Categorieën
Citaten Maatschappij Muziek

Power and greed and corruptible seed seem to be all that there is

Op woensdag 1 februari 2017 hield ik op verzoek van het Poëzie Podium Oss in de Groene Engel een lezing over Bob Dylan. Een avond waarop eer betoond werd aan de eerste muzikant die de Nobelprijs voor literatuur kreeg toegekend.


Diezelfde avond traden verschillende anderen aan: dichters, muzikanten en zelfs een koor. Hieronder een poging de inhoud van dit praatje weer te geven. Klik hier voor de presentatie.
 
Twee motto’s
In het begin kon ik niet nalaten de bezoekers attent te maken op drie data, 30 januari 1933, 20 januari 2017 én 15 maart 2017 (*) én een beroemde foto. Gemaakt op 24 december 1968. Vanuit een Apollo-cabine die rond de maan cirkelde. Die foto is legendarisch geworden en wordt Earthrise genoemd.

Het begin
Op zondag 13 november 2016 zat ik tegen het vallen van de avond in een cafeetje in Loenen, Gelderland. Kapot na twee dagen wandelen. Met vier personen. Twee lange etappes van het zogenaamde Trekvogelpad. Twee keer vijfentwintig kilometer. Eetcafé ’t Ruifje in Loenen. Aan een bockbier.

Kon niet nalaten om even mijn mail te checken. Verhip: Beppie Lotterman, van het Poëzie Podium uit Oss.

Natuurlijk doe ik mee!
Ik wist binnen vijf minuten dat ik op haar verzoek zou ingaan. Ook al was ik het met de vooronderstelling van Oscar Jansen niet eens dat ik een groot fan zou zijn. En ik had zeker geen lezing over Bob Dylan gegeven.

Fan zijn van iemand is in mijn ogen het domste wat een mens kan doen. Niemand is perfect en iemand blindelings volgen, zit niet in mijn aard. Ik denk echter wel dat ik meer dan de gemiddelde Nederlander het werk van Bob Dylan ken. En had daar in het verleden ook wel eens ’iets’ mee gedaan. Ik vermoed dat Oscar dat bedoelde.

Anyway. Ik besloot in Loenen om mee te doen en wist ook al meteen waarover ik iets zou willen vertellen én wie me daarbij zou moeten gaan helpen. Van dat plan is bijna alles gelukt. Een live optreden van het eerste Dylan-liedje is niet gelukt. Komt misschien later nog eens van pas; op een andere Dylan-avond.


Dinsdag 8 november en donderdag 13 oktober 2016
Het verzoek voor deze lezing kwam vijf dagen na de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Een uitslag die nadreunde. En waar ik in Loenen zeker onbewust – als veel anderen – nog mee in mijn maag zat.

Hoe anders was de sfeer op donderdag 13 oktober. Ik was die dag rond de middag in het restaurant van het Van Abbe museum in Eindhoven. Een redelijk saaie studiemiddag over digitale ontwikkelingen in de (bibliotheek)branche. Op zeker moment riep iemand uit dat Bob Dylan de Nobelprijs voor literatuur had gewonnen.

Shit, ik was helemaal vergeten dat die dag de Nobelprijs bekendgemaakt zou worden. Meestal ben ik daar wel alert op. Op de eerste of tweede donderdag in oktober. Te maar daar ik in het verleden in de Bibliotheek Oss een lezing had georganiseerd met de lange titel: De dag waarop Bob Dylan de Nobelprijs voor literatuur alweer niet kreeg. Een van de grootste popjournalisten van Nederland (Bert van de Kamp) én een échte Dylankenner  hield die lezing. Al in 2008, op 9 oktober. Toen al werd er gesproken over de mogelijkheid dat hij die prijs ooit zou krijgen.

Tjokvol Dylan
Sinds die 13e oktober was ik natuurlijk weer Dylan gaan draaien.  En alhoewel ik geen kenner ben, maakt hij wel al veertig jaar deel uit van mijn (luister)leven.

Mijn leven met Dylan begon zo rond mijn twintigste, toen ik 1974 een verzamelelpee kocht: The greatest hits of Bob Dylan. Een een jaar later zijn Desire; met Emmylou Harris en die vrouwelijke violiste. Kort daarna volgde Before the flood, een live dubbelelpee met The Band.

Pas na de komst van de cd (zo rond 1983) ging ik zijn oudere werk kopen en beluisteren. Een belangrijke aankoop was Biograph, een 3-dubbele verzamelcd met veel outtakes. Iets waar hij later mee doorging, de legendarische Bootleg series.

Na mijn toezegging om op 1 februari 2017 een lezing te geven verdiepte dit Dylan-luisteravontuur zich natuurlijk. Bekeek nog eens die fameuze documentaire van Wim Wenders: No direction home. Herlas zijn Kronieken uit 2004. En draaide alle 36 cd’s van de toevallig net verschenen The 1966 live recordings.

Maar feitelijk had ik die stortvloed niet nodig. Ik wist immers al over welke twee nummers ik het tijdens mijn lezing zou gaan hebben. Toch waren met name het herlezen van zijn Kronieken en het herzien van No direction home zeer zinvol. Zeker geen opgave: Bob Dylan kan gewoon goed, onderhoudend schrijven.

Een terechte keuze?
Meteen nadat het nieuws bekend werd dat Bob Dylan de Nobelprijs voor literatuur had gekregen kwamen er de voorspelbare reactie van literatuurkenners én schrijvers dat het niet terecht was. Een muzikant, een singer-songwriter die dé belangrijkste literaire onderscheiding kreeg!! Liedjes. Rijmseltjes. Literair stelt het niets voor! Natuurlijk waren er andere schrijvers die het met die keuze juist wél eens waren.

Ik behoor tot dat kamp. Bob Dylan is hoe we het ook wenden of keren de man van wie de meeste mensen enkele regels in hun hoofd met zich meedragen. Hoe ouder, des te meer.

Niet alleen dat. Dylan is een van de meest gecoverde artiesten. Duizenden artiesten hebben nummers van hem opgenomen, uitgevoerd. Ik heb zo’n vermoeden dat in elk land ter wereld liedjes van hem zijn omarmd. Zeker is ook dat veel van zijn liedjes vertaald zijn. Vrij zoals in Nederland door Henkes en Bindervoet. Maar ook in het Pools, Frans, Brabants of het Fries.

Sommige Dylan-songs behoren inmiddels bijna tot het zogenaamde public domain. Liedjes waarvan mensen niet meer weten wie ze ooit heeft geschreven, gecomponeerd. Blowin’ in the wind is daarvan natuurlijk hét voorbeeld.

Misverstanden rondom Bob Dylan
De afgelopen maanden heb ik keer op keer gehoord dat ze Bob Dylan wel kennen, maar niet zo kunnen waarderen. En daarom afgehaakt zijn. Want, die stem! Niet om aan te horen. “Hij kan niet zingen!”

Tja, wat een bullshit. Je luistert niet naar Dylan vanwege zijn stem. Het gaat om zeggingskracht. De mix van muziek, stem en teksten. En vaak weet hij een snaar te raken. Vroeger, maar – nog zo’n misverstand – ook nu nog. Sterker.

Zijn laatste twee platen (Shadows in the night en Fallen angels) zijn binnen zijn oeuvre geen topplaten maar zeer de moeite waard. En – nog belangrijker – kunnen een aanleiding zijn om op zoek te gaan naar de originele nummers (en die zijn niet van Frank Sinatra!). Gaat er een wereld open.

Dylan is – nog zo’n feit dat velen niet weten – een gids. Die in zijn oeuvre keer op keer verwijst, terugvalt op oudere artiesten. Lang vergeten songs. Al dan niet uit het publieke domein.

Dylan is verder een raadsel. Geworden. Is wars van mensen die hem als een leider of vertegenwoordiger van een ideaal willen zien. Hij schrijft liedjes. Noemt zich een song and dance man. Een entertainer. Op een never ending tour. Hij laat zich zelden interviewen en spreekt zich zeker niet uit over de staat van de wereld. Het is een artiest die velen intrigeert. Er zijn – vermoed ik – duizenden boeken over hem verschenen.
 
Spons en onderstroom
Bob Dylan komt op mij over als een man die zijn hele leven actief bezig is om informatie te verzamelen. Over de meest uiteenlopende zaken. In Kronieken kun je hem als jongeman volgen. Die in 1961 zijn woonplaats verlaat en in de winter in New York aankomt. Continue bezig om optredens in kleine cafeetjes te versieren én slapen bij wildvreemde mensen. Die hem – een bum – onderdak willen verschaffen. Om een beeld te krijgen van die tijd zou je de speelfilm Inside Llewyn Davis kunnen bekijken. Losjes geïnspireerd op zo’n landloper/muzikant in het begin van de jaren zestig in New York.

De jonge Dylan komt in New York op interessante plekken terecht. In contact met mensen met een brede culturele belangstelling. Huizen vol boeken en (obscure) platen. Die hij gretig tot zich neemt. Ik vermoed dat hij daar de rest van zijn leven mee is doorgegaan. En een prima beeld heeft hoe de wereld in elkaar zit, werkt.En daarvan geeft hij in zijn werk iets terug. Maar geen boodschappen, preken. Nee, verhuld. Niet prekerig. Grote Kunst.

Zo rond 1965/1966 was hij het spuugzat dat ‘de wereld’ hem wel als het geweten van zijn generatie beschouwde. Dat wilde hij niet. Was hij niet. Deed van alles om daaraan te ontsnappen. En dat lukte. Zelfs zo sterk dat het velen is ontgaan dat hij jaren later af en toe liedjes maakt die zeker niet onderdoen voor liedjes als The times they are a-changin’A hard rain’s a-gonna fallHurricane of The lonesome death of Hattie Carroll.

Bob Dylan voelt als kunstenaar in mijn ogen de onderstroom aan. Ziet ontwikkelingen die de meesten niet zien. Voorziet zaken die pas jaren later werkelijkheid worden. Hij weet natuurlijk ook niet precies wat er zal gaan gebeuren, maar heeft wel een vermoeden dat als een bepaalde trend doorzet er iets vervelends uit voort zou kunnen komen.

Links de 'bum' Llewyn Davis

Eén citaat, zes zinnen
In zijn Kronieken (uit 2004) volgen we hem in het eerste hoofdstuk in de winter van 1961. Als aankomend muzikant op zoek naar optredens. Verblijft bij oudere mannen met een brede smaak en dito collectie. Die hij gretig opsnuift.

Er waren ook veel esoterische folkplaten, allemaal platen die ik wilde horen. Folianten met alle denkbare uitgestorven liedsoorten: zeemansliederen, liedjes uit de Burgeroorlog, cowboyliedjes, klaagzangen, kerkliederen, anti-Jim Crowliedjes, vakbondsliederen – archaïsche folkloreboeken …
 
() Voor de krankzinnig gecompliceerde moderne wereld had ik weinig interesses. Die was van geen belang, legde geen gewicht in de schaal. Ik werd er niet door gegrepen.
Wat voor mij swingde en actueel en up-to-date was, dat waren dingen als de ondergang van de Titanic, de overstroming van GalvestonJohn Henry die het staal de grond in dreef, John Hardy die iemand neerschoot op de Virginia-lijn. dat was allemaal tijdloos, en het was allemaal nog te horen en openbaar. Dat was het nieuws dat me interesseerde, dat ik volgde en dat ik in de gaten hield. (pagina 25-26)

Maybelle, A.P. & Sara Carter
Maybelle, A.P. & Sara Carter

Hij verwijst naar klassieke liedjes, historische gebeurtenissen en dat het gedoe van vandaag de dag hem niet echt interesseert. Grappig is dat hij al in 1961 vooruit wijst naar een lied-je dat hij pas in 2008 opneemt. Een lange song over het zinken van de Titanic (Tempest op de gelijknamige cd). Een song die hij dezelfde universele meerwaarde geeft als de twee liedjes die ik tijdens de lezing naar voren wil brengen.

In een traditie staan
Bob Dylan staat in een traditie. Hij zal de eerste zijn om dat toe te geven. En maakt – mijn woorden – deel uit van die traditie. Heeft die op zijn manier bijgestuurd, voortgezet. In Kronieken heeft hij het continue over artiesten die hem gevormd hebben. Bekende namen, maar ook veel artiesten die de gemiddelde Nederlander niet veel zullen zeggen.

Ik noem enkele grote namen, in chronologische volgorde. Het is mijn opsomming, niet die van Bob Dylan:

Stephen Foster (1826-1864)
The Carter family (vader A.P., zijn vrouw Sara en schoonzus Maybelle)
Jimmie Rodgers (1897-1933)
Woody Guthrie (1912-1967)
Hank Williams (1923-1953)
Bob Dylan (1941-)
Townes Van Zandt (1944-1997)
Gillian Welch (1967- ) (met Dave Rawlings)

Stephen Foster
Stephen Foster

Stephen Foster
Iedereen die ‘de muziek’ een beetje volgt zal de meeste namen (her)kennen. Alleen vermoed ik dat Stephen Foster niet zo bekend is. Ten onrechte. Hij is in mijn ogen de eerste Amerikaanse componist die verantwoordelijk is voor songs die ‘iedereen’ kent, maar waarvan bijna niemand weet dat hij ze heeft geschreven.

Luister eens naar American dreamer : songs of Stephen Foster, waarop de klassieke bariton Thomas Hampson met een klein combo zijn grootste ‘hits’ opnieuw tot leven brengt.

Hard times (come again no more) – Stephen Foster
Let us pause in life’s pleasures and count its many tears
While we all sup sorrow with the poor
There’s a song that will linger forever in our ears
Oh, hard times, come again no more.

(Hard times, Door Dylan opgenomen op de cd World gone wrong

Uiteraard valt er te twisten over de namen ná Bob Dylan. De afgelopen veertig jaren zijn er tientallen nieuwe Bob Dylans aangekondigd. Ik neig naar Townes en Gillian. Waarom? Omdat ze volstrekt hun eigen gang gingen/gaan, over de gave van woord en melodie beschikken en prachtige liedjes hebben gemaakt/maken.

Een andere manier om achter het graasgedrag van Bob Dylan te komen is luisteren naar zijn Radio Theme Time Hour-opnames. Tussen 2004 en 2007 nam hij voor een Amerikaans radiostation honderd radioprogramma’s op. In elke aflevering stond een thema centraal en daarvan getuigen de liedjes. Een zeer brede smaak. Blues, country, folk, pop, rock, soul, rap, hiphop. Dode en levende artiesten.

Verder nam hij in 1992 en 1993 twee rootsplaten op. Good as I been to you en World gone wrong bevatten louter covers. Vooral public domain songs.

Op World gone wrong staat ook een cover van een liedje van Blind Willie McTell: Broke down engine. Een song over een kapotte stoomlocomotief. Een treinliedje. Dat liedje – Broke down engine – had ook kunnen staan op een van de mooiste rootsplaten van 2016: Shine a light : field recordings from the great American railroad van Billy Bragg en Joe Henry. Die op die plaat dertien liedjes uitvoeren die een link hebben met Amerikaanse treinen. En die liedjes namen ze op dertien verschillende stations in the States op.

Een voorbeeld: St. James infirmary
Ik wist in Loenen meteen dat ik twee liedjes naar voren wilde brengen. In de periode daarna toe kwam ik op het idee om een voorbeeld van zo’n klassiek liedje in mijn verhaal mee te nemen, St. James infirmary. Waarvan niet bekend is wie het ooit heeft geschreven. Ga je googlen dan ontdek je dat er al in de 15e eeuw een liedje was dat daarmee iets te maken had. Er zijn kortom veel versies van dit liedje te vinden.

Ik kies echter bewust voor de versie die Bobby ‘Blue’ Bland in 1961 voor zijn klassieke plaat (echt waar! Een klassieke canonplaat) Two steps from the blues opnam. Bobby Bland kun je labelen als bluesartiest, maar evenzo als een soulman. Het zit er tussenin zal ik maar zeggen. Zeker is dat hij een – ongelogen –majestueuze stem heeft. Door sommigen kenners wordt hij de zwarte Sinatra genoemd.

Ik liet dit liedje in de Groene Engel horen om te laten zien waar Bob Dylan ondermeer door wordt geïnspireerd en door het feit dat hij een deel van de titel meeneemt in een van de twee Dylan-songs waar ik mijn verhaal als het ware aan ophang.

Lyrics St. James infirmary
I went down to St. James Infirmary
Then I heard my baby groan
Said I felt lonesome, broken-hearted
And she used to be mine, lord, well, my very own

I tried so hard to keep from crying
Then my heart felt just like lead
She was all that I had to live for
Whoa, I just wish it were me, my lord

Now she’s gone, she’s gone and may God bless her
Wherever, oh lord, she may be crying, lord
She have searched this wide world all over
No, but she never found a man, well, fine like me
She’s gone, oh lord
Well, she’s gone, baby
Lord, yeah, yeah

Zijn christelijke jaren
Voordat ik aan Blind Willie McTell, het eerste liedje, toekom eerst iets over zijn christelijke periode. Waarin hij drie platen uitbracht die veel fans niet pruim(d)en: Slow train coming (1979), Saved (1980) en Shot of love (1981). Liedjes over geloof, god. Bijna iedereen gaf wel al meteen in 1981 toe dat op die derde geloof-plaat een klassieker-in-de-dop stond: Every grain of sand. Een moderne gospelsong.

Twee jaar later verscheen weer een ‘normale’ Dylanplaat: Infidels (betekent: Ongelovigen). Waarop hij samenwerkte met o.a. Mark Knopfler van de Dire straits. Hij lijkt ‘genezen’ van zijn dwepen met het christelijk geloof.


The Bootleg series
Zelfs vierendertig jaar later is het nog steeds volstrekt niet te vatten dat Dylan besloot het liedje Blind Willie McTell niet op te nemen op Infidels. Pas acht jaar later verscheen het op de eerste Bootleg series-plaat. Die voor het gemak door het leven gaat als vol. 1-3.

Daarna verschenen er nog negen andere cd’s in die serie. Op de achtste uit de reeks (Tell tale signs) staat het tweede lied-je.

Blind Willie McTell

Blind Willie McTell
Blind Willie McTell heeft natuurlijk geleefd, bestaan. Was een halfblinde zanger die Bob Dylan in zijn liedje neerzet als een grootheid. Die in zijn tijd, zijn era de wereld bezong, doorgrondde, begreep: nobody can sing the blues like Blind Willie McTell. Hij leefde in de eerste helft van de twintigste eeuw (1898-1959).

Maar die song gaat eigenlijk helemaal niet over hem. Meer over de wereld waarin hij als zwarte man moest leven. En over de wereld waarin we nog steeds leven. En dat die helemaal niet zo veel afwijkt van toen. Een tijd waarin negers minderwaardig waren. Er op papier gelijkheid en recht bestond, maar dat de praktijk voor veel arme sloebers heel anders was/is.

Dylan verstaat in mijn ogen als geen ander de kunst om met enkele woorden te refereren aan bepaalde oerbeelden, die in ons collectief geheugen zitten opgesloten. Hints naar passages uit de bijbel. Woorden die je als het ware uittillen boven het dagelijks gedoe.

De kern van dit ruim vijf minuten durende liedje zit in het vijfde en laatste couplet, waarin hij ons (in 1983 én 2017) voorhoudt in wat voor wereld we leven. En dat is geen prettig beeld. Integendeel.

Hij houdt ons een spiegel voor. De vervelende zaken die in onze wereld (nog steeds) aanwezig zijn liggen niet alleen aan degenen die boven ons staan. Integendeel: we zijn allemaal op de een of andere manier ‘schuldig’. Blind Wllie McTell zag het in zijn tijd, schreef en zong erover.

Iedereen die vandaag de dag uit het raam kijkt kan het ook zien. De kunst is natuurlijk om er dan ook iets mee te (gaan) doen. Een liedje schrijven zal niet lukken, want nobody can sing the blues like Blind Willie McTell, maar je kunt er wellicht op een andere manier iets aan of tegen gaan doen.

Lyrics Blind Willie McTell
Seen the arrow on the doorpost
Saying, “This land is condemned
All the way from New Orleans
To Jerusalem.”
I traveled through East Texas
Where many martyrs fell
And I know no one can sing the blues
Like Blind Willie McTell

Well, I heard the hoot owl singing
As they were taking down the tents
The stars above the barren trees
Were his only audience
Them charcoal gypsy maidens
Can strut their feathers well
But nobody can sing the blues
Like Blind Willie McTell

See them big plantations burning
Hear the cracking of the whips
Smell that sweet magnolia blooming
(And) see the ghosts of slavery ships
I can hear them tribes a-moaning
(I can) hear the undertaker’s bell
(Yeah), nobody can sing the blues
Like Blind Willie McTell

There’s a woman by the river
With some fine young handsome man
He’s dressed up like a squire
Bootlegged whiskey in his hand
There’s a chain gang on the highway
I can hear them rebels yell
And I know no one can sing the blues
Like Blind Willie McTell

Well, God is in heaven
And we all want what’s his
But power and greed and corruptible seed
Seem to be all that there is
I’m gazing out the window
Of the St. James Hotel
And I know no one can sing the blues
Like Blind Willie McTell

Een raadsel
Het is – nogmaals – nog steeds een groot raadsel waarom Dylan dit liedje heeft laten liggen. Het is een piano-gitaar ballad. Vijf coupletten met aan het eind die steeds terugkerende regel dat ‘nobody can sing the blues like Blind Willie McTell’.  Mark Knopfler speelt gitaar, Bob Dylan speelt piano en zingt. Hoe eenvoudig kan het zijn. Luister en huiver.

Dylan zag door 'het raam' niet de Mercator Sapiens (de wijze koopman) maar het tegendeel
Caspar Barlaeus, (de) mercator sapiens (?)

Wat zag Bob Dylan door dat raam?
In het laatste couplet zingt Dylan: I’m gazing out the window of the St. James hotel. Hij maakt van het gesticht of gekkenhuis een hotel. En kijkt spreekwoordelijk naar buiten. En wat ziet hij? In 1983?

Allereerst constateert hij dat God dood is; voor de meeste mensen (inclusief Bob zelf) geen betekenis meer heeft. Dat God in ons doen en laten geen leidsman meer is. Verder constateert hij niet alleen dat (dat God dood is) maar dat we allemaal eigenlijk in het diepst van ons hart allemaal God willen zijn. Alles willen hebben wat we begeren. En impliciet zegt hij dat we feitelijk in het westen in een redelijk infantiele (consumptie-)samenleving leven. Daarna volgen de cruciale regels dat hij om zich alleen macht, hebzucht en corruptie ziet en dat dit verraderlijk zaad overal in doordringt.

Die zinnen lijken sterk op de woorden van Geert Mak, ruim twintig jaar later, dat ‘de vis gaat rotten bij de kop’. Hij deed die uitspraak tijdens een toespraak voor de Raiffeisenbank. Journalist/historicus Mak zag in 2004 – toen ook hij uit zijn raam keek – dat overal mensen aan de top bezig zijn het voor zichzelf en hun naasten goed te regelen. Ten koste van de aan hen toevertrouwden.

Geert Mak vermoedde dat dit gedrag navolging zou krijgen. En vond dat geen goede zaak. Die houding zal als een gif alles en iedereen negatief besmetten. De noodzakelijke verandering moet – in deze gedachtengang derhalve ook – van bovenaf komen. Hij had er in 2004 weinig vertrouwen in. Terecht.

Dylan zag dat al in 1983. Zeer opmerkelijk. Dat was enkele jaren nadat in Engeland Margaret Thatcher (1979-1990) en in de Verenigde Staten Ronald Reagan (1981-1989) aan de macht waren gekomen.

Achteraf wordt dat door velen beschouwd als het begin van een ander paradigma, een andere manier om naar de wereld te kijken. Neoliberalisme is het woord dat daarvoor de laatste jaren wordt gebezigd. Een tijd waarin velen een heilig geloof in ‘de markt’ hadden/hebben en actief bezig zijn om de macht van ‘de overheid’ zo klein mogelijk te maken. De markt regelt hét immers, en de in de weg lopende publieke sector en macht moet zo klein mogelijk gemaakt worden. Dylan voorzag de negatieve gevolgen daarvan al in 1983.

Dylan voorzag natuurlijk in 1983 geen Donald Trump of Geert Wilders. Hij wist wel dat de weg die toen werd ingeslagen onherroepelijk moest en zou leiden tot een tijd waarin power and greed and corruptible seed zouden overwinnen. En dat dit niet goed uit zou pakken voor degenen waarover Blind Willie McTell schreef, de kleine man, met een confectiepakje an.

Precies dat is nu gaande. En alle retoriek – dat ‘zij’ opkomen voor ‘het volk’ en de kleine man, tegen de elite – kan niet verhullen dat we hard op weg zijn de jaren dertig op een andere manier na te doen.

Hij voorzag in 1983 natuurlijk ook niet dat ons economisch systeem in 2017 op punt van imploderen zou staan. De ongelijkheid erg groot zou worden, dat we omringd zouden zijn met bedrijven die niets doen wat volgens de wet is verboden, maar waar wel grote (morele) vraagtekens bij gezet kunnen worden. Dat we hard bezig zijn de welvaartsstaat af te breken. Hij wist natuurlijk ook niet dat de manier waarop we vaak redelijk infantiele producten en diensten consumeren na 1983 in een nog sneller tempo zou doorgaan. Zodanig dat we in 2017 gedwongen worden aan de noodrem te gaan trekken. Redden wat er te redden valt.

5 mei
Het toeval wil dat Blind Willie McTell op 5 mei 1983 is opgenomen. Bevrijdingsdag. De dag waarop we vieren dat we bevrijd werden van een verderfelijk systeem. Ik vermoed dat we anno 2017 aan de bak moeten om te voorkomen dat we weer met zo’n soort systeem worden opgescheept. Langs democratische weg, net als toen. Vierentachtig jaar geleden kreeg op 30 januari 1933 Adolf Hitler zomaar de macht toegeworpen. Vrijdag 20 januari 2017 kan weer zo’n moment worden. Of woensdag 15 maart 2017 in ons eigen land.

Koen Haegens
Het toeval wil dat op donderdag 23 februari een relatief jonge journalist in de bibliotheek Oss spreekt over zijn in 2015 verschenen De grootste show op aarde : de mythe van de markteconomie. Koen Haegens. Schreef tot voor kort voor De Groene Amsterdammer; nu voor De Volkskrant. De hypotheek moet ook betaald kunnen worden. In dit boek doet hij een poging de mythe te ontkrachten dat er zoiets als een prima functionerende ‘markt’ bestaat. Deze lezing maakt deel uit van de Tegenlicht Meet Up Oss. Deze avond (#06) beginnen we met de vertoning van de Tegenlicht-aflevering Geldscheppers. Daarin doet een andere journalist – Maarten Schinkel, van de economieredactie van de NRC – een poging uit te leggen wat Quantative Easing precies is. Maandelijks schept Mario Draghi, de president van de Europese Centrale Bank, uit het niets 80 of 60 miljard euro. Die wordt ‘de economie’ ingepompt, maar komt vooral terecht bij grote bedrijven en banken. Bereikt amper de man of vrouw in de straat.

9/11
Het tweede Dylan-liedje heeft een link met nine-eleven. De dag waarop de Twin Towers werden vernietigd en een aanval werd gedaan op het Pentagon. Een frustrerende dag voor Amerika en de wereld.

Mediamagnaat Ted Turner vond dat hij het Amerikaanse volk een hart onder de riem moest steken. En besloot een speelfilm over de Amerikaanse burgeroorlog te laten maken. Een film over een tijd waarin het Amerikaanse volk ook op de proef werd gesteld. En zij overleefden die ellendige tijd en kwamen er sterker uit tevoorschijn.

Die speelfilm – Gods and generals – zou de tweede uit een serie van drie worden. Voor zover mij bekend is die derde nooit gemaakt. Wel Gods and generals. Werd in 2003 uitgebracht. Gebaseerd op een boek van Jeff Shaara.

Voor die film werd Bob Dylan benaderd. Of hij geen liedje zou willen bijdragen. Dat lied-je kwam uiteindelijk aan het eind van de film terecht. Tijdens het voorbijlopen van de credits. Niet het hele lied werd gebruikt; het was té lang.

Dat lied-je werd pas in 2008 uitgebracht. Ruim acht minuten lang. Op het achtste deel uit de Bootleg series, Tell tale signs. In mijn ogen de mooiste van alle twaalf tot nu toe uitgebrachte Bootleg-titels. ‘Cross the Green Mountain is het prijsnummer, maar MississippiRed river shoreTell Ol’ Bill en Series of dreams mogen er ook zijn. Juweeltjes die daarvoor nooit formeel waren uitgebracht.

Stonewall Jackson
Stonewall Jackson

Gods and generals
De lange speelfilm draait vooral om een generaal die voor het opstandige Zuiden vocht: Thomas Jonathan ‘Stonewall’ Jackson. Een kundig soldaat die voor zijn principes stond en vocht. Ook laat de film de andere kant zien, de Unionisten uit het Noorden. Daar waren evenzo mensen die voor hun waarden stonden. Daarvoor vochten. En – cruciaal – bereid waren daarvoor hun leven te geven. Aan beide zijden was dat het geval.

In de speelfilm zie je veel gedoe met soldaten, discipline, je opofferen, gevechten.

Het is absoluut geen meesterwerk. Integendeel. Té lang, té clichématig. Goed vind ik wel dat geen van de partijen wordt bejubeld, noch afgebroken. Beide partijen streden voor een right cause. Alhoewel we nu weten dat het Zuiden voor het verkeerde streed.

De film zal – vermoed ik – in de annalen terecht komen door het liedje van Bob Dylan. Een mooie samenvatting van een deel van het verhaal, maar vooral een poging te verwoorden waarom mensen zich voor iets dat veel groter dan zijzelf is zouden moeten willen inzetten.

‘Cross the Green Mountain
Het lied bevat maar liefst twaalf coupletten en geen refrein. Het is erg strak opgebouwd. Feitelijk is het een mars, een dodenmars. Iemand die gesneuveld is, wordt naar zijn graf gedragen. De trom slaat het ritme, orgel, viool en gitaar vullen aan. Dylan articuleert opvallend helder. Hij doet er alles aan om elke syllabe goed uit te spreken. Terecht, want de tekst die hij geschreven heeft behoort tot het allerbeste dat hij ooit heeft geschreven.

De tekst zit bomvol verwijzingen. Naar de bijbel, liedjes, gebeurtenissen. Hij refereert aan een groot gevaar dat in zijn land de kop opsteekt. Het is onvermijdelijk. Het zal ons allen raken. En in die beginfase vragen velen zich af of ze het zullen overleven.

In het derde couplet beginnen de verschrikkingen. Dylan heeft het over een wrekende god. Maar hij weet ook dat beide partijen zich inzetten voor een ideaal. In het vijfde couplet zit die meesterlijke zin: music that comes from a far better land.

Zeg maar die olifant waar minister-president Mark Rutte zo bang voor is. Wellicht sneuvel ik, maar mijn kinderen zullen het beter hebben.

In het zesde couplet verweeft hij een deel van de historische werkelijkheid én film in zijn verhaal. Stonewall Jackson sneuvelt. Door geweervuur van zijn eigen mannen. Vervolgens laat hij de manschappen zien die zich aan de vooravond van de beslissende veldslag vertwijfeld afvragen wat zal overleven, mochten zij zelf komen te sneuvelen. Pride will vanish and glory will rot, but virtue lives and cannot be forgot.


Hij zet die mannen vloekend en tierend neer. Aan de vooravond van de beslissende slag. Hun laatste dag op aarde? Gods naam misbruikend. Hoe natuurlijk. Ze zijn bang om te sneuvelen. Maar ondanks alles: blijf denken aan die betere wereld.

In het tiende couplet probeert hij de stilte te verwoorden ná die alles verzengende slag. In het voorlaatste couplet wordt de vrouw van de generaal verwittigd snel te komen; haar man is gewond. Maar feitelijk is hij al dood.

In het laatste couplet laat Bob Dylan die dode generaal als het ware naar zijn eigen begrafenisstoet kijken. En uitroepen dat iedereen bij elkaar gehouden werd door kameraadschap (liefde) en een verhaal. In dat laatste couplet zit ook de titel van dit deel van de  Bootleg serie opgesloten: Tell tale signs.

Lyrics ‘Cross the Green Mountain
I cross the Green Mountain
I sit by the stream
Heaven blazing in my head I
I dreamed a monstrous dream
Something came up
Out of the sea
Swept through the land of
The rich and the free

I look into the eyes
Of my merciful friend
And then I ask myself
Is this the end?
Memories linger
Sad yet sweet
And I think of the souls
in heaven who will be

Alters are burning
The flames far and wide
The fool has crossed over
From the other side
They tip their caps
From the top of the hill
You can feel them come
All brave blood do spill

Along the dim
Atlantic line
The rapper’s land
Lasts for miles behind
The lights coming forward
And the streets are broad
All must yield
To the avenging God

The world is old
The world is great
Lessons of life
Can’t be learned in a day
I watch and I wait
And I listen while I stand
To the music that comes
From a far better land

Close the eyes
Of our Captain
Peace may he know
His long night is done
The great leader is laid low
He was ready to fall
He was quick to defend
Killed outright he was
By his own men

It’s the last day’s last hour
Of the last happy year
I feel that the unknown
The world is so dear
Pride will vanish
And glory will rot
But virtue lives
And cannot be forgot

The bells
Of evening have rung
There’s blasphemy
On the end of the tongue
Let them say that I walked
In fair nature’s light
And that I was loyal
To truth and to right

Serve God and meet your full
Look upward beyond
Beyond the darkness that masks
The surprises of dawn
In the deep green grasses
And the blood stained woods
They never dreamed of surrendering
They fell where they stood

Stars fell over Alabama
And I saw each star
You’re walking in dreams
Whoever you are
Chilled as the skies
Keen as the frost
And the ground’s froze hard
And the morning is lost

A letter to mother
Came today
Gunshot wound to the breast
Is what it did say
But he’ll be better soon
He’s in a hospital bed
But he’ll never be better
He’s already dead

I’m ten miles outside the city
And I’m lifted away
In an ancient light
That is not of day
They were calm they were gloomed
We knew them all too well
We loved each other more than
We ever dared to tell

Live-uitvoering: Austerity & the Deficits speelden dit nummer live. Voor zover bekend heeft Dylan dit nummer nooit ergens live uitgevoerd. Het was wellicht in Oss een wereld première. De band bestaat uit Larissa (zang), Frans (bas), John (drums), Lex (gitaar) en Wouter (piano)

De bandnaam is een grapje en sluit ‘mooi’ aan bij de inhoud van de lezing. Het betekent zoiets als ‘Strengheid en de Tekorten’. Met een knipoog naar de ministers Schäuble en Dijsselbloem betekent het in mijn ogen: ‘Dom bezuinigen verergert de crisis’.

Die keuze heeft er – met de beste bedoelingen – aan bijgedragen dat ‘het populisme’ is blijven groeien én verhinderd dat velen tot de conclusie moesten komen dat ons grootste probleem niet het terrorisme of onze identiteit is.

Barack Obama

Een toespraak, tot slot
Ruim acht jaar geleden werd een andere Amerikaanse president ingezworen, op dinsdag 20 januari 2009. Het contrast met Donald Trump kon niet groter zijn. Ook Barack Obama hield een toespraak. Van die twintig minuten durende speech liet ik een fragment zien (tussen 15:40-16:54).

Een ontluisterend fragment, want van alles wat hij hier beweert, waar hij voor pleit is niets terecht gekomen. En dat ligt niet aan hem.

VolwassenER worden
Feitelijk heeft het Amerikaanse volk en de Amerikaanse politiek zich als het ware collectief afgekeerd van zijn oproep. ‘Men’ is blijven hangen in een onvolwassen houding. Heeft niet toe willen geven dat er ook in onze tijd grote uitdagingen zijn. Die WIJ aan zullen moeten gaan pakken.

We kunnen ze negeren, wegredeneren maar het zal ons niet helpen. Sooner or later moeten we toch werk gaan maken van schrijnende ongelijkheid, een veranderend klimaat, een wereld waarin betaald werk schaars zal worden et cetera. Het zal ons ook niet helpen om zondebokken te blijven benoemen.

Een schrale troost voor Obama is dat het niet alleen een Amerikaans fenomeen is. Integendeel.

Overal wordt nog steeds massaal weg gekeken. Tandenknarsend staan velen aan de zijkant. Boos op degene die aankondigt dat we écht iets moeten gaan doen aan die vervelende omstandigheden. Feiten wegzetten als meningen. Uitvluchten bedenken. Onderzoekscommissies instellen.

De Amerikaanse filosofe Susan Neiman schreef in 2014 het boek Waarom zou je volwassen worden? Op pagina 172 geeft ze een antwoord op die door haar zelf gestelde vraag: Waarom zou je volwassen worden?

Het korte antwoord is: omdat het moeilijker is dan je denkt, mede omdat het weerstand kan oproepen. De krachten die onze wereld vormgeven zijn evenmin in echte volwassenen geïnteresseerd als ze dat in Kants tijd waren, want kinderen zijn gewilliger onderdanen (en consumenten).


In mijn optiek is onderstaande quote van Barack Obama één lange echo van ‘Cross the Green Mountain en resoneert er ook ‘Blind Willie McTell’ in door.


Our challenges may be new.
The instruments with which we meet them may be new.
But those values upon which our success depends — hard work and honesty, courage and fair play, tolerance and curiosity, loyalty and patriotism — these things are old.
These things are true.
They have been the quiet force of progress throughout our history.
What is demanded then is a return to these truths.
What is required of us now is a new era of responsibility — a recognition, on the part of every American, that we have duties to ourselves, our nation, and the world, duties that we do not grudgingly accept but rather seize gladly, firm in the knowledge that there is nothing so satisfying to the spirit, so defining of our character, than giving our all to a difficult task.


This is the price and the promise of citizenship.

Onze uitdagingen mogen nieuw lijken.
De instrumenten waarmee we ze te lijf gaan mogen nieuw lijken.
Maar deze waarden, waarvan ons succes afhangt – hard werken en eerlijkheid, moed en eerlijk spel, tolerantie en nieuwsgierigheid, loyaliteit en patriottisme – die dingen zijn oud.
Die dingen zijn waar.
Door onze geschiedenis heen zijn ze de stille kracht achter ons succes geweest.
Wat nu van ons verlangd wordt is een terugkeer naar deze waarheden.
Wat van ons nu verlangd wordt is een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid.
Een erkenning van elke Amerikaan, dat we plichten hebben richting onszelf, ons land, en de wereld.
Plichten die we niet tandenknarsend accepteren, maar eerder gretig aanpakken, gesterkt door de kennis dat er niets zo bevrijdend voor de geest, niets zo karaktervormend is als om je volledig voor een moeilijke taak in te zetten.

Dat is de prijs en de belofte van burgerschap.

30 januari 1933

Toelichting *
op 20 januari 1933 werd Adolf Hitler ingezworen als kanselier (hij had in de verkiezingen geen absolute meerderheid gewonnen), op vrijdag 20 januari 2017 werd Donald Trump ingezworen als president van de Verenigde Staten (had wel de meeste kiesmannen achter zich, maar bij lange na niet de meeste stemmen). En op 15 maart 2017 worden in Nederland verkiezingen gehouden voor de Tweede kamer.

Klik hier voor de presentatie (Slideshare)

Drie artikelen

Jaarthema: “Verdienen jij en ik het om te zijn geboren in de westerse wereld?” (jan-febr. 2016)
Kevin Kelly: Vragen stellen is gewoonweg krachtiger dan antwoorden geven. (augustus 2016)
Onze identiteit – Als we niet veranderen, verspelen we onze toekomst. (oktober 2016)

Citaat 431(donderdag 2 februari 2017)
Homepage Citaten 2017

4 reacties op “Power and greed and corruptible seed seem to be all that there is”

[…] Tale Signs (The Bootleg series : volume 8). Ik schreef er vaker over, bijvoorbeeld in het artikel Power and greed and corruptible seed seem to be all that there is (februari 2017), in Saw the changing of his world (februari 2014) of in Waarde(n) in twee lied-jes […]

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: