Categorieën
Boeken Filosofie Geschiedenis Herlevend burgerschap Literatuur Maatschappij Politiek

Alkibiades, boek 2 – Protagoras

Aan het einde van boek een overlijdt Perikles. Hij was niet de enige; pakweg een derde deel van de Atheense bevolking komt om. En zoals dat gaat: in onzekere tijden steekt de draak van het populisme zijn of haar kop op. Zo ook hier.

Alkibiades realiseert zich in hoofdstuk 1 van het tweede boek dat deze epidemie (en het wegvallen van een waarlijk groots staatsman) ‘een fundamentele cesuuur vormde’ (pagina 71).

Athene was blijvend verzwakt door het verlies aan mensenlevens maar vooral door het verlies van zijn meest competente aanvoerder. Na het wegvallen van Perikles werd de politieke arena het speelveld voor opportunisten, die het staatsbelang hooguit als excuus hanteerden om het eigenbelang te dienen en die provocaties als beleid trachtten te slijten. De epidemie had de stad vatbaar gemaakt voor extremisme, omdat de aanvankelijke emoties van machteloosheid en frustratie als brandstof hadden gefungeerd voor een licht ontvlambare, algehele emotionaliteit, die ongeleid was, onvoorspelbaar en eenvoudig kortstondig te manipuleren. De mensen waren boos, moe, opstandig en verdrietig en dit mengsel vormde een vruchtbare humus voor even irrationele als verregaande, impulsieve besluiten. En zodra er eenmaal een klimaat is ontstaan waarin extreme standpunten uitsluitend nog overschreeuwd kunnen worden door nog extremere stellingnamen, wordt het steeds lastiger om de weg terug te vinden naar redelijkheid en een doordachte visie. (pagina 72)

Alkibiades ziet het om zich heen gebeuren, maar ziet tegelijkertijd ook kansen voor zichzelf. In de rest van dit tweede boek gaat hij zich steeds nadrukkelijker in het publieke domein bewegen; maar hier gaat het over de paralellen met de huidige tijd. Zeker is dat Alkibiades een ambitieus man is, die zijn stempel op zijn samenleving en tijd wil zetten. En over flair, good looks en geluk beschikt.

Mijn voornemen om op een dag net als hij de leider van de leidende staat in de wereld te zijn en mijn naam de klank van ontzag te verlenen in de annalen van onze machtige vijanden, dat zolang ik nog onder zijn hoede had gestaan slechts een onschuldige en onrealistische jongensdroom was geweest, hoe vurig ik er ook in geloofde, nam met zijn verscheiden de even opwindende als verontrustende gedaante aan van een gevaarlijk realistisch streven. Ik voelde de plicht jegens mijzelf om ernst te gaan maken met mijn hersenspinsels. (pagina 73)

Maar voorlopig acteert hij nog in de coulissen van de macht. Hij is echter niet blind voor het feit dat de opvolgers van Perikles uit een heel ander hout zijn gesneden.

Privébelangen, eerzucht en egoïsme inspireerden het beleid dat schadelijk was voor de stad en het bondgenootschap. Er werden besluiten genomen die, als ze succesvol waren, tot eer en voordeel zouden strekken van bepaalde individuen en die, als ze misliepen, nadelig zouden zijn voor de collectieve zaak en het verloop van de oorlog. Geen van Perikles’ opvolgers had de statuur en het overwicht van Perikles en omdat niemand van hen zich met natuurlijk gezag van de anderen wist te onderscheiden, waren ze in voortdurende strijd met elkaar verwikkeld om de macht. Omdat alle politici even wanhopig dongen naar de gunst van het volk, werd de staat in feite bestuurd door de grillen van de publieke opinie. (pagina 73)

De belangrijkste man uit die periode was Kleon, zoon van Kleainetos. Alkibiades moet niet veel van hem hebben. Een populist, die zijn achterban naar de mond praat.

Mijn vriend Aristophanes heeft Kleon ooit vergeleken met een palingvisser. In stil, helder water vangen palingvissers niets, maar als zij het water troebel maken door flink in de modder op de bodem te gaan peuren, hebben zij kans op een goede vangst. Precies zo profiterrde Kleon van troebele tijden en wist hij macht uit te oefenen en zijn zakken te vullen zolang hij erin slaagde om de stad op te schudden met onrust en wanorde. (pagina 74)

In Kleon herken je zonder al te veel moeite hedendaagse politici als een Geert Wilders, Caroline van der Plas of Thierry Baudet. Politici met een grote bek, die zonder enige twijfel in hun tijd de ‘show stalen’, maar van wie uiteindelijk in de geschiedenis alleen dat zal blijven hangen: hun poeha, hun retoriek, hun wisselvallige gedrag.

En Kleon werd in zijn tijd ook omringd door ‘dwergen’ à la Jesse Klaver, Sophie Hermans, Wybren van Haga, Attje Kuijken, Jan Paternotte, Pieter Heerma, Joost Eerdman, Lilian Marijnissen of Mirjam Bikker; zij konden tegen dat gedrag weinig tot niets in brengen. Gebrek aan statuur.

Hij was een onbehouwen en grofgebekte, maar charismatische spreker, die het voordeel genoot van een zeer luide stem. Hij schaamde zich er niet voor om beledigingen te schreeuwen en schortte zijn mantel op om daar vrijelijk woest bij te gebaren. Het minder verfijnde deel van de stemgerechtigden, dat veruit het grootste deel van de stemgerechtigden vertegenwoordigde en dat van nature geneigd is de elite te wantrouwen, smulde van de volkse directheid waarmee hij hun verontwaardiging tot de zijne maakte. Hij had het talent om net zo veranderlijk en toch net zo uitgesproken te zijn in zijn opvattingen als de publieke opinie. (pagina 74)

Op zeker moment slaagt het Atheense leger er in om Mytilene, een opstandige stad, hardhandig van haar voornemen om zich onafhankelijk van Athene te gaan opstellen – en te stoppen met het betalen van een soort ‘beschermgeld’ – af te brengen. In het parlement in Athene wordt door de bovenliggende partij gesproken over te nemen strafmaatregelen. Alkibiades beschrijft hoe twee meningen op elkaar botsen; en hoe het afloopt.

Kleon doet als eerste een voorstel. Opvallend hoe hij als een echte, en o zo herkenbare populist het over ‘het volk’ heeft. Het volk dat altijd weet hoe het moet, hoe dingen in elkaar steken; hetzelfde volk dat vaak korte tijd later iets volstrekt anders gelooft, dan wel nastreeft. Het volk als was in handen van leiders die een opmerkelijke kijk hebben op wat waar is.

Frappant is hoe Kleon zich net als zijn nazaten in de eenentwintigste eeuw afzet tegen ‘de elite’; een elite waar hij zelf zonder enige twijfel deel van uitmaakt. Hieronder een fragment uit de toespraak van Kleon; zoals naverteld door Alkibiades (en, nog accurater: Ilja Leonard Pfeijffer).

‘Mannen van Athene, ik weet dat jullie het eigenlijk roerend met mij eens zijn. Jullie zijn het volk en het volk denkt er net zo over als ik.
Het heeft dezelfde mening als gisteren en zal daar morgen nog steeds zo over denken. Er wordt jullie zand in de ogen gestrooid door sommigen van jullie die denken intelligenter te zijn dan de rest. Zielige mannetjes zijn dat, die de wil van het volk saboteren met procedurele slimmigheidjes. Impotente mannetjes zijn dat, die hun gebrek aan viriliteit en daadkracht willen compenseren met eindeloze debatten waarin ze kunnen schitteren met hun intellectualistische mierenneukerij, waarmee ze Athene naar de knoppen helpen. Het volk heeft geen boodschap aan argumenten. Het volk weet wat goed is.’
(pagina 85-86)

Voilá: Geert Wilders in actie. Die zich afzet tegen D66’ers, leden van de elite. Die niet weten wat het volk wil, die alles op alles zetten om het volk tegen te werken. Terwijl hij, de grote heilige Geert, alles en onbaatzuchtig doet om het volk te helpen. Opmerkelijk, want hij is al ruim twintig jaar lid van diezelfde elite én heeft niets herinneringswaardig tot stand brengt. Hij doet dat zoals een goede volksmenner betaamt zonder houtsnijdende argumenten. Het enige argument dat hij blijft poneren – “minder minder minder” – is zeer sleets geworden, want niet uitvoerbaar. Maar ja, zijn achterban (het volk) heeft geen boodschap aan argumenten. Het volk weet immers (beter: voelt, gelooft) wat goed is.

Caroline van de Pas weet er ook raad mee. Haar achterban weet samen met haar hoe ‘het’ zit, en op basis daarvan (helaas: een gevoel, en zeker geen weten) moeten er maatregelen genomen worden die haar goed uitkomen. Dat het gros van haar electoraat daar in wezen geen belang bij heeft wordt domweg verzwegen, en partijen die zich tegen haar voorstellen verzetten worden weggezet als leden van de elite, die de belangen van ‘het volk’ verloochenen.

Gelukkig zit er in de Atheense volksvergadering een minder eloquente spreker die weerwerk biedt: Nikias. Deze Nikias begint zijn toespraak met zijn zorgen uit te spreken over populisten die collega parlementariërs zwart maken. Insinueren dat zij corrupt zijn. Geert en Caroline ten voeten uit.

Nog meer dan over corruptie maakte hij zich zorgen over beschuldigingen van corruptie. Hij achtte het onacceptabel dat een spreker er zonder enige vorm van bewijs van kan worden beschuldigd dat hij zich zou laten betalen voor het verwoorden van bepaalde standpunten. Op het moment dat een politicus ervan wordt verdacht dat zijn adviezen aan het volk zijn ingegeven door corrupte motieven, wordt zijn advies gewantrouwd, ongeacht de kwaliteit van zijn oordeel, vanwege hypothetisch geldelijk gewin dat op geen enkele manier is aangetoond. Een dergelijk wantrouwen berooft de stad van goede raadgevers en creëert een klimaat van angst en achterdocht, waarbij politici zich eerder zorgen maken om hun reputatie dan om de kwaliteit van hun oordelen. Democratische besluitvorming moet zijn gebaseerd op een open en eerlijke uitwisseling van argumenten. Wanneer zij plaatsvindt in een sfeer van verdachtmakingen en pogingen om tegenstanders te intimideren met aanslagen op hun goede naam, wordt zij een farce. Wanneer het persoonlijke het wint van het zakelijke en reputaties bepalender worden dan argumenten, worden politici willoze slaven van de publieke opinie en een speelbal van de emoties van het moment. (pagina 88-89)

Nikias

Uiteindelijk slaagt Nikias er in om de waanzinnige voorstellen van Kleon te amenderen. Kleon wil dat alle mannen van het verslagen Mytilene worden gedood, en vrouwen en hun kinderen als slaven weggevoerd.

Door Nikias’ inbreng wordt daar vanaf gezien; alleen de aanstichters van de opstand worden ter dood gebracht. Als je naar de strijd in Oekraïne kijkt moet je constateren dat er qua wreedheid niet zo veel is veranderd.

Protagoras

Al vroeg in het verhaal wordt duidelijk dat Alkibiades in de hoogste kringen verkeert. Ook dat hij nauwe contacten heeft met filosofen. Socrates is daarvan de belangrijkste, maar op zeker moment doet een bekende rondtrekkende filosoof – Protagoras) de stad aan en wordt uitgenodigd in het huis van een zeer rijke bewonderaar. Alkibiades doet in het achtste hoofdstuk van boek twee een poging de kern van het betoog van deze Protagoras over drie staatsvormen samen te vatten.

Ilja Leonard Pfeijffer geeft in de noten aan dat dit betoog een simplificatie is van een tekst van Plato, die zoals bekend de gedachten van onder andere Socrates op papier heeft gesteld. Maar hij schrijft dat betoog niet letterlijk over, want op zeker moment voegt hij er zijn eigen fictie aan toe (pagina 814-815). Zeker is dat Protagoras deze toespraak nooit zo heeft gegeven; maar in een roman kan ‘alles’.

Er zijn drie verschillende staatsvormen mogelijk,’ zei Protagoras, ‘omdat de verantwoordelijkheid voor het staatsbestuur kan worden toevertrouwd aan één, aan enkelen of aan allen. Andere mogelijkheden zijn er niet, want ofwel iedereen is uitgesloten van de macht behalve één persoon, ofwel een deel van de bevolking is uitgesloten door een ander deel, ofwel niemand is uitgesloten van staatsmacht en bestuur.
  Het is niet zo dat een van deze drie mogelijke staatsvormen inherent beter of slechter is dan de beide andere, maar elk van de drie hebben een positieve en een negatieve pendant. De positieve verschijningsvorm kenmerkt zich in alle drie de gevallen door een besef van verantwoordelijkheid bij de machthebber of machthebbers en door een als urgentie gevoeld streven om het algemene belang te dienen, terwijl de negatieve pendant van de drie staatsvormen zich manifesteert wanneer eigenbelang het staatsbelang verdringt en wanneer de machthebber of machthebbers eerder geneigd zijn om rechten op te eisen dan om plichten te vervullen.
(pagina 102-103)

Ik vermoed dat in bovenstaand fragment de kern van het boek van Ilja Leonard Pfeijffer staat. Hij realiseert zich, samen met Protagoras, dat leden van de elite er doorlopend van doordrongen moeten zijn om het ALGEMENE belang te dienen, en niet slechts dat van zichzelf of hun ‘vriendjes’.

Evident lijkt me dat Ilja Leonard Pfeijffer er samen met (helaas veel te) weinig anderen denkt (beter: weet) dat op dit moment in de neoliberale westerse wereld ‘de elite’ haar taak laat sloffen. Openlijk komt een Mark Rutte er bijvoorbeeld voor uit dat zijn grootste fout is geweest dat hij er niet in geslaagd is de belasting voor Shell en Unilever te verlagen naar een niveau waar de gemiddelde middenstander én burger alleen maar kan van dromen.

Protagoras vervolgt zijn betoog over de drie staatsvormen.

‘Het bestuur door één enkel persoon kunnen we een monarchie noemen zolang de machthebber verantwoordelijkheid en plichtsbesef betoont en het staatsbelang dient. Zodra de machthebber meer oog krijgt voor de bevrediging van zijn eigen belangen en behoeften dan voor het welzijn van de staat en het volk, treedt de negatieve pendant in, die we tirannie noemen. Het bestuur van een geprivilegieerde groep noemen we aristocratie zolang die groep bestaat uit de vaardigste en deskundigste bestuurders en zolang die bestuurlijke elite het algemeen belang voor ogen houdt. Zodra deze groep machthebbers meer oog begint te krijgen voor zijn privileges dan voor de publieke zaak, ontaardt de aristocratie in een oligarchie. Het zelfbestuur van alle burgers noemen we democratie. Maar ook de democratie kent een negatieve pendant, die in werking treedt zodra de bevolking de democratie niet langer beschouwt als een institutie die haar in de gelegenheid stelt om haar plichten jegens het algemeen belang te vervullen, maar in plaats daarvan haar constitutioneel gewaarborgde positie begint te misbruiken om individuele rechten op te eisen. Politici zullen zich gaan opstellen als vertegenwoordigers van deelbelangen en omdat ze hun eigenbelang boven het staatsbestel stellen, laten ze zich eerder leiden door de publieke opinie dan door visie. Deze negatieve verschijningsvorm van de democratie kunnen we ochlocratie noemen, de dictatuur van de massa.’ (pagina 103)

Opmerkelijk is dat Ilja Leonard Pfeijffer Protagoras niet het woord meritocratie laat vallen. Logisch, want dat verschijnsel bestond in die tijd nog niet. Vandaag de dag wel: meritocratie is in wezen ‘de’ aristocratie van toen. En ‘onze’ huidige meritocraten vertonen steeds meer gedrag dat past binnen een oligarchie.

Tegelijkertijd kun je ook stellen dat onze huidige democratie afzinkt richting een ochlocratie, waarin ‘het volk’ of ‘het gepeupel’ als het ware regeert, aan de macht is. En de schuld daarvoor ligt voor een groot deel bij onze meritocraten die de afgelopen dertig à veertig jaar steeds meer zijn geloven in ‘de markt’ die vooral voor een relatief klein deel van de bevolking, degenen die het gemaakt hebben (en waartoe zij zelf behoren), gunstig uitpakt.

Deze ‘elite’ begrijpt fundamenteel niet (meer) dat in een gezonde samenleving (monarchie, aristocratie dan wel democratie) zowel de lasten als de lusten eerlijk verdeeld moeten worden. Een beroep doen op het feit dat zij als bovenliggende partij het nu eenmaal verdient hebben (want zij hebben wél hard gewerkt), en dat de losers (of deplorables) het nu eenmaal aan zichzelf te danken hebben dat zij ergens onderaan bungelen, wordt niet langer geloofd. Het vervelende van dit alles is dat zich in zo’n tijdsgewricht ‘redders’ aandienen.

Deze drie staatsvormen vormen een cyclus. Het optreden van de negatieve verschijningsvorm van het vigerende staatsbestel is een symptoom van crisis, dat de overgang naar een volgende staatsvorm aankondigt en noodzakelijk maakt. Deze rotatie van staatsvormen is een natuurlijk proces.’ (pagina 103)

Protagoras begint dit natuurlijke proces, deze cyclus, met de opkomst van een monarch, een man (bijna altijd een man) die op zeker moment in een gemeenschap een soort natuurlijk overwicht krijgt en door zijn omgeving als het ware op het schild wordt geheven. Om over hen te regeren.

‘De mens is een zwak dier. In zijn eentje maakt hij weinig kans om de gevaren van de woeste natuur het hoofd te bieden. Om te overleven vormen mensen groepsverbanden, die een betere bescherming bieden tegen wilde dieren en vijandelijke stammen. Omdat de collectieve veiligheid het primaire doel is van deze samenlevingsverbanden, ligt het voor de hand dat het individu dat zich in kracht, moed en intelligentie van de anderen onderscheidt en dat de beste garantie biedt voor de veiligheid van de groep, als leider wordt gezien, geaccepteerd en gevolgd.
  Wanneer de samenleving evolueert, kan dit leiderschap erfelijk worden, omdat de verwachting gerechtvaardigd is dat de zonen van goede leiders door hun afstamming en opvoeding vergelijkbare kwaliteiten vertonen als de vaders. Zo komt de monarchie tot stand.’
(pagina 103-104)

Maar zoals dat gaat, de opvolger van de eerste, tweede of derde monarch maakt er vaak een potje van; zo erg dat er een natuurlijke reactie volgt. De monarch weet zich op zeker moment niet meer gedragen door zijn onderdanen en kan zich alleen handhaven door een restrictief regime te gaan invoeren. Denk in dit verband aan Rusland, waar de bevolking enige tijd geloofde dat Poetin het beste met hen voorhad. Momenteel kan hij zich alleen handhaven door gehoorzaamheid radicaal af te dwingen. Hij is een tiran geworden, met oligarchische kanten, want hij wordt omringd door een kleine kaste die optimaal profiteren van wat de Russische samenleving ondanks alles verdient.

‘Maar vroeg of laat wordt de troon geërfd door een nakomeling die de noodzaak om zich in te spannen voor het algemene belang niet meer ziet, omdat door zijn voorvaderen reeds in de veiligheid en stabiliteit van het rijk en zijn positie is voorzien. In plaats van zijn machtspositie als een verplichting jegens de samenleving te beschouwen begint hij haar te misbruiken voor het bevredigen van steeds extravagantere persoonlijke behoeften. Op dat moment is de monarchie ontaard in een tirannie.’ (pagina 104)

Maar niets blijft altijd hetzelfde. Altijd treden mensen aan die in verzet komen. Vaak nemen – zoals Protagoras dat noemt – ‘vooraanstaande en verantwoordelijke burgers’ het voortouw. En als de opstand slaagt vormen zij als het ware de groep die vanaf dan het land gaat leiden. Voilá, dé of een aristocratie treedt aan.

‘Deze tirannie roept verzet op. De natuurlijke gang van zaken is dat een groep vooraanstaande  en verantwoordelijke burgers dit verzet organiseert. Nadat zij erin geslaagd zijn om de tiran af te zetten, zullen zij het staatsbestuur als vanzelfsprekend ter hand nemen. Dit is de manier waarop een monarchie, na tot een tirannie te zijn ontaard, overgaat in een aristocratie. De eerste generatie van de aristocraten zal geneigd zijn het staatsbelang met groot gevoel van verantwoordelijkheid te dienen, omdat de schade die de tiran aan de publieke zaak heeft toegebracht hersteld moet worden en omdat de herinnering aan de verschrikkingen van zijn bewind nog levend zijn.’ (pagina 104)

Maar langzaamaan sluipt er onherroepelijk corruptie, vriendjespolitiek et cetera in een aristocratisch systeem. Waarmee een aristocratie verwordt tot een wereld waarin we momenteel leven. Leden van de aristocratie (of de hoger opgeleiden, mensen met veel merites) gaan serieus geloven dat zij meer zijn dan de rest van bevolking; en eigenen zich steeds meer van de lusten toe, en laten de lasten drukken op de anderen. De aangekondigde bezuinigingen van het huidige kabinet zullen waarschijnlijk op business as usual uitdraaien: de losers van de samenleving krijgen de grootste klappen. Verheug me nu al op de motiveringen om de beter gesitueerden niet écht te gaan aanpakken.

Ze zullen het zelden zo oprecht zeggen als een Hillary Clinton, maar in de praktijk druipt het dedain er net zo goed van af. Hoe dan ook, een steeds groter deel van de ‘losers’ voelt dat ‘de elite’ op hen neerkijkt, én beleid voert dat voor hen niet goed uitpakt.

Het gekke van dit alles is dat degenen aan de onderkant zich in zo’n tijd zich bijna per definitie achter rattenvangers opstellen die alleen met mooie woorden voor hun belangen opkomen. Én, nog belangrijker, dat degenen die zich achter de zogenaamde redders opstellen geen actieve kennis meer hebben van historische tijden waarin andere zogenaamde redders aantraden, er een potje van maakten, én het vooral ‘de onderklasse’ was die de zwaarste klappen kreeg te verduren.

‘Maar op een gegeven moment komt er een generatie aan de macht die deze herinneringen niet meer heeft, die een herstelde en functionerende staat in handen heeft gekregen, die derhalve de urgentie om het algemene belang te dienen minder voelt en die haar privileges begint te misbruiken voor zelfverrijking en onderdrukking van het volk. Op dat moment is de aristocratie ontaard in een oligarchie.’ (pagina 104-105)

Tóch kan én zal ‘het volk’ op zeker moment voor ‘het goede’ kiezen; en de eerder op het schild gehesen ‘redders’ als het ware wegvagen. Eindelijk zien ze dat ze lange tijd voor de gek zijn gehouden. Zelfs hun eerdere helden bleken vooral in eerste instantie voor zichtzelf en hun kliek op te komen, en hun wensen massaal te negeren.

Het verzet tegen een oligarchie kan alleen maar komen van het volk zelf. Dus nadat de aristocratie is verworden tot een oligarchie, zal het volk de ontaarde elite afzetten en een democratie instellen. Op dezelfde manier zoals bij de vorige transities zal de eerste generatie het democratisch zelfbestuur uiterst serieus nemen om eerder aan de staat toegebrachte  schade te herstellen. De eerste generaties democraten zijn verantwoordelijk en, indachtig de verschrikkingen uit het recente verleden, doordrongen van het belang van de publieke zaak.’ (pagina 105)

In onderstaand fragment beschrijft volgens mij Protagoras onze huidige wereld. Ik vermoed dat Ilja Leonard Pfeijffer daarmee kan instemmen. Velen geloven nog steeds dat we een democratisch systeem hebben. Dat kan niet ontkend worden. Er zijn verkiezingen, er is een parlement, een regering regeert (doet althans alsof ze dat doet), de rechterlijke macht functioneert, de pers vervult haar rol als kritisch volger van de macht (nietwaar? – sic), en de meeste burgers vinden het wel goed.

Maar tegelijkertijd is het niet al té moeilijk om tegengeluiden tot je te nemen. Of zelf te constateren dat ons democratische systeem aan het afglijden is.

‘Maar de democratie is geen definitieve lotsbestemming van de mensheid. Anders dan iemand op dit moment in het trotse, democratische Athene woont wellicht geneigd is te denken, is de democratie  geen eindbestemming maar ook slechts een tijdelijke fase in de natuurlijke cyclus van de staatsvormen. Ook de democratie zal uiteindelijk met zekerheid in verval raken, want evenals het geval was bij de voorafgaande transities in de cyclus, zal de democratie op een gegeven moment geërfd worden door een generatie die vergeten is dat het democratisch zelfbestuur met bloed en tranen op andere staatsvormen is bevochten ().
  Omdat politici niet meer primair geïnteresseerd zijn in het staatsbelang maar vooral uit zijn op invloed en macht die hen in staat stellen hun eigenbelang te dienen, ontwikkelen ze geen visie en beleid ten faveure van de staat, maar zoeken ze slechts de gunst van het volk, waardoor de politieke koers van de staat een hulpeloze prooi wordt van de grillen van de publieke opinie. Op dat moment is de democratie ontaard in een ochlocratie, het schrikbewind van de massa.
(pagina 105-106)

Volatiel. Dat is het kenmerk van onze huidige tijd. Turbulent. Vluchtig. Wisselvallig. Het kost geen enkele moeite om bij onderstaande zinnen niet te denken aan Nederland anno 2023.

Het vervelende is dat Protagoras slechts één manier ziet om aan een niet functionerend democratisch systeem te ontkomen: een sterke man (of vrouw) zal ‘alles’ gaan oplossen.

Óf, en dat hoop ik, weten politici én burgers zich te herpakken. Dwingen burgers politici om niet alleen voor zichzelf, leden uit hun achterban én vaak relatief kleine deelbelangen op te komen. Wie weet, wellicht staan eindelijk weer eens leiders op die in staat zijn een wenkend perspectief te schetsen; zonder te vervallen in de valkuil dat zij beloven dat niemand er offers voor hoeft te brengen.

De ochlocratie is een crisisstadium, dat wordt gekenmerkt door volatiliteit van het politieke klimaat, daaruit voortkomend wantrouwen jegens de instituties en de politiek, schandalen die dit wantrouwen dagelijks nog meer voeden, inefficiëntie van het openbaar bestuur en onvermogen om met toekomstvisies en langetermijnstrategieën de waan van de dag te overstijgen. De enige uitweg uit deze crisis is de roep om de sterke man, die op een gegeven moment onder het volk steeds luider zal gaan klinken. Zo zal de democratie, nadat zij is ontaard in een ochlocratie, omvergeworpen worden door het volk zelf, dat de macht vervolgens opnieuw in handen zal geven van één enkel persoon, waarmee de cyclus weer van voren af aan begint.’ (pagina 106)

Het toeval wil dat onlangs een boek uitkwam van een Russisch-Amerikaanse wetenschapper die beweert, weet dat onze huidige samenleving in verval is geraakt, omdat … de elite inderdaad haar verantwoordelijkheid heeft laten sloffen. Ik heb het boek niet gelezen, maar de volgende regel uit de blurbtekst is illustratief:

Turchin toont aan dat wanneer het evenwicht tussen de heersende elites en de meerderheid van de bevolking te ver doorslaat in het voordeel van de elites, politieke instabiliteit onvermijdelijk is en zo een gewelddadige breuk met het verleden veroorzaakt. We bevinden ons nu in de eindtijd, maar het is nog niet te laat om het tij te keren.

Titel: Eindtijd : de nieuwe klassenstrijd en het pad van politieke instabiliteit (Spectrum 2023)

Alkibiades, inleiding (10 juni 2023)

Alkibiades, boek 1 – Perikles (13 juni 2023)

Alkibiades, boek 3 – Hipparete (5 juli 2023)

Alkibiades, boek 4 – Groots denken? (11 juli 2023)

Alkibiades, boek 5 – Sparta (14 juli 2023)

Alkibiades, boek 7 – ‘Zo gaan die dingen’ (4 augustus 2023)

Alkibiades, boek 8 – Vechten voor Athene (5 augustus 2023)

Alkibiades, boek 9 – Onwelkome feiten (18 augustus 2023)

Alkibiades, boek 10 – ‘Mogen de goden Athene bijstaan’ (25 augustus 2023)

Alkibiades, boek 11 – a cunning plan (2 september 2023)

Alkibiades, boek 12 – De enige echte held van zijn tijd? (24 september 2023)

Alkibiades, tot slot – Een mythe geworden? (6 oktober 2023)

Alkibiades, een lezing in de Udense bibliotheek (12 oktober 2023)

Alkibiades homepage (6 oktober 2023)

Door Hans van Duijnhoven

Bibliothecaris sinds september 1979. Werkzaam in de regio Noord Oost Brabant.

Geef een reactie

Ontdek meer van Lezer van Stavast

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder