – zoals ik al aangaf – honderden boeken over geschreven. Een van de beste én recentste boeken die juist die ‘revolutie’ beschreef is Gouden bergen : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd van Annegreet van Bergen. Een grote bestseller. Terecht. Ze laat in vijfentwintig hoofdstukken zien hoe op tal van terreinen ons dagelijks leven sinds de Tweede Wereldoorlog drastisch is veranderd. De jaren zestig komen vaak voorbij.


Route 68 revisited?

De geschiedenis herhaalt zich nooit. En misschien krijgen we na de optimistische ‘revolutie’ van the sixties nu een omgekeerde revolutie van bange, boze (en vaak blanke) mannen. Maar … tegelijkertijd heeft het er ook alle schijn van dat er een tegenrevolutie (nog zo’n begrip uit die jaren zestig) aan zit te komen. Denk aan Bernie Sanders en nu in Frankrijk Emmanuel Macron

Er zijn genoeg signalen om als bibliotheek dit thema de komende (zeg) 18 maanden nader te gaan uitwerken. Van september 2017 tot eind 2018. Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen toen en nu.

Pink Floyd, tot slot
Het idee voor Route 68 Revisited begon met de ontdekking dat deze band (in haar flower-power-tijd) in Heesch, of all places, had opgetreden. Enkele jaren later werden ze wereldberoemd met hun Dark side of the moon. In die tijd nam Roger Waters de teksten voor zijn rekening. En werd steeds maatschappijkritischer. Luister vooral eens naar Animals uit 1977, waar hij het over mensen heeft die zich als schaap of hond door het leven (kunnen) bewegen.

Hun beroemdste album is waarschijnlijk The Wall. Waarin hij ons (in 1980) neerzet als comfortably numb  (lekker verdoofd, verslaafd aan consumeren) en het heeft over het afbreken van een wall. Ik heb zo’n vermoeden dat die spreekwoordelijke wall de komende jaren door velen zal worden ondermijnd. 

Als bibliotheek hebben we de ‘schone’ taak aspecten van dit proces te ‘begeleiden’. Vragen te stellen. U te voeden met de dilemma’s waar we voor staan.


Citaat 436 (zaterdag 18 februari 2017)
Homepage Citaten 2017

4 reacties op “Route 68 revisited”

[…] Route68RevisitedAls samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken werken we – zoals wellicht bekend – met een jaarthema. Het huidige jaarthema (een vraag: Wat delen we met elkaar?) heeft (uiteraard) een link met onze huidige samenleving. Begin van dit jaar kwam het jaarthema voor 2018 als het ware bovendrijven. Dit keer een stelling, een soort slogan, wens of oproep: Route68Revisited. […]

Laat een reactie achter bij Je kunt alleen nemen als je ook bereid bent te geven … – Lezer van StavastReactie annuleren

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder