Onderstaande tekst sprak ik op vrijdag 24 september 2021 uit aan het begin van een mini-congres ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Bibliotheek Oss.
Een poging de titel van het congres (In de voetsporen van Titus : een goede voorouder) toe te lichten en de toon te zetten voor waar het deze middag onder andere over zou gaan: welke rol bibliothecarissen in de eenentwintigste eeuw (ook) zouden kunnen spelen.

Bibliothecarissen stellen in de Nieuwe Klimaatorde vragen over hoe je als een goede voorouder te gedragen
Een collega met wie ik ruim vijfentwintig jaar samenwerkte had het altijd over de eeuwigheidswaarde van ons vak. Dat is erg lang, maar hij heeft een punt. Onze oprichter, Titus Brandsma, was honderd jaar geleden in wezen met hetzelfde bezig als de collega’s met wie ik de laatste veertig jaar mocht samenwerken. Titus had eenzelfde missie.

Ik noem dat mensen ‘verleiden zich te blijven ontwikkelen’. Vooral ook ná de middelbare school. Je bent nooit klaar. Er kan altijd iets aan jouw rugzakje worden toegevoegd. Goed voor jezelf, jouw omgeving en de samenleving.
Volksverheffing werd dat ook wel genoemd. Dat woord is een tijd besmet geweest, want mensen – en vooral volwassenen – weten toch zelf wat goed voor hen is! Tóch denk ik dat de tijd rijp is om dat oude woord – soms ook wel Bildung genoemd – in ere te herstellen
De laatste decennia is er ook in de bibliotheekwereld veel veranderd. Nog steeds komen veel mensen om leesstof te halen. Maar de hoeveelheid mensen en door hen geleende boeken is zonder enige twijfel kleiner geworden. Ik noem drie redenen, maar er zijn er meer: het middelbaar onderwijs is minder lees-eisen gaan stellen, er zijn veel meer manieren gekomen om je vrije tijd door te komen én natuurlijk het internet.
Heel veel informatie staat ondanks alle retoriek echter nog steeds niet online, of achter betaalmuren. Veel relevante informatie is in een giga oceaan aan data onvindbaar en mensen worden door techgiganten en onbetrouwbare bedrijven, organisaties en instellingen bespeeld, gek gemaakt. Fake news en moedwillige onwetendheid is een plaag geworden.
Door de jaren hebben bibliothecarissen altijd het leesplezier gestimuleerd. Toch is er iets misgegaan. Volgens de laatste cijfers zijn er tweeëneenhalf miljoen Nederlanders die in meerdere of mindere mate moeite hebben om teksten te lezen en begrijpen. In de Osse bibliotheek proberen we via cursussen en workshops mensen die daar moeite mee hebben te helpen. Prima. Moeten we vooral mee doorgaan.
Maar daardoor verliezen we een beetje de ‘normale’ volwassenen uit het oog. Volwassenen die, zoals ik dat pleeg te zeggen, ‘klaar zijn’. Die zich zelf kunnen redden. Dat waag ik echter te betwijfelen.
De laatste jaren heb ik in dit verband als het ware drie zinnen opgepikt, dan wel bedacht. Op de eerste twee ga ik niet in.
De eerste is “Mensen te voeden met de dilemma’s waar we voor staan”.
De tweede is: “Vragen stellen is gewoonweg krachtiger dan antwoorden geven”.
De derde zin is : “Volwassenen verleiden zich volwassener te gaan gedragen”.

Dat is een vervelende zin. Die kwam bovendrijven door het boek Waarom zou je volwassen worden? van de Amerikaanse filosoof Susan Neiman. Ik vat haar antwoord zo samen: omdat grote bedrijven niet zitten te wachten op échte volwassenen; aan hen kun je immers geen onzin producten, diensten en meningen slijten.
Een vervelende zin! Want wie bepaalt wat volwassen gedrag is? Een bibliothecaris?
Natuurlijk niet. Maar ik weet wel dat volwassenen zich het gros van de tijd níet volwassen kunnen gedragen.
In februari van dit jaar vatte Daan Roovers, die toen nog de Denker des Vaderlands was, dat inzicht samen tijdens een gesprek in het tv-programma Buitenhof. Ze riep op zeker moment uit: “Even een boekje van Kahneman lezen”.

Die zin was bedoeld voor alle politici én anderen die ergens in de samenleving leiding geven én nog steeds niet willen begrijpen dat de mens geen rationeel wezen is.
Daniel Kahneman staat volgens Daan symbool voor alle wetenschappers uit verschillende disciplines die hebben aangetoond dat ‘de mens’ allesbehalve een homo economicus is. Integendeel. Van binnen zijn we zodanig gehardwired dat het ons het gros van de tijd domweg niet lukt om doorlopend alles af te wegen.
Kort samengevat: als sociaal dier worden we geregeerd door ons gevoel, en voor rationeel denken moeten we veel moeite doen. Bovendien worden we continu van buiten af bespeeld om dingen te doen die vaak niet goed voor onszelf, onze naasten of de wereld zijn.
Voilá. Daar staan we: volwassen mensen die zich vaak niet volwassen kunnen gedragen.
Maar, met die zin, met die gedachte, dat wéten zat ik in mijn maag. Totdat begin dit jaar een boek verscheen dat een alternatief in de titel had voor die onvolwassen volwassene: De goede van Roman Krznaric.

Wie kan daar op tegen zijn? Je als een goede voorouder gaan gedragen!
Ik wil nog een nieuw begrip aan het gesprek van vandaag toevoegen: het Nieuwe Klimaatregime. Verzonnen door de Franse filosoof Bruno Latour. Hij denkt dat dit regime zich de komende jaren steeds nadrukkelijker aan ons zal opdringen. Een kenmerk van een regime is dat het alles en iedereen in een samenleving als het ware doordesemt. Je kunt er niet aan ontsnappen.

Uiteraard heeft het Nieuwe Klimaatregime alles te maken met het feit dat we als mensheid voor grote uitdagingen staan. Hoe kunnen we de door ons zelf gecreëerde mistoestanden gaan oplossen?
Logisch is dat er tijdens de opkomst van een nieuw regime, er een ander naar de achtergrond gedrongen zal worden. Ik noem vier kenmerken van dat oude regime: (1) een heilig geloof in de markt, (2) het ultieme doel is economische groei, er is (3) een gerichtheid op wat meetbaar is én (4) de korte termijn en winst regeren.
Ik vermoed dat de strijd tussen beide regimes neer zal komen op een andere verhouding tussen de woorden Nemen en Geven. Of Onttrekken en Toevoegen. Ook zal in het publieke domein weer meer gesproken (moeten) worden over ethiek: wat mooi, beter, goed is. En, inderdaad: díe antwoorden kun je niet googelen. Vergt een publiek gesprek.
Voor alle duidelijkheid. Ook bibliothecarissen gedragen zich regelmatig onvolwassen. Ik doe er zelf lustig aan mee.
Roman Krznaric stelt dat wij in onze hersenpan twee breinen hebben. Een marsmellow én een eikeltjes variant. Als mensen zijn we in staat een eikel te planten. Net als Titus Brandsma. Op basis van een analyse van de samenleving waarin je leeft, ga je op zeker moment tot actie over. Zet een trein in beweging, die ruim honderd jaar later nog steeds alive and kicking is.
Wij hebben als het ware de bibliotheek van Titus geërfd; in beheer gekregen. En na vandaag zullen bibliothecarissen hier in Oss door gaan met vragen stellen. En samen met onder andere serieuze journalisten, leerkrachten, conservatoren, voorlichters en andere verleiders proberen mensen te verleiden zich te blijven ontwikkelen. Hen verleiden om zich iets-je vaker als een goede voorouder te gaan gedragen. Opdat we geen onbewoonbare wereld aan ons nageslacht nalaten.
Ik hoop dat u vandaag verschillende vragen krijgt aangereikt. Lastige vragen. Waarover u wellicht in deze regio samen met anderen over mag gaan nadenken, praten.
Ik weet dat mijn opvolgers klaar staan om ze in hun bibliotheek op de agenda te gaan zetten. En daarmee treden ze natuurlijk in de voetsporen van Titus Brandsma : een goede voorouder.
