In Birmingham, de tweede stad van Groot-Brittannië, werd op dinsdag 12 en woensdag 13 augustus 2014 een congres voor de openbare bibliotheeksector georganiseerd.

Ruim honderdvijftig bibliothecarissen van over de hele wereld kwamen samen. Het thema was Public Library Futures in a global digital world. Georganiseerd door de IFLA, de International Federation of Library Associations and Institutions. Doel van dit soort (branche-)bijeenkomsten is natuurlijk om elkaar bij te praten, te inspireren en te netwerken. De IFLA organiseert dit soort bijeenkomsten in interessante plaatsen en locaties. Zo ook dit jaar: Birmingham. Waar in september 2013 de grootste openbare bibliotheek van Europa werd geopend. Ook een van de duurste: 188 miljoen pond (ruim 200 miljoen euro). Het besluit om dit pand te bouwen viel nét voor de financiële crisis van 2008.
Synergie tussen fysieke en virtuele ruimtes
Het congres werd door de organisatie zo neergezet:
In a rapidly changing environment please join us explore and examine the opportunities surrounding public libraries. Hosted by the new and highly anticipated Library of Birmingham, from Tuesday 12 to Wednesday 13 August 2014 the conference will provide the opportunity to meet with colleagues from around the world, and explore the synergy between physical and virtual spaces. You are invited to hear about how colleagues have successfully broken these barriers and positioned new library spaces as drivers for regeneration and community capacity building.
Twintig presentaties uit elf landen
Dagelijks werden tien korte en iets langere presentaties gehouden. Sprekers kwamen uit Finland, China, Duitsland, de Verenigde Staten, Australië, Spanje, Italië, Zweden, Denemarken (2x) en het Verenigd Koninkrijk (7x). Namens Nederland spraken collega Marina Polderman en ikzelf over “Community builing for public libraries in the 21st century: examples from the Netherlands”. De belangrijkste toespraak werd aan het begin van de tweede dag gehouden door ene Jens Thorhauge uit Denemarken: Transforming public libraries in the knowledge society.

Globale indruk van het congres
Bibliothecarissen weten dat ze in een zeer snel veranderende (media)wereld leven. En dat het essentieel is je aan te passen. In Birmingham waren drie soort bibliothecarissen aanwezig. Om te beginnen de denkers. Die aangeven in wat voor disruptieve wereld we leven en dat het noodzakelijk is je doorlopend (en als het kan snel; eigenlijk: “nog sneller”) aan te passen. Dat levert een hoop gedoe op. Vooral ook met medewerkers. Waarvan het gros aangenomen is in een periode waarin een beroep gedaan werd op andere vaardigheden dan nu nodig zijn. De al genoemde Jens Thorhauge is van dit soort denkers het meest uitgesproken voorbeeld.
De meeste sprekers hadden het over projecten of activiteiten die ze de laatste tijd in hun bibliotheek (stad, regio of land) hadden uitgevoerd. Kern daarvan: probeer (groepen) mensen bij elkaar te brengen, attendeer ze op (een deel van) de collectie en stimuleer dat er ‘iets’ ontstaat. En daarbij gaat het niet altijd over lezen en boeken.
Verder waren er (gelukkig slechts) enkele collega’s die apetrots kwamen vertellen dat ze er in geslaagd waren ‘dingen’ tot stand te brengen die. Tja, feitelijk al lang geregeld hadden moeten zijn (een website, on line reserveren, aanwezig zijn op Twitter of Facebook, uitleenrobots). Het dieptepunt van de tweede dag was toen een collega uit Zuid Afrika serieus aan een spreekster uit Spanje vroeg wat ‘digitalisering’ is. Maar, zoals gezegd, de meeste sprekers waren én zijn bezig om nieuwe ‘dingen’ op te zetten; uit te proberen. In een gebouw (‘de bieb’) mensen (leden en niet-leden) samenbrengen en ze de meest uiteenlopende ‘dingen’ laten doen, ervaren. Studeren, lezen, luisteren, maken, ontdekken, ontmoeten, inspireren.

Four spaces
Jens Thorhauge presenteerde in zijn lezing een model dat door iedereen gebruikt kan worden die na moet denken over de rol van een openbare bibliotheek in onze hectische 21e eeuw. Kern van zijn verhaal is dat een openbare bibliotheek actief moet zijn in vier ruimtes, spaces. Fysiek maar vooral virtueel. In die ruimtes gebeuren ‘dingen’. En de bibliothecaris is degene die zorgt dat er in alle vier ruimtes ‘dingen’ ontstaan. Dat mensen uit de omgeving van de bibliotheek (leden, niet-leden, inwoners, burgers) ‘iets’ ervaren, opsteken, opnemen. Dit model is vooral ook belangrijk voor politici die na moeten denken over de (nieuwe) rol van ‘hun’ openbare bibliotheek. Waarom nog subsidies verstrekken als ‘de bieb’ toch geen rol meer heeft? Alles wordt of is digitaal! Sluiten maar!
Jens Thorhauge weet samen met veel andere collega’s dat een openbare bibliotheek juist in deze digitale wereld nog meer dan vroeger bestaansrecht heeft. Alleen transformeert ‘de bieb’ van een plek waar je boeken haalt en terugbrengt naar een omgeving waar je als mens graag verblijft. Om uiteenlopende redenen. De bieb is feitelijk nu al een plek in de samenleving waar iedereen zomaar kan binnenlopen. Je hoeft geen lid te zijn. Niets te consumeren. Mag er urenlang verblijven. Je kunt er andere mensen ontmoeten. Lezen, ‘hangen’, deelnemen aan een cursus of lezing, werken. Oh ja, en je kunt er ook nog materialen lenen. Het model van Jens Thorhauge (en anderen) maakt duidelijk dat deze plek bijdraagt aan belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en trends. De kern daarvan is dat in de 21e eeuw iedereen zich doorlopend zal moeten blijven aanpassen aan sterk veranderende omstandigheden. ‘De baan voor het leven’ bestaat niet meer. Ieder zal zichzelf moeten blijven ontwikkelen. Dat kan alleen, maar mensen zijn sociale dieren en doen dat liever in groepsverband. Dat kan uiteraard in traditionele ‘school’-omgevingen, maar ook ergens anders. De bibliotheek (maar beter: de bibliohecaris) van de toekomst speelt daarin een belangrijke rol. Brengt mensen om uiteenlopende redenen samen en stimuleert dat zij zich ontwikkelen. Tijd voor het model (in het Engels).
Vier doelen
De openbare bibliotheek draagt door haar werkzaamheden bij aan:
Experience (ervaring)
Empowement (sterker worden) (je zou het ook versterking van veerkracht kunnen noemen)
Involvement (betrokkenheid)
Innovation (vernieuwing)
Het gaat natuurlijk om burgers die kennis nemen van nieuwe ‘dingen’, daardoor sterker worden (beter in staat zijn om te gaan met de onzekerheden die in onze eeuw doorlopend om ons heen zullen zijn) (of: meer veerkracht hebben om te kunnen reageren op veranderende omstandigheden), daardoor meer betrokken zijn bij hun omgeving én (ultiem doel) in staat zijn nieuwe ‘dingen’ tot stand te brengen (noem het gemakshalve dat ze innovatief zijn of worden).
Maar hoe doe je dat?
Realiseer als bibliotheek vier ‘spaces’:
Learning space
Hier komen mensen redelijk traditioneel samen om ‘iets’ te leren (ontdekken). Meestal onder leiding van een leraar, cursusleider, deskundige, KennisMaker of bibliothecaris.
Meeting space
Zie hier de bibliotheek als plek waar mensen elkaar ongedwongen kunnen ontmoeten. Het hoeft niet. Mensen kunnen nog steeds gewoon op zichzelf blijven, maar altijd blijft de mogelijkheid bestaan dat je zomaar in gesprek raakt met een ander (mens). Of tegen iets aanloopt dat je niet zocht. Serendipiteit. Je oog valt op een tentoonstelling. Je sluit je aan bij een rondleiding. Drinkt met een buurman die toevallig binnenloopt een kopje (lekkere!) koffie.

Performative space
Dit is een ruimte die de komende jaren nog meer uitgebouwd moet worden. Binnen de bibliotheek kun je gebruik maken van de meest uiteenlopende ‘apparaten en deskundigen. Deels om kennis te maken met die (nieuwe) methoden en apparaten, maar vooral ook om zelf iets tot stand te brengen. Het zijn ‘apparaten’ en deskundigen die een ‘gewone’ burger niet dagelijks nodig heeft. Maar incidenteel kan een burger uit het werkgebeid er gebruik van maken.
Inspiration space
Dit is de ruimte waar mensen geïnspireerd (kunnen) worden door … Tja, door de meest uiteenlopende zaken. Enerzijds door zaken die de bibliothecarissen naar voren halen. Iets wat ze altijd al gedaan hebben; alleen zullen ze komende jaren nog meer gebruik maken van de expertise van mensen die voor presenteren hebben doorgeleerd. Aan de andere kant kunnen mensen die binnenlopen kennis nemen van ‘producten’ en ‘diensten’ van burgers, die zij hier naar voren mogen brengen. De bibliothecaris heeft als belangrijke rol om in deze space doorlopend onderwerpen naar voren te halen. Divers, verrassend, mooi neergezet.

Vier werkwoorden
In het model zitten vier werkwoorden. De openbare bibliotheek draagt er aan bij dat mensen uit haar werkgebied kunnen:
Explore (ontdekken)
Participate (deelnemen)
Create (creëren)
Excite (verrassen, prikkelen)
Kort samengevat
In de ogen van Jens Thorhauge is de openbare bibliotheek een plek in een gemeenschap waar burgers naar toe gaan om veel meer te doen dan een boek te lenen, een tijdschrift te lezen of een kopietje te maken. Nee, ‘de bieb’ is in in zijn (en onze) ogen een plek waar de gemeenschap samen komt. Om de meest uiteenlopende ‘dingen’ te doen. Waarom? Om er als burger (en daardoor de samenleving) beter van te worden. Op een bepaalde manier komt het oude verheffingsideaal via een omweg weer terug. Lang was het not done om daar de nadruk op te leggen. Elke burger was in die visie een individu die (goed) wist wat goed voor hem of haar was. En de bieb hoefde alleen maar de behoefte van die klant (of consument) te bevredigen en dan was je als bibliotheek (bibliothecaris) klaar. Sterker: had je goed werk verricht. In die wereld (en tijd) ging het om het aantal uitleningen en leden. Nu – in onze onzekere en sterk veranderende 21e eeuw – wordt een ander beroep op de bieb gedaan. Zorg dat je burgers meeneemt in die onzekere wereld. Verleid ze zichzelf te ontwikkelen, kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen. Daag ze uit om ‘iets’ op te steken. Probeer burgers die (al) over bepaalde kennis beschikken over te halen die vaardigheden en inzichten over te dragen naar andere (bereidwillige) medeburgers. De bibliothecaris van de 21e eeuw heeft als belangrijkste taak dit zéér brede proces en veld te begeleiden. Hoe? Door zichzelf steeds te realiseren wat zijn rollen daarin zijn.

Vijf (nee: zeven) rollen voor de bibliothecaris van de 21e eeuw
Enkele jaren geleden publiceerde een Amerikaans entrepreneur een manifest. Waarin hij zijn frustraties over ons huidig onderwijsmodel van zich afschreef. In Stop stealing dreams (what are schools for?) probeert hij duidelijk te maken dat de meeste scholen nog steeds kinderen klaarstomen voor banen van de 20e eeuw. Hij weet dat de meeste kinderen niet meer zoals vroeger (in de 20e eeuw) slechts één baan en baas zullen hebben. Integendeel. In de 21e eeuw is er slechts één zekerheid: dat alles doorlopend en snel en (vaak) radicaal zal blijven veranderen.
Klik hier voor een artikel over onze 21e eeuw en de houding die je daarin zou kunnen aannemen (Zijn dit dé waarden voor de 21e eeuw?). Pas daarom het schoolmodel drastisch aan. Bereid kinderen voor op die onzekere wereld.
Opmerkelijk is dat deze niet-bibliothecaris meerdere keren in dit vlot geschreven werk aandacht vraagt voor lezen én schrijven. Die waren én blijven van eminent belang.
Maar nog opmerkelijker is dat de langste paragraaf van deze Seth Godin over bibliotheken gaat: The future of the library (paragraaf 123). Daarin doet hij de – misschien voor velen verrassende – uitspraak dat bibliothecarissen die zich druk maken over het al dan niet uitlenen van e-books zich vergissen. Daar gaat het – wat hem betreft – helemaal niet om. Nee:
Librarians who are arguing and lobbying for clever e-book lending solutions are completely missing the point. They are defending the library-as-warehouse concept,
Wat is een bibliothecaris in zijn ogen? The librarian isn’t a clerk who happens to work at a library. A librarian is a data hound, a guide, a sherpa, and a teacher. The librarian is the interface between reams of data and the untrained but motivated user.
En vervolgens noemt hij vijf rollen. De bibliothecaris is een producer (die ‘iets’ tot stand laat komen; er van tevoren over nadenkt), een impresario (die af en toe anderen ‘invliegt’, een tentoonstelling binnenhaalt), een leraar (teacher) (die af en toe ‘iets’ uitlegt, een cursus geeft, mensen rondleidt, instrueert), een conciërge (die incidenteel niet te beroerd is koffie te schenken of een beamer aan te sluiten), maar bovenal is een bibliothecaris een verbinder (connector).
Het volledige citaat is als volgt: Librarians who are arguing and lobbying for clever e-book lending solutions are completely missing the point. They are defending the library-as-warehouse concept, as opposed to fighting for the future, which is librarian as producer, concierge, connector, teacher, and impresario.
Op zich zijn deze vijf rollen voldoende om aan te geven hoe een bibliothecaris in het leven zou moeten staan. Waar hij en vaker zij mee bezig zou moeten zijn. Feitelijk zijn het oude rollen, alleen is steeds duidelijker geworden dat een (goede) bibliothecaris een verbinder is. En dat oude werkzaamheden (als collectioneren, uitlenen, innemen, inschrijven) ietwat naar de achtergrond verdwijnen en andere (oude) werkzaamheden (als adviseren, instrueren, rondleiden, uitleggen) steeds belangrijker worden.
Tóch kunnen en moeten aan deze vijf rollen twee andere worden toegevoegd. Belangrijk, omdat die twee aangeven dat het beroep van bibliothecaris niet ‘zomaar’ een beroep is. Een bibliothecaris (‘nieuwe stijl’) moet zich nadrukkelijk binnen een gemeenschap manifesteren. Zelfbewust, extravert. Elke bibliothecaris die zich op de hierboven beschreven manier profileert moet weten dat hij of zij door dit te doen ook een deelnemer (participant) en student is. Je neemt (vaak) deel aan een groep én steekt er (bijna altijd) ‘iets’ van op. Je leert. Wordt rijker. Verrijkt. Je inspireert en wordt geïnspireerd. Daar is niets mis mee. Maar daardoor ben je als bibliothecaris in de 21e eeuw niet langer een objectief, onpartijdig, volstrekt neutraal persoon die aan de zijlijn (klaar)staat voor de anderen.

Voorbeeld: Birmingham
Het IFLA-congres werd natuurlijk niet zomaar in Birmingham gehouden. Daar staat sinds september 2013 de grootste openbare bibliotheek van Europa. Groter als bijvoorbeeld de OBA in Amsterdam. Groter, duurder, mooier. Maar evenals in andere recent gebouwde bibliotheken in Amsterdam, Almere, Gouda, Amersfoort en Arnhem is voor iedereen die zomaar even binnenloopt binnen enkele minuten duidelijk dat dit soort bibliotheken LEVEN. Wanneer je ook binnenstapt: er zijn altijd bezoekers. Verspreid over alle etages. Lopen, staan, zitten. Bezig. Praten. Studeren. Overleggen. Voorbereiden. Slapen (ja, dat ook!). Er wordt kortom geleefd. Honderden mensen. In Birmingham waren op dinsdag en woensdag (tijdens het congres) vaak enkele duizenden mensen aanwezig. Alleen. Of in groepjes. Verspreid over negen etages. En overal zijn grotere en kleinere ruimtes waar ‘van alles’ kan én zal gebeuren. Indachtig de four spaces van Jens Thorhauge. Daar bovenop komt dat dit gebouw een pand is waar de meeste ‘Brummies’ (kooswoord voor mensen uit Birmingham) zeer trots op zijn (of zullen worden). Het ligt prominent in het centrum (Broad street). Is zeven dagen in de week open. Bevat meerdere plekken voor koffie, thee en een kleine versnapering. Maar – zoals gezegd – consumptie niet verplicht! In het pand zit een ticket service. Heel veel studieplekken. Wifi is ofcourse gratis. Gelukkig is er gekozen voor een ‘ratjetoe’ aan soorten meubels. En is niet alles ‘design’. Elke bezoeker wordt geïmponeerd door de centrale (hoge) entreehal met daarin prominent de roltrappen. De buitenzijde mag er ook zijn. Het framework van de buitenzijde komt terug in het pr-materiaal. Er is kortom veel te ontdekken en trots op te worden. Oh ja, en twee (!) grote daktuinen van waaraf je een mooi uitzicht over de stad hebt. Deze bibliotheek is een perfect voorbeeld voor andere steden.
Klik hier voor een ander artikel (Welbevinden – Het regelmatig bezoeken van de bibliotheek verhoogt het geluk meer dan een salarisverhoging van €1.666.).
Opmerkelijk is wel dat in deze bibliotheek nog steeds zeer nadrukkelijk heel veel boekenkasten staan, met (hoe opmerkelijk) relatief oude boeken die waarschijnlijk weinig meer uitgeleend zullen worden. Je waant je constant in een échte bieb. “Gooi niet alles weg in onze digital age!” Er heerst ondanks de drukte een studieuze sfeer: geen geroep, gehol, gejacht. Nee, er heerst een mooie ‘bieb-sfeer’. De directeur van deze prachtige bibliotheek – Brian Gambles – sprak uiteraard als eerste het congres toe. Hij vergat te vermelden dat de architecte een Nederlandse was: Francine Houben.

Nieuwbouw in Oss?
In Oss wordt sinds enige tijd gesproken over de verplaatsing van de bestaande centrale bibliotheek naar het centrum. Een lastig verhaal in deze tijden van financiële krapte. Aan de andere kant. Tijdens het congres in Birmingham werd (voor zover we dat al niet wisten) duidelijk dat we in onze regio (Noord Oost Brabant) ‘best aardig’ bezig zijn. Het model van Jens Thorhauge was weliswaar nieuw voor mij, maar feitelijk zijn we hier al jaren mee bezig. En neemt de schaal alleen maar toe. Alleen lopen we wel (in Oss) steeds nadrukkelijker tegen de grenzen van dit oude pand (1968/1983/1997) aan. Té weinig ruimte voor ontmoeting en bezoekers attent maken op interessante ‘dingen’.
Verder zijn de toiletten een ramp en lekt het steeds vaker. Ook is het niet langer van deze tijd om alleen een koffieautomaat te hebben. Tijd kortom voor ‘iets’ anders. Een pand waar de gemiddelde Ossenaar trots op kan zijn (of worden). Een pand dat midden in de binnenstad zit. Zeven dagen per week geopend. Waar de meest uiteenlopende activiteiten worden georganiseerd. Een bibliotheek waarin andere instellingen, organisaties en bedrijven een plek vinden. Uiteraard verwante sectoren. Ook een gebouw dat een aanzuigende werking voor de ietwat zieltogende middenstand kan en zal hebben. Een icoon voor de stad.
Ons praatje
Marina sprak over twee experimenten van de afgelopen jaren: de Lezers van Stavast en Wijsheid in crisistijd. Ik mocht als laatste spreker op woensdag de collega’s bijpraten over de vijf + plus twee rollen en vertellen hoe een bibliothecaris in het leven zou moeten staan. Feitelijk is dat een verhaal voor iedereen die in de 21e eeuw leeft en weet dat de times (de 20e eeuw) have changed.
Klik hier voor een artikel waarin ik een prentenboek (voor volwassenen) als het ware navertel (Een prentenboek voor volwassenen). Een prentenboek waarin de eerder genoemde Seth Godin een ander boek van hem (The Icarus deception : how high will you fly?) terugbrengt tot de kern.

De kracht van verhalen
Op dinsdag 30 september organiseren de Noord Oost Brabantse Bibliotheken voor Nederlandse bibliothecarissen een congres in Oss. Klik hier voor meer informatie.
Dit congres sluit op een bepaalde manier aan bij alles wat hiervoor is beweerd (en dat is veel). Bibliothecarissen zijn in de praktijk mensen die ‘verhalen vertellen’. Bibliothecarissen proberen te volgen wat zich in de samenleving afspeelt. Bespeuren op zeker moment een bepaalde trend of ontwikkeling en besluiten er ‘iets’ mee te gaan doen. Een literatuurlijst maken, tentoonstelling samenstellen, een cursus of workshop voorbereiden, een lezing plannen, een rondleiding, een quiz, debat … Alleen. Maar vaker samen met anderen. Organisaties, instellingen en/of bedrijven. Ze zorgen ervoor dat er ‘iets gebeurd’. Dat onze burgers door onze inspanningen ‘iets’ ontdekken, dat ze deelnemen, wellicht creëren en daardoor zichzelf en anderen verrassen (prikkelen). Go, make something happen is het (levens)motto van Seth Godin. En dat past perfect bij ons.
Mensen maken verhalen / verhalen maken mensen
Het motto van de LoB (de Library of Birmingham) is trouwens, niet toevallig: Rewriting the book
Citaat 158 (zondag 17 augustus 2014)
Homepage Citaten 2014
Één reactie op “De bibliotheek – Rewriting the book”
[…] een grote Engelse stad waar heel veel nationaliteiten samenleven. Ik was er vijf jaar geleden voor een internationaal bibliotheekfestival in de door Francine Houben gebouwde […]