Wouter ter Haar, verslaggever van het Brabants Dagblad, zocht dinsdag 23 maart 2021 contact met me. Hij had vernomen dat ik de bibliotheek ging verlaten en wilde daar bij stil staan. Of hij me mocht interviewen? Natuurlijk.
Wouter en ik kennen elkaar. In een iets verder verleden was hij ‘de chef’ van de Osse editie van het Brabants Dagblad. En in die periode kwamen we elkaar ook wel eens tegen. Sterker. Hij stond mede aan het succes van de eerste edities van de zogenaamde Blikopener speciaal lezingen.
Onder de noemer Blikopener afficheerden we in het begin van deze eeuw lezingen van de Bibliotheek Oss. Maar op zeker moment ontstond het idee om een seizoen lang een bepaald thema iets langer te gaan ‘uitmelken’. Dat leidde tot een reeks lezingen op de derde zondag van de maand in cultuurpodium Groene Engel, aan de Kruisstraat in Oss.
Die reeks zou tien jaar blijven bestaan. Haar succes had, los van de inhoud, voor een deel ook te maken met het feit dat ‘de krant’ (zeg: Wouter ter Haar) er vanaf het begin haar schouders onder zette. Wouter zag het belang van de onderwerpen en sprekers in, en stuurde de eerste jaren van tevoren een verslaggever op pad. Dat was vaak Twan van Lierop. Die sprak met de spreker van dienst, en in de krant verscheen enkele dagen van tevoren een lang interview. Dat heeft zeker geholpen, want vanaf het begin was er veel belangstelling voor deze lezingen. Nogmaals, dank Wouter. En Twan.
Donderdag 25 maart kwam Wouter in de Bibliotheek Oss langs. We spraken anderhalf uur met elkaar, haalden oude herinneringen op en hij schreef ondertussen van alles op. Geen dictafoon of zoiets, nee een notitieboekje. En altijd – altijd! – pikken journalisten dingen op die je achteraf niet zo stellig had willen zeggen. Want, die komen bijvoorbeeld té parmantig over. Zoals het feit dat ik redelijk argeloos het getal tachtig noemde, toen hij vroeg hoeveel boeken ik vorig jaar had gelezen. Ik kon dat getal alleen noemen omdat ik het sinds vorig jaar, ergens in maart van het jaar, ging bijhouden. Niet in een schriftje, maar in Excel. Corona doet rare dingen met de mens.
Anyway. Toen hij zijn concept voorlegde liet ik de zin ‘Tachtig jaar las hij vorig jaar. Veel en veel te weinig, luidt zijn eigen oordeel.’ Ik kon en kan niet ontkennen dat ik zoiets gezegd heb. Het complete artikel: ‘Verleiden tot lezen is wat ik wil’
Maar wie A zegt, moet – vind ik – met de billen bloot. Hieronder staan alle boeken die ik vorig jaar heb (uit)gelezen. Want, dat doe ik ook. Ik lees niet alle boeken die ik ter hand neem helemaal uit. Sterker: heel veel boeken blader ik even door, lees her en der een artikel of hoofdstuk. Om er een beeld van te krijgen, of omdat het domweg tegenvalt en ik geen zin heb de beker tot de bodem leeg te drinken.
Als ik één ding zal gaan missen, dan is dat het grote genot om wekelijks even op de catalogusafdeling binnen te lopen waar alle nieuw aangekochte boeken liggen. Klaar om doorgestuurd te worden naar een van ‘onze’ achttien bibliotheekvestigingen. Wekelijks haalde ik daar gemiddeld tien ‘pareltjes’ uit. Die ik even aan mezelf uitleende, mee naar mijn hol nam, even bekeek, een stukje las, en dan weer inleverde.
Los daarvan kocht en koop ik zelf ook – zoals ik pleeg te zeggen – meer boeken dan de gemiddelde Nederlander’. Die – wellicht herkenbaar – vaak ongelezen blijven staan. “Voor mijn pensioen!”
Dit op zich manische gedrag lag mede aan de basis van een initiatief dat ik in 2012 nam, en nog steeds bestaat.
Op zeker moment viel het me op dat er verdacht veel non fictie boeken verschenen over onderwerpen waarvoor change in de lucht hangt. In eerste instantie vooral boeken over hoe onze hersenen werken, hoe wij denken in control en vrij te zijn.
Kon ik dat soort boeken niet ergens samenbrengen (op een blog) én daarover het gesprek aangaan met geïnteresseerde lezende burgers (leden én niet leden)? Dat leidde tot (de) Lezers van Stavast. Op het gelijknamige blog staan bijna tien jaar later ruim negenhonderd titels; en elke maand komen er ongeveer vijf bij. Daarmee zal ik door blijven gaan.
82 gelezen boeken (met soms een draadje, enkele citaten die ik op Twitter heb gezet)
Aanvullende opmerkingen Vier biografieën, dertien pamfletten, vijf boeken waarin filosofische dingen worden aangekaart, tien geschiedenisboeken, veertien romans; en 27 boeken over uiteenlopende maatschappelijke problemen/onderwerpen.
Alle boeken kunnen geleend worden bij de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken. Dertig titels staan op het Lezers van Stavast-blog.
53 boeken kwamen in 2020 uit; 17 in 2019, en de rest (12 stuks) in de jaren daarvoor. Ik las vijf absolute klassiekers: De brief aan de koning van Tonke Dragt, De Decamerone van Boccaccio, Trots en vooroordeel van Jane Austen, Mevrouw Dalloway van Virgina Woolf en De uren van Michael Cunningham.
Lezen is soms ook herlezen. In 2020 waren dat Trots en vooroordeel, De waarde van alles, De Decamerone, De brief voor de koning, Helden uit noodzaak, Kunst moet, Allmensch, Alles lijkt zoals het was en Wat op het spel staat.
Veel dunne boekjes; er komen verdacht veel pamfletachtige geschriften uit, waarin een auteur zich boos of zorgen om iets maakt. Maar ook enkele dikke pillen. Vijftien boek-‘jes’ met minder dan 100 pagina’s. Vijfentwintig titels met 100-199 bladzijden. Twintig boeken telden tussen de twee- en driehonderd pagina’s. Zeventien dikkere ‘pillen’ met 300 of meer bladzijden. Twee dikke boeken staan bovenaan met ruim achthonderd pagina’s: De Decamerone van Boccaccio en de memoires van oud-president Barack Obama.
Oh ja, en de verhouding man-vrouw was: 60-22; 42 auteurs kwamen uit Nederland.
Ik ben lang geleden besmet geraakt door Felix Eijgenraam. Een journalist die kort voordat hij onverwacht veel te jong overleed een artikel schreef over zijn hobby: het bijhouden van een boekenschriftje. In dat artikel – dat later omgewerkt werd tot een dun boek-‘je’ – kwam hij ietwat beschroomd uit voor deze ‘afwijking’. Hij noteerde in dat boekenschriftje niet alleen welke boeken hij had uitgelezen (en dat waren er héél erg veel), maar maakte aan het eind van elk jaar een overzicht, met grafieken, scores et cetera. Een klein beetje onzin, maar wel leuk.
In 2008 nam ik hem mee in een artikel over een cd van Sam Baker: Pretty world. En hier. Ik schat al met al ruim achttienduizend pagina’s. Ongeveer vijftig per dag. Zou het?