Categorieën
Boeken Citaten Duurzaamheid Filosofie Maatschappij Next Politiek

De ecologische, maatschappelijke en technologische stroomversnelling … dwingt ons om uit onze Bourgondische comfortzone te stappen.

Trendnacht 2017
Woensdagavond 17 april 2019 werd de zogenaamde Trendnacht 2019 in de Hall of Fame op de Spoorzone in Tilburg gehouden. Georganiseerd door BrabantKennis, dat deze avond ook haar eerste lustrum vierde.

BrabantKennis is een provinciale instantie die namens en voor ‘ons’ Brabanders nadenkt over de toekomst. En door het jaar heen uiteenlopende bijeenkomsten voor geïnteresseerde burgers organiseert. Ook verschijnen er onregelmatig publicaties. Ook denken medewerkers van deze club achter de schermen mee met organisaties, instellingen en bedrijven die bezig zijn met ‘de toekomst’. 

De afgelopen jaren heb ik als geïnteresseerde burger, annex bibliothecaris verschillende bijeenkomsten bijgewoond. De Trendnacht van afgelopen woensdag was een van de ‘beste’. Dat lag aan het programma en het boekje dat aan het eind van de avond gratis werd uitgedeeld.

God Geld Geluk
Joks Janssen
, de directeur, had samen met zijn medewerkers, de talks van de verschillende sprekers afgestemd op de inhoud van dat mede door hem geschreven pamflet-achtige boekje. God Geld Geluk was het thema van de avond. Het boekje had dezelfde titel: God Geld Geluk : zingeving met een zachte G.

Klik hier voor de pdf-versie. Een zogenaamde longread; ruim zesduizend woorden. 

In dat betoog zit ergens aan het eind de missie van BrabantKennis én van de samenleving waarin we wonen:

De ecologische, maatschappelijke en technologische stroomversnelling waar we de afgelopen jaren in verzeild zijn geraakt, versterkt bij veel Brabanders het gevoel dat de manier waarop we leven snel en ingrijpend zal veranderen. Dat dwingt ons om uit onze Bourgondische comfortzone te stappen. Het businessmodel van onze samenleving – gebaseerd op voortdurende groei, consumptie, arbeid – wordt op de proef gesteld. De fossiele brandstof die dit model draaiende houdt, is niet eindeloos voorradig.

Iedereen voelt aan dat de alsmaar stijgende welvaart en consumptie van de afgelopen decennia geen overtuigend antwoord biedt op de uitdagingen van de toekomst. Hoe vinden we dan toch het geluk aan de Brabantse horizon? Hoe zorgen we ervoor dat we gezond blijven, dat stad en land niet uit elkaar groeien, dat iedereen mee kan doen, en dat we minder vervuilend produceren en consumeren? Daar heb je een helder kompas voor nodig. Zonder richting, en los van overwegingen over gedeeld geluk, is het immers moeilijk keuzes maken. En voor geluk zijn keuzes nu eenmaal van levensbelang.

Voelt iedereen dit aan?
Dat is maar zeer de vraag. De tekst hierboven is zodanig opgesteld dat behoudende partijen in de Provinciale Staten er niet té veel aanstoot aan kunnen nemen. Joks Janssen is op zijn manier ook een slimme ambtenaar annex directeur; hij weet dat hij zijn broodheren te vriend moet houden.

Zeker is wel dat veel mensen die ervoor doorgestudeerd hebben meer dan het gevoel hebben dat we in een tijd leven waarin veel dingen – die we nu normaal vinden – op de schop zullen moeten.

Maar zelfs mensen die deze woorden onderschrijven zullen het met anderen vaak oneens zijn over de manier waarop die ‘uitdagingen’ te lijf moeten gaan. Té vaak blijft het bij de constatering dat we moeten gaan veranderen, maar ‘iets’ doen is vaak een brug te ver.

Illustratief daarvoor is wat het groenste kabinet, dat ooit Nederland heeft gehad, zoal klaarspeelt.

BrabantKennis (en andere kennisinstituten, als een bibliotheek) weten wat hen te doen staat. Er zullen nog veel geesten gemasseerd moeten worden. Veel gedebatteerd. Tentoonstellingen gemaakt. Blogs geschreven. Boeken uitgegeven. Maar vooral zullen burgers op verschillende plekken samen moeten komen om met elkaar te praten over de uitdagingen die op ons bord liggen.

Het boekje God, Geld, Geluk : zingeving met een zachte G is daarvoor een prima beginpunt.

Een compliment
Om te beginnen: Joks Janssen heeft samen met medeauteur Sjoerd van Dommelen een prachtige tekst geschreven. Inhoudelijk en qua stijl. Ik vermoed dat iemand met weinig leeservaring het té moeilijk vindt, maar elke redelijk ontwikkelde burger zal (a) om te beginnen veel herkennen en (b) meegenomen worden in hun betoog.

Een betoog dat (natuurlijk) om drie woorden cirkelt: god, geld en geluk. In díe volgorde.

Het boekje bevat in een notendop de geschiedenis van Noord Brabant; ná de Tweede Wereldoorlog. Waar ‘we’ toen stonden, wat er sindsdien op hoofdlijnen is gebeurd en voor welke uitdagingen we aan het begin van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw staan. Het boekje is geen straf om te lezen. Bevat geen ambtelijk jargon en moeilijke woorden om indruk te maken.

Een must read voor elke ontwikkelde Brabander. Informatie, inspiratie en een richting.

GOD
De schrijvers beginnen natuurlijk met God. Die stond de eerste twintig à dertig jaren ná WWII in Brabant centraal. En zijn (of haar?) invloed nam naarmate de tijd vorderde af. God verdween meer en meer uit het publieke leven. Niet alleen uit Jorwerd. Ontkerkelijking. Secularisatie. Het weg- of omvallen van de zuilen. Een bekend verhaal, dat zich ook in Noord Brabant afspeelde.

Opmerkelijk is dat ze bisschop (Rinie) Bekkers naar voren halen. Deze charismatische man sprak zich in 1964 op een door een voorloper van BrabantKennis georganiseerde ‘kennisdag’ in het kasteel van Gemert uit over ‘de toekomst’.

Bisschop Bekkers voorzag tijdens deze Gemertse Studiedagen – enkele jaren voor zijn vroegtijdige dood – dat ook Brabanders individuen zouden worden. Afscheid zouden nemen van een agrarische en meer op de gemeenschap gebouwde samenleving. Een tijd waarin er een breed gedragen verhaal bestond dat je ná je dood in de hemel beloond zou worden voor je zwoegen hier op aarde. Ze hebben het in dit verband over een verschuiving van leven voor het hiernamaals, naar leven in het hiernumaals.

Ze halen in dit ‘hoofdstuk’ ook een andere min of meer bekende Brabander naar voren, Jan de Quay. Deze oud-premier en Commissaris van de Koningin gaf in het begin van de jaren vijftig de opdracht om na te denken over de toekomst van Brabant. Dat leidde ondermeer tot een boekwerk (Het nieuwe Brabant) én vooral uiteenlopende initiatieven om het agrarische Brabant om te turnen richting een industrie- en later diensteneconomie. Die impulsen slaagden. Brabant groeide uit tot een van de rijkste provincies van Nederland. Die groei versterkte echter ongewild het secularisatie- en individualiseringsproces. Ergens aan het eind van de jaren zestig en het begin van the seventies vond deze cesuur plaats. God werd ‘ingeruild’ voor geld.

Enkele jaren geleden gaf Wim van de Donk – de huidige Commissaris van de Koning – opdracht voor een ‘update’ van het boekwerk van Jan de Quay: Het nieuwste Brabant.

Artikel: We leven in een tijd van fundamentele veranderingen, een tijd waarin zelfs de veranderingen veranderen. (mei 2014)

GELD
Het tweede deel van hun betoog sluit nauw aan bij mijn eigen wereld en ervaringen.

Mijn vader was achteraf gezien een typische keuterboer. Die op een klein bedrijf van ‘alles’ een beetje deed. Koeien, akkerbouw, kippen en wat bijbeunen om een uit elf personen bestaand gezin te kunnen voeden. Moeder werkte natuurlijk thuis mee; meer dan fulltime.

Op zeker moment besloot hij op advies van bank en standsorganisaties om zich te gaan specialiseren. Kippen. Zoals bijna overal gebeurde: geen van zijn kinderen nam het bedrijf over. Dus werd het bedrijf rond zijn zestigste verkocht en nam de koper op zeker moment de mestrechten over en mee. Het toenmalige kippenhok kwam leeg te staan en werd veel later afgebroken. Hasj is er voor zover ik weet nooit in geteeld. Alle kinderen gingen iets anders, niet agrarisch doen.

Binnen twee generaties was het gros van de boeren uit mijn geboortedorp weg en werkten in industrie, bouw of de handel. Dorpsgenoten verbouwden hun huizen. Gingen massaal auto rijden en net als mede landgenoten (ver en vaak) op vakantie. En al mijn broers en zussen wonen inmiddels elders. In grotere kernen, ergens in het Oosten van de provincie.

Dit gebeurde niet alleen in mijn geboortedorp, maar overal in Nederland. Door uiteenlopende ontwikkelingen werden we van eenvoudige, redelijk arme tot meer of minder ontwikkelde en welvarende burgers.

Econoom Annegreet van Bergen schreef er twee zeer lezenswaardige en herkenbare boeken over: Gouden jaren : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd  en Het goede leven : hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd.

GELUK
Joks Janssen en Sjoerd van Dommelen betogen (terecht) dat Brabanders door die economische groei steeds welvarender werden en daarom hun leven op tal van terreinen drastisch veranderde. God stond niet langer centraal, het draaide meer en meer om Geld.

Aantal varkens per hectare (in 2014)Maar anno 2019 zitten ‘we’ met de gebakken peren. Die economische bedrijvigheid en vooral die (almaar doorgaande) groei zadelt ons met veel problemen op. Ook Noord Brabant. Terecht wijzen ze op de omvang van de bio-industrie. In pakweg veertig jaar zijn bijna alle keuterboeren verdwenen en verworden tot industrie-achtige complexen waar veel meer dieren worden gehouden dan toen. Dat heeft gevolgen voor de Umwelt. Kaalgeslagen akkers, fijnstof en stank.

Ze stellen de vraag of we nu gelukkiger zijn dan toen. Toen we nog arm en bescheiden en minder individualistisch waren. Zij weten hét antwoord ook niet, maar weten wel dat we links- of rechtsom serieus na moeten gaan denken over ons economisch model.

We zitten KLEM. Dat weten de schrijvers, en waarschijnlijk de meesten van ons. Dit model is niet houdbaar. Ook omdat niet iedereen in Brabant (en Nederland) op dezelfde manier meeprofiteert.

Ze hebben het over toenemende ongelijkheid. Een groeiend verschil tussen hoog- en laagopgeleide mensen. Dat veel werknemers veroordeeld worden tot zzp-achtige baantjes met weinig zekerheden.

En een groeiend verschil tussen aan de ene kant grote, economisch florerende steden en aan de ander kant middelgrote en kleine plaatsen die aan de randen van de provincie ietwat verkommeren en leeglopen. Iedereen die ‘iets’ kan vlucht naar de stad en verergert daardoor ongewild de problemen in hun home towns. Ze zeggen het zo:

Vanaf het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw zijn we in Brabant snel rijker geworden. De maat voor die inkomensgroei, het bruto binnenlands product per inwoner, nam vanaf dat moment bijna voortdurend toe. Hoewel die inkomensgroei aan de basis staat van een ongekend economisch succes heeft ze ook het nodige gekost: de lucht in Brabant is vervuild, de ongelijkheid neemt toe en sociale verbanden staan onder druk.

De motor van ons huidige geluksideaal hapert, onzekerheid knaagt aan het groeimodel dat we in Brabant inmiddels al twee generaties lang kennen. Materiële welvaartsgroei vulde de leegte op die het katholieke geloof achterliet, zorgde voor individuele vrijheid en koopkracht. Maar hij blijkt ook de nodige sociale en ecologische tekortkomingen mee te brengen. De twijfel over ‘groei om de groei’ bestaat in Brabant al een tijdje, maar klimaatverandering, technologische verandering en globalisering drukken ons met de neus op de feiten. Deze ontwikkelingen zetten de wereld zoals we die kennen op z’n kop.
De ecologische, maatschappelijke en technologische stroomversnelling waar we de afgelopen jaren in verzeild zijn geraakt, versterkt bij veel Brabanders het gevoel dat de manier waarop we leven snel en ingrijpend zal veranderen. Dat dwingt ons om uit onze Bourgondische comfortzone te stappen. Het businessmodel van onze samenleving – gebaseerd op voortdurende groei, consumptie, arbeid – wordt op de proef gesteld. De fossiele brandstof die dit model draaiende houdt, is niet eindeloos voorradig.

KOERSEN OP GELUK
BrabantKennis pretendeert voelhorens te hebben voor ‘de toekomst’. In die spreekwoordelijke glazen bol zien zij, evenals ikzelf en andere ‘toekomstdenkers’ dat verandering in de lucht hangt.

Meer dan ooit lijkt de tijd rijp voor zo’n switch in denken en doen. We beseffen meer en meer dat we het succes van onze economie niet langer alleen moeten afmeten aan het halen van fraaie groeicijfers, maar dat we ook moeten focussen op geluk op basis van gezonde, duurzame ontwikkeling.

Vervolgens vragen zij zich af of ‘de overheid’ voor dat geluk moet zorgen. Gelukkig betogen ze dat dit niet zal werken. De overheid moet een koers uitzetten en Brabanders prikkelen om daarin te geloven en mee te gaan.

In dit ‘hoofdstuk’ verwijzen ze expliciet naar een recent verschenen boek; de enige keer dat ze dit in het hele pamflet doen. Nergens wordt expliciet naar boeken, artikelen of andere bronnen verwezen, maar aan alles merk je dat ‘ze’ veel gelezen hebben. Impliciet verwijzen ze naar een andere, in het najaar van 2018 verschenen longread. Een keurig door Prometheus uitgebracht boekje.

Geschreven door Herman Tjeenk Willink, die jarenlang vicepresident was van de Raad van State. Citaat:

Een overheid kan voorwaarden creëren voor collectief geluk, en hier en daar de ergste pech van mensen dempen, maar moet ook ruimte laten aan Brabanders om hun eigen geluk na te jagen. In ‘groter denken, kleiner doen‘ schuilt misschien wel de oplossing.

Feitelijk pleiten ze voor een nieuw, dragend ideaal. Een visie waar we als samenleving naar op weg zouden kunnen, dan wel moeten gaan. Niet voor de korte termijn, integendeel: groter denken. Maar stap voor stap daarmee bezig zijn: kleiner doen. De bekende olifant van Mark Rutte, onze premier die niet van idealen, visioenen of vergezichten houdt. Ze eindigen hun betoog met waar ze mee begonnen, god én het geloof.

Joks Janssen en Sjoerd van Dommelen hebben natuurlijk ook Harari gelezen. De Israelische historicus die in drie tot nu verschenen boeken steeds betoogt dat samenlevingen – álle samenlevingen – bij elkaar gehouden worden door een religieus besef. Een verhaal waarin bijna iedereen in een bepaalde omgeving én tijd gelooft. Ook als zo’n verhaal objectief bekeken onzin is en nergens op slaat.

Geloof doet wonderen. Brengt mensen samen. Houdt samenlevingen bij elkaar én – in dit verband – zorgt ervoor dat mensen ongeveer naar hetzelfde streven. Ze noemen Harari niet, wel de beroemde (en eerste) socioloog Émile Durkheim. Die ongeveer hetzelfde als Harari betoogde, maar decennia eerder. Ze sluiten hun boekje als volgt af:

Als we, in het spoor van de beroemde socioloog Émile Durkheim, erkennen dat de belangrijkste functie van religie het bevorderen van sociale samenhang is, dan kunnen we constateren dat ‘de’ Brabander ‘ongeneeslijk religieus’ blijft. Het is nu alleen niet God of geld, maar de heilige geest van het geluk die ons inspireert. Dat zou bisschop Bekkers overigens niet veel uitmaken. Als hij nog had geleefd, dan zou hij ongetwijfeld ook die geest met het nodige enthousiasme hebben begroet.

 

DRIE SPREKERS
Zoals hierboven reeds gesteld hebben Joks Janssen en zijn team de sprekers goed afgestemd op de titel van de Trendnacht en het boekje: God, Geld, Geluk.

Ik zag deze avond drie sprekers. Lammert Kamphuis, de filosoof; Esther-Mirjam Sent, de econoom, en Jelle van Baardewijk, de ethicus. Er waren andere sprekers, maar tijdens zo’n Trendnacht moet je kiezen.

Lammert Kamphuis
Lammert Kamphuis hield zoals dat heet de keynote. Aan het begin van de avond, voor alle aanwezigen. Daarna verspreidden de bezoekers zich over verschillende ruimtes.

Voordat Lammert aan het woord kwam mocht muzikant en oud-profvoetballer Björn van der Doelen enkele liedjes spelen. Waar hij de noemers van de avond op plakte. Hoogtepunt was wat mij betreft zijn tweede liedje: Rust, over troost als je het moeilijk hebt, en je er alleen voor komt te staan. Ik schreef er eerder over: ‘dan denkte aan jullie mam’ (oktober 2018)

Lammert Kamphuis, de filosoof, had ik al eerder aan het werk gezien. En ook hier werkte ‘zijn’ formule. Tijdens zijn betoog ‘dwingt’ hij de zaal om af en toe met je buurman over een bepaalde vraag na te denken. Goed voor de sfeer.

Lammert hing zijn betoog op aan de stelling dat mensen ‘verlangende’ wezens zijn. In dit verband verlangden we ooit naar God, daarna neigden we meer naar Geld en all the time was er ons aller verlangen naar Geluk. God en Geld hebben om (diverse, hierboven beschreven) redenen afgedaan. Resteert ons verlangen naar Geluk. In een complexe wereld, waar veel zekerheden op de tocht staan, dan wel omver gestoten zullen moeten worden.

Zoals het een ‘goede’ filosoof betaamt kwamen in die drie kwartier verschillende min of meer bekende filosofen langs. Hij pikte uit hun oeuvre wat voor deze avond relevant was en liet op het scherm af en toe een passende quote zien. Zijn verhaal vloog om. Hij eindigde misschien voor sommigen met een teleurstellende mededeling: geluk is níet maakbaar. Veel filosofen wijzen er op. Geluk overkomt je terwijl je bezig bent iets anders te doen. Sluit mooi aan bij het betoog van het boekje. Er is niets mis met een ideaal, visoen of vergezicht, maar neem genoegen met kleine stappen daarnaartoe. Realiseer je ten allen tijde dat je ‘hét’ nooit zult bereiken. Er altijd nog een stapje gezet kan worden.

Esther-Mirjam Sent
Esther-Mirjam Sent, econoom en lid van de Eerste Kamer, had ik ook al eens eerder aan het werk gezien. In 2011 sprak ze op verzoek van de bibliotheek in de Groene Engel in Oss over Tijd voor een nieuwe lente. Een thema dat nauw aansluit bij deze Trendnacht.

In Tilburg hield ze een mini-college over Geld. Zij is een econoom die er van uit gaat dat de mens in wezen geen rationeel wezen is. Vaak tegen zijn of haar eigen belang in handelt. Geen homo economicus is.

Mevrouw Sent  denkt als econoom ook na over andere manieren om te meten hoe een land ervoor staat. Zij weet dat het Bruto Nationaal Product (BNP) van alles meet, maar juist niet waar het deze avond over ging: geluk. Jaar na jaar groeit het BNP, ‘de beurs’ en andere economische indicatoren maar tegelijkertijd hebben veel burgers het gevoel dat ‘het’ niet goed zit. Hoe meet je immers de knagende onzekerheid van zzp’ers. Of studenten die wellicht nooit een baan op niveau zullen krijgen, niet weten hoe ze hun studieschuld terug moeten betalen en of ze ooit in staat zullen zijn een geschikte woning te vinden.

Ook zij noemde amper boeken of namen. Ik had wel sterk de indruk dat de geest van Daniel Kahneman, de auteur van Ons feilbare denken, over de avond hing. En die van Kate Raworth, een Engelse econome die met ‘haar’ donut-verhaal velen binnen en buiten de economische wereld inspireert.

Waar Esther-Mirjam Sent zich mee bezig houdt begint langzaamaan mainstream te worden. Steeds meer economen realiseren zich dat ons huidig economisch model op sterven na dood is, dan wel op een blinde muur afstevent. Niet houdbaar is op een eindige planeet. Er zál nagedacht moeten worden over alternatieve manieren om de hele wereldbevolking van een beschaafd inkomen te voorzien en ons het idee te geven dat we gelukkig zijn. Dat zal veel, grote gevestigde belangen tegen de borst stuiten. Er zal strijd gevoerd worden.

Dagelijks zie ik hiervan voorbeelden. Zoals PEP, een club Engelse wetenschappers die pleiten voor andere wegen. PEP staat voor Promoting Economic Pluralism. Kate Raworth maakt er (obvious) deel van uit. En Ann Pettifor

Jelle van Baardewijk
Jelle van Baardewijk had ik nog niet eerder aan het werk gezien. Een bijkomend voordeel van dit soort bijeenkomsten dat ik kan ‘scouten’. Hoe spreekt iemand op een podium.

Jelle van Baardewijk kende ik vooral als medeauteur van een boek dat onlangs uitgeroepen werd tot het beste filosofieboek van 2019. Het goede leven en de vrije markt : een cultuurfilosofische analyse kreeg de zogenaamde Socrates wisselbeker.

In dat samen met Ad Verbrugge en Govert Buijs geschreven boek gaat het natuurlijk ook over Geld en Geluk. Minder over God, maar als je ‘god’ vertaalt tot nadenken over goed en kwaad (zeg: ethiek en moraal) dan gaat dit boek zeker ook over God. Maar in wezen wordt in dit rijke boek veel meer aan- en overhoop gehaald.

Het boek sluit wel naadloos aan bij ons aller opdracht om kritisch te gaan kijken naar ons huidige economische model en of daar niet ‘enkele’ fouten in zitten. De kern daarvan is wellicht het idee dat ‘de vrije markt’ alles op zou moeten, dan wel kunnen lossen. En of die vrije markt niet vaak de oorzaak van ‘alle’ problemen is. Een vrije markt die verhinderd dat we ‘gelukkig’ worden, omdat die markt ons blijft verleiden met ‘dingen’ (producten en diensten) die we niet ‘nodig’ hebben. Niet voor ons eigen welbevinden en/of dat van de aarde.

Dit boek, deze avond en het betoog van Jelle van Baardewijk sluit ook aan bij het jaarthema van de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Dat is een vraag: Is vrijheid een illusie? Een open vraag, waarop in wezen geen antwoord mogelijk is. Wel een vraag waarmee je veel kanten uit kunt en waar je veel hedendaagse thema’s als het ware aan kunt ophangen.

Binnenkort zal ik Jelle benaderen om in onze regio terug te blikken op (zeg) de laatste vijftien jaar. Wat is er sinds 2004 tot nu toe in onze samenleving zoal gebeurd, veranderd dan wel hetzelfde gebleven. Waar staan we nu – anno 2019/2020 – en wat zijn onze uitdagingen voor het aankomende decennium. En dat alles bezien in het licht van ‘onze’ vraag (Is vrijheid een illusie?) en zijn boek (Het goede leven en de vrije markt).

Zingeving met een zachte G
Als u zich afvraagt waarom ik hem vraag zijn verhaal te beginnen met 2004 dan heeft dat te maken met zijn medeauteur en collega: filosoof Ad Verbrugge. Die sprak enkele dagen ná de moord op Theo van Gogh (2 november 2004) in Oss over het toenmalige jaarthema Waarom Ik een probleem werd voor ONS. Een druk bezochte lezing.

Velen vroegen zich in die unheimische tijd af waar we als samenleving stonden én hoe het nu verder moest. Filosoof Ad Verbrugge als duider en hoopgever. Of het veel heeft geholpen waag ik te betwijfelen. Vijftien jaar later vragen we ons nog steeds af of we niet iets-je minder individualistisch moeten worden, het geen tijd wordt voor een nieuwe lente en hebben we nog steeds veel behoefte aan zingeving. Vooruit, met een zachte G.

Artikelen
Trenddag 2014? … een middenweg tussen blind utopisme en cynisch realisme (december 2014)
Tijdens de komende tien jaar zullen we getuige zijn van een enorme golf van nieuwe technologieën die ons dwingen onze economische instituties en inzichten te herzien. (maart 2015)
Hoe waardeer je een maatschappelijk initiatief? (juni 2015)
De komende 25 jaar: banen worden bundels van taken (november 2015)
Advertentie – Welk publiek probleem zou je als eerste oplossen en hoe? (juni 2016)
Het gebeurt heel dikwijls dat we iets niet zien omdat het te groot is (november 2018)

Citaat 589 (donderdag 25 april 2019)
Homepage Citaten 2019

2 reacties op “De ecologische, maatschappelijke en technologische stroomversnelling … dwingt ons om uit onze Bourgondische comfortzone te stappen.”

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: