Categorieën
Citaten Media Next

Waarheen met de lokale pers?

RUW

De Bossche Bibliotheek probeert evenals andere bibliotheken op haar manier maatschappelijk relevante onderwerpen op de kaart te zetten. Ze doet dat sinds enige jaren onder de noemer RUW. Dat woord behoeft enige toelichting. Ik vond deze tekst:

Onze samenleving en stad zijn altijd in ontwikkeling. Ze zijn in ruwe toestand, ongepolijst. Of het nu gaat om ons onderwijs of werk, ons voedsel of sociaal vangnet, onze lokale democratie of consumptie, onze privacy of identiteit, ons geld of geluk, onze energie of zorg: er is behoefte aan vernieuwing, op alle niveaus, van burgers tot overheid, van instellingen tot bedrijven.
Bij RUW gaan we het gesprek voeren over deze vernieuwing, over de toekomst. RUW gaat zelf programmeren onder andere rondom onderwijsvernieuwing en vernieuwing van de democratie, maar werkt ook samen met partners zoals bijvoorbeeld Tegenlicht Meet Up Den Bosch en Discutabele Films.

Waarheen, waarvoor
Dinsdag 4 december had organisator en debatleider Ruud Geven vijf personen uitgenodigd om te komen praten over de toekomst van de regionale journalistiek. Die staat om verschillende redenen onder druk. Bij de regionale krant (het Brabants Dagblad) vallen veel betalende abonnees (door overlijden) weg en jongeren nemen hun plaats vaak niet over.

De lokale radio- en tv-omroep moet met een minimaal budget proberen te volgen wat zich in de stad en regio afspeelt. Verder hebben veel mensen het om verschillende redenen erg druk; waardoor het lezen van een krant of het bekijken van een programma er vaak bij in schiet. Uiteraard voelen lokale media ook de negatieve gevolgen van het wegsnoepen van het reclamebudget door giganten als Facebook en Google.

Kortom: kommer en kwel. Tijd voor een gesprek, een debat.

Waarheen met de lokale pers?
Dinsdag 4 december kwamen ongeveer vijftig mensen op dit debat in de Bosche bibliotheek af. Twee journalisten, twee wetenschappers en een politicus namen plaats in het panel:

Lucas van Houtert, hoofdredacteur van het Brabants Dagblad
Eric Horvath, hoofdredacteur van DTV Den Bosch (en DTV Oss-Bernheze en DTV Uden).
Hoogleraar Willem Koetsenruijter,  die journalistiek en nieuwe media doceert aan de Leidse Universiteit
Bob Nieman, die aan de Rotterdamse Hogeschool communicatie doceert en voorzitter is van het Leids mediafonds.
Marianne van der Sloot zit namens het CDA in de gemeenteraad van Den Bosch, in de Provinciale Staten van Noord-Brabant én heeft het initiatief genomen voor een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek in de provincie.

Een avondje uit
Samen met collega Peter woonde ik deze avond bij. Uit belangstelling, maar zeker ook om inspiratie op te doen. Peter volgt op dit moment een bibliotheekopleiding. Zijn afstudeeropdracht is om te bezien of bibliotheek én lokale journalistiek in de toekomst ‘iets’ voor elkaar zouden kunnen gaan betekenen. Verder speelt dit onderwerp natuurlijk ook in de regio Noord Oost Brabant en willen we op zeker moment dit thema in een van ‘onze’ bibliotheken gaan bespreken. Hieronder een korte impressie van deze avond én een poging te formuleren wat amper aan bod kwam.

Hard werken met weinig middelen
Lucas van Houtert en Eric Horvath staan voor dezelfde opgave om (met té weinig budget) een goed journalistiek product af te leveren. Vijf à zes dagen per week. Proberen te coveren wat zich in stad en regio afspeelt. Bijeenkomsten bijwonen om daarvan – bij voorkeur – kritisch verslag te doen. Denk aan gemeenteraadszittingen, openingen van uiteenlopende zaken. Interviews afnemen met mensen die er toe doen of met nieuwe ‘dingen’ komen. En af en toe scoren met échte scoops of artikelen waarin ‘smerige’ zaken worden onthuld.

Toch namen beide heren – ondanks de toezegging om binnenkort over mogelijke vormen van samenwerking te gaan praten – een andere positie in. Lucas van Houtert liet meerdere keren nadrukkelijk merken dat hij ‘in de markt’ werkzaam is. Er moet domweg geld (voor de Belgische aandeelhouders) verdiend worden; mede daarom heeft hij een hekel aan journalistieke partijen die ‘zijn’ markt bederven omdat ze subsidie van de overheid krijgen. Erik Horvath voelde zich aangesproken, want zijn ‘toko’ wordt hoofdzakelijk met gemeentelijk geld overeind gehouden.

Een fonds als redding
Na hen kwamen twee wetenschappers aan het woord. Hoogleraar Willem Koetsenruijter (mooie naam!) vertelde over uiteenlopende manieren om in binnen- en buitenland ‘de pers’ financieel te ondersteunen. Aan zijn zijde vertelde Bob Nieman over zo’n voorbeeld. De Leidse gemeenteraad heeft een miljoen euro vrijgespeeld om vier jaar lang journalistieke projecten die een link met de stad hebben financieel te ondersteunen. Bob Nieman zit samen met vier anderen in een stichting die twee keer per jaar tweehonderdvijftigduizend euro mag uitreiken aan jongens en meisjes die met een goed journalistiek voorstel komen. Het project loopt pas sinds kort; het is té vroeg om nu al conclusies te trekken. Wel heeft hij al prachtige ideeën voorbij zien komen.

Hierna sloot Marianne van der Sloot zich bij het herengezelschap aan. Er waren trouwens verdacht veel mannen in de zaal. Zij heeft in de Provinciale Staten van Noord Brabant het initiatief genomen voor een ander fonds. Bedoeld om de regionale journalistiek in de kleine kernen in onze provincie te gaan ondersteunen. Een experiment voor een jaar. Ze hoopt dat het succesvol is en daarna zal worden voortgezet. Het gaat natuurlijk om een klein bedrag. De twee hoofdredacteuren wisten uit hun hoofd dat je van anderhalve ton hooguit twee journalisten een jaar kunt laten werken. Peanuts op een staf van ruim zeventig, die dagelijks ‘het’ Brabants Dagblad maakt. Zeventig, terwijl hij dat jaren geleden met ruim honderdtwintig (in Eindhoven) deed.

Maar, wie het kleine niet eert
Duidelijk werd deze avond nogmaals dat velen zich zorgen maken over de toekomst van de (regionale) journalistiek. Terecht. Of die fonds-jes helpen waag ik te betwijfelen, maar prima dat ze er zijn. Gaandeweg de avond viel op dat bijna alle deskundigen en direct betrokkenen als het ware vastzitten in een hardnekkig frame. Lucas van Houtert was daarvan het meest markante voorbeeld, maar de anderen geloven allemaal in meerdere of mindere mate in het feit dat met journalistiek geld verdiend kan worden. Beter: moet worden. En als het bestaande businessmodel onderuit wordt geschoffeld moeten we ons afzetten tegen de bedreigers én alle fonds-jes die er zijn (en nog aankomen) voor onze eigen winkel zien binnen te halen.

Dat zal helaas niet helpen; vrees ik.

Een derde plek?
Ik had wel de indruk dat de hoogleraar van dienst (Willem Koetsenruijter) openstond voor een ander idee. Een heel andere richting. Hij gaf aan daar de laatste tijd ook over gelezen te hebben. Het idee om journalistiek te gaan zien als ‘onze’ energievoorziening, zorg, onderwijs en … bibliotheek. Breng dit soort diensten en producten onder in the commons. ‘Nutsgoed’ of ‘merit good’ zoals hij dat noemde.

Een plek los van overheid én markt. Waar het primaire doel niet is om winst (voor de aandeelhouders en pensioenfondsen) te maken , maar om een prima voorziening te leveren.  Voor iedereen; niet alleen voor de (betalende) leden.

Ook droeg iemand vanuit de zaal de suggestie aan om een groot deel van het geld dat overheden en andere quasi overheidsinstellingen nu uittrekken voor voorlichting, marketing en spinning, framing en (binnenkort) nudging vrij te spelen en door te spelen naar ‘de journalistiek’.  Die meneer had waarschijnlijk het bijna klassieke boek van journalist Nick Davies over het niet goed functioneren van zijn professie (Gebakken lucht) gelezen. Hij betoogt daarin dat de meeste redacties verworden zijn tot een soort doorgeefluik van door anderen geschreven teksten. Dat boek is alweer acht jaar geleden verschenen; ‘het’ is er sindsdien niet bepaald beter op geworden.

Uiteraard is dít idee voor velen – die een heilig geloof en ontzag voor ‘de markt’ hebben – nog vele bruggen te ver. Voorlopig zie ik het geen werkelijkheid worden. Ideeën zoals in Leiden en Noord Brabant zullen er nog veel meer komen. Mooi, maar het blijft kurieren am Symptom. Oftewel: goedbedoeld, maar de patiënt wordt er niet echt beter van.

Een globaal idee
Ik kan me voorstellen dat Willem Koetsenruijter met een stel studenten probeert te becijferen hoeveel het zou kosten om in de regio Noord Oost Brabant een goede journalistieke club neer te zetten.

Zeg een team van honderd man (7,5 miljoen euro – jaar na jaar). Een team mensen dat de opdracht krijgt ‘alles’ te coveren wat in deze regio speelt, gaat spelen. Die daar verslag van doet. Die artikelen schrijven, filmpjes maken, blogs posten, twitteren, Facebooken, podcasts opnemen et cetera. Die worden gratis op het net gezet. Iedere burger kan daar kennis van nemen. Zich abonneren op updates enzovoorts.

Ook bieden ze hun artikelen en filmpjes aan derden aan. De regionale krant, de huis- en huisbladen, lokale omroepen, wijkkrantjes. Zij mogen die content gratis of tegen een kleine vergoeding overnemen, herplaatsen en na toestemming verwerken tot andere ‘stukken’.

Laat Marianne van der Sloot na de provinciale verkiezingen van mei 2019 dit idee in de nieuwe Staten voorstellen: een experiment voor tien jaar. In de regio Noord Oost Brabant. Kost wat, maar dan krijg je er ook iets voor terug.

Wij doen graag mee!
En die club groeit uit tot hét (journalistieke) geweten van stad en regio. En zoekt samenwerking met anderen in het publieke domein. Zoals ‘de bieb’. Die mee gaat werken aan het tot stand brengen van dossiers. Samen met hen (à la RUW) debatavonden over de meest uiteenlopende onderwerpen gaat organiseren. Bibliothecarissen die samen met hen nog meer initiatieven gaan ontplooien om burgers mediawijzer te maken.

Ik heb niet de indruk dat wat ik hierboven zeg de ultieme oplossing zal, noch kan zijn. Tegen dit basisidee (een team journalisten volgt kritisch een regio) valt van alles in te brengen, maar de kern blijft wat mij betreft dat we als samenleving na moeten denken over manieren om de regionale journalistiek in de toekomst overeind te houden. Nogmaals: dan moeten we als samenleving het idee loslaten dat met journalistiek geld verdiend kan worden. Die tijd is voorbij. We zullen als samenleving dat met ons allen moeten bekostigen. Voor onszelf. Een democratische, open en pluriforme samenleving – en zeker een die midden in verschillende transities zit – schreeuwt om kritische journalistiek.

Het grootste probleem lijkt me niet het geld – dat klotst over de plinten – maar de denkbeeldige muur die geplaatst moet worden tussen ‘de politiek’ (die het geld namens ons allen moet fourneren) en dat journalistieke team. Voorkomen moet worden dat ‘de politiek’ bij milde en sterke kritiek de ‘subsidie-kraan’ dichtdraait. Iets wat al jarenlang rondom de publieke omroep bezig is. Met allerlei omfloerste argumenten probeert de politiek niet alleen het budget van de publieke omroep kleiner te maken, maar ze is ook bezig zich te mengen in de inhoud en richting van de programmering. Dat doembeeld moet in dat nieuwe commons- of gemeengoedmodel voor de journalistiek voorkomen worden.

Een ander verslag van deze avond: Bibliotheek: Debat over Lokale Journalistiek – Paul Kriele 5 december

Over twee weken komt hoofdredacteur Peter Vandermeersch van NRC Handelsblad langs in de Bossche Bibliotheek.
Een mooie follow up en aanvulling.

Enkele andere artikelen over ‘de’ journalistiek
Next (augustus 2018)
Nieuws bestaat uit sensationele, uitzonderlijke, negatieve, recente gebeurtenissen. (september 2018)
Next? Ik denk eerlijk gezegd dat het allemaal wel meevalt. (november 2018)

Citaat 560 (dinsdag 5 december 2018)
Homepage Citaten 2018

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: