Aan het begin van het zevende boek bevindt Alkibiades zich ogenschijnlijk nog steeds in het Perzische kamp. Hij is op dat moment in Samos, een eiland in de Egeïsche zee, pal voor de kust van het Perzische Rijk, en is volop bezig met zijn plan om weer opgenomen te worden in de gratie van de Atheners. Maar eerst moet hij zien af te rekenen met leden van de Atheense aristocratie die – in zijn ogen – achter het doodvonnis zaten dat hij kreeg omdat hij een heilig inwijdingsritueel belachelijk zou hebben gemaakt. Een onbezonnen daad van van een omhooggevallen en rijke knaap. Geen reden voor de doodstraf.
Alkibiades weet dat hij eerst die kliek weg moet werken voordat hij verder kan. Zijn plan is om het democratische systeem in Athene, na ruim een eeuw redelijk te hebben gefunctioneerd, te laten imploderen en overgaan naar een systeem waarin juist die zo door hem gehate kliek van aristocraten aan de macht zullen komen.
Zijn inschatting is dat die nieuwe machthebbers er vervolgens een potje van zullen maken, en op zeker moment zal de bevolking smeken om een regime-change; én dat op dat moment zal hij, Alkibiades, als een soort redder worden gezien en kan hij naar voren. Wat een plan!
In het tweede hoofdstuk van het zevende boek doet hij zijn eerste zet. Inmiddels is het bondgenootschap tussen Sparta en het Perzische Rijk een dode letter. Alleen realiseren de Spartanen zich dat nog niet.
Zeker is wel dat de Atheense vloot weer redelijk op sterkte is, én de admiraals en de soldaten weten dat ook. Alkibiades weet de bevelhebbers van de Atheense vloot over te halen een vertegenwoordiger naar Athene te sturen met de opdracht om de belangrijkste mensen in Athene het advies te geven om de democratie tijdelijk op te schorten en een oligarchisch bestuur te installeren.
De belangrijkste reden is dat Alkibiades laat doorschemeren dat hij met hulp van satraap Tissaphernes een bondgenootschap tussen Athene en het Perzische Rijk tot stand kan brengen. En aangezien het Perzische Rijk een autocratisch systeem is ligt het voor de hand om Athene ook in die richting bij te sturen.
Een ingewikkeld plan, dat maar voor een klein deel waar is, want alleen Alkibiades weet dat Tissaphernes, noch koning Dareios van het Perzische Rijk daar ooit zó mee hebben ingestemd. Maar Alkibiades laat alles een beetje in het midden, in het onzekere hangen. Zeker is dat de Atheense admiralen hem wel geloven, en instemmen met zijn plan om een vertegenwoordiger naar Athene te sturen. Alkibiades is, voor zover dat nog niet duidelijk moge zijn, een échte strateeg, én intrigant.

Voor de klus wordt ene Peisandros uitgekozen. Alkibiades moet hem niet zo, want hij maakte deel uit van de Atheense club die hem ter dood veroordeelde. Maar Alkibiades legt zich neer bij het besluit van de Atheense admiralen en hoopt dat zijn boodschap luid en duidelijk over zal komen. Geen probleem. Hij bereikt wat hem voor ogen stond.
Zoals te verwachten viel, werden woede en verontwaardiging zijn deel. De ene na de andere spreker stond op om op hoge toon, met geagiteerde gebaren en soms zelfs met overslaande stem stelling te nemen tegen het ongehoorde voorstel en er schande van te spreken dat iemand een dergelijke suggestie überhaupt in de mond durfde te nemen en de euvele moed betoonde om het podium van de Pnyx te misbruiken voor antidemocratische opruiing. () De principes van vrijheid en gelijkheid, die door de democratie werden belichaamd, waren niets minder dan de identiteit van Athene. Athene kon zijn identiteit niet inruilen zonder nog langer zichzelf te zijn. Zo spraken zij. Onze voorvaderen hadden onze vrijheden bevochten op tirannen. Hun offers zouden met terugwerkende kracht vergeefs zijn als wij diezelfde vrijheden om pragmatische redenen te grabbel gooiden. Onze voorvaderen hadden voor onze vrijheid gestreden tegen de Perzen. het zou een belediging zijn voor het bloed van onze vaders en grootvaders, dat voor ons over Griekse bodem had gevloeid, als wij die zwaarbevochten vrijheid alsnog opofferden om de Perzen ter wille te zijn.
Maar Peisandros, die de boodschap komt brengen, heeft zijn weerwoord paraat: hij
… antwoordde hun dat uitzonderlijke omstandigheden uitzonderlijke maatregelen rechtvaardigen. Hij benadrukte dat zijn pleidooi voor een wijziging van de constitutie niet was ingegeven door twijfel aan de verheven idealen van de democratie, maar door een realistische analyse van de urgente noodsituatie die Athene het hoofd moest bieden. Zijn heilige geloof in het visioen van vrijheid was onaangetast, zo zei hij, maar hij meende nadrukkelijk het recht te hebben zich af te vragen wat het vrijheidsideaal nog betekende wanneer het de staat verzwakte en de middelen uit handen sloeg om te voorkomen dat vreemde mogendheden hun wil aan het verslagen volk zouden opleggen.
()
‘Vrijheid en gelijkheid zijn een luxe die Athene zich tijdelijk niet kan veroorloven als Athene werkelijk zozeer aan zijn vrijheid en gelijkheid hecht dat het deze verworvenheden wil veiligstellen voor de toekomst,’ zei Peisandros.
()
Wij zijn in oorlog en wij zullen de oorlog verliezen, tenzij wij de moed hebben om te doen wat nodig is. Geloof in democratische waarden mag geen excuus worden om af te zien van daden die noodzakelijk zijn voor het staatsbelang. Ik ben ervan overtuigd dat jullie allen de analyse delen dat Athene het zich na zijn substantiële verzwakking ten gevolge van de nederlaag in Sicilië niet kan permitteren om langdurig strijd te leveren tegen twee geallieerde grootmachten en hoop te koesteren op succes en ik ben er tevens zeker van dat jullie allen bereid zijn in te zien dat het behoud van Athene afhangt van de vraag of wij erin zullen slagen om het bondgenootschap van Sparta met Perzië te breken en Perzië over te halen onze zijde te kiezen. (pagina 419-420)
Aan het slot van zijn betoog pleit Peisandros om Alkibiades als het ware gratie te verlenen en terug te halen naar Athene.
Als jullie besluiten Alkibiades, de zoon van Kleinias, gratie te verlenen en terug te roepen naar Athene, zal hij het vertrouwen van de satraap van Sardis met zich meenemen en voor jullie bewerkstelligen dat de fondsen van het Perzische Rijk niet langer door Sparta tegen Athene kunnen worden gebruikt, maar door jullie tegen jullie grootste vijand, op voorwaarde dat jullie bereid zullen zijn te voldoen aan de enige voorwaarde die de Perzische koning hieraan begrijpelijkerwijs verbindt en de door hem terecht of ten onrechte zeer gewantrouwde volatiliteit van het volksbewind voor de duur van de alliantie op te schorten. Ik hoop dat jullie willen beseffen dat dit debat niet gaat over de toekomst van de democratie, maar over de toekomst van Athene.’ (pagina 420)
Het debat gaat nog enige tijd door. Maar Alkibiades krijgt uiteindelijk zijn zin.
Het volk was onverminderd vijandig jegens het idee van een oligarchie, maar het was er dankzij Peisandros van overtuigd geraakt dat een oligarchische omwenteling de enige route was naar behoud. Angst overstemde principiële bezwaren en terwijl men zich plechtig voornam de oude, vertrouwde vrijheden en rechten te herstellen, zodra het gevaar geweken was, ging men akkoord. Het volk van Athene nam het democratische besluit om de democratie op te schorten. (pagina 422)
Bovenstaand fragment doet – wat mij betreft natuurlijk – denken aan 1933, toen de Duitse democratie – in de persoon van president Paul von Hindenburg – als het ware Adolf Hitler op een presenteerblaadje de macht aanreikte; hem impliciet de kans gaf een autocratisch regime te gaan instellen.

Alkibiades heeft niet alleen de machthebbers in Athene wijsgemaakt dat ze hun democratisch systeem moeten omzetten richting een autocratische variant, maar ook dat Alkibiades in staat en bereid is een soort samenwerkingsovereenkomst tussen Athene en het Perzische Rijk tot stand kan brengen. Zeer zinvol, want daarmee zou in één klap de macht van hun grootste vijand, Sparta, worden geneutraliseerd.
Het enige probleem is dat Tissaphernes, noch Dareios , de koning van het Perzische Rijk, dat ooit zó hebben voorgesteld, noch daarmee ingestemd. Maar zoals gezegd, Alkibiades laat beide partijen in de waan dat er een overleg over die vermeende samenwerking in Sardis, de plaats waar Tissapernes resideert, moet worden belegd.
Van tevoren heeft Alkibiades bedongen dat hij bij dit gesprek namens het Perzische Rijk als een soort woordvoerder van Tissaphernes aanwezig zal zijn, én heeft er bij hem op heeft aangedrongen om volstrekt onmogelijke dingen van Athene te eisen. Die, daarbovenop, door Alkibiades, namens de satraap zullen worden uitgesproken! Tja. Hoe verzin je het.
De Atheense delegatie komt op zeker moment in Sardis aan, en wordt overdonderd door alles wat het Perzische Rijk van hun eist in ruil voor een deal. Alkibiades heeft het goed ingeschat en ziet dat de Atheners op zeker moment afhaken en zonder resultaat terugreizen naar Athene. En ze doen daar precies wat hij verwacht. Leden van de delegatie vertellen in Athene niet dat er geen overeenkomst is afgesloten, noch zal komen. Wél gaan ze verder met maatregelen om hun democratie in te ruilen voor een autocratie. Alkibiades heeft de leden van de aristocratie goed ingeschat. Hij weet dat zij zo’n kans niet aan zich voorbij zullen laten gaan. Ze waren daar in wezen al op uit in de tijd van Perikles, toen Alkibiades nog jong was en niets voorstelde.
In Athene wordt een zogenaamde Raad van Vierhonderd ingesteld. De Atheners wordt voorgespiegeld dat er nog een tweede gremium zal komen, de Vijfduizend. In de praktijk zijn de leden van de aristocratie die het voor het zeggen hebben (de Raad van Vierhonderd) geenszins van plan hun macht met anderen, zelfs niet met die virtuele Vijfduizend te gaan delen.
In Athene zetten de voorstanders van een autocratisch systeem allerlei knokploeg-achtige groepen in die de voorstanders van het aloude democratische systeem intimideren. Zodanig dat ze afzien van verder verzet tegen maatregelen die genomen worden om de democratie te ontmantelen.
Dus leerde het volk zijn mond te houden en het in deze nieuwe situatie als het hoogst haalbare te beschouwen om, in het besef dat het geweten met het stilzwijgen geweld werd aangedaan, geen slachtoffer te worden van geweld. Omdat de mensen niet wisten hoe groot het aantal samenzweerders precies was en evenmin over de middelen beschikten om dat te kunnen bepalen in een stad die zo groot was als Athene, namen zij aan dat hun aantal veel groter was dan in werkelijkheid het geval was, hetgeen leidde tot angst en paranoia, die gedachten aan verzet verlamden. Het werd in toenemende mate onverstandig geacht ongenoegens te delen met een buurman of ten overstaan van een kennis op fluistertoon bezorgdheid te uiten, omdat niemand nog wist wie te vertrouwen was. Elke onbekende kon een informant zijn van de revolutionairen en in het geval van een vriend was dat risico niet per se geringer. (pagina 427)
Voilá, aanschouw: Rusland onder Stalin én Poetin, het Roemenië onder Ceaușescu, Duitsland tijdens het naziregime, en, wie weet, Nederland als ‘onze’ Thierry en zijn kornuiten het hier ooit voor het zeggen krijgen. Denk aan de door hen aangekondigde tribunalen.
Bendes van jongeren die de revolutie hadden omarmd, namen in hun ijver om rechter in de nieuwe leer te schijnen dan anderen geen genoegen meer met de intimidatie van de oppositie en begonnen prominenten van de vroegere democratische partij uit de weg te ruimen. Onder de demagogen, die vier jaar eerder verantwoordelijk waren geweest voor mijn veroordeling en dodostraf, werd een bloedbad aangericht. Zo gaan die dingen. Dit was te voorspellen. Staatsgrepen zijn nu eenmaal zelden vreedzaam en nog minder vaak vergevensgezind jegens de macht die zij ontmantelen. (pagina 428)
Én onze ‘held’, Alkibiades, laat in zijn levenstestament doorschemeren dat hij dit alles heeft bedacht, voorzien. Ergo zijn laconieke opmerking: ‘Zo gaan die dingen.’
In hoofstuk vijf filosofeert Alkibiades weer over het verschil tussen de drie staatsvormen. Dit keer met het oog op de door hem in gang gezette staatsgreep in zijn Athene.
Alle filosofische discussies die in het verleden waren gevoerd over de voor- en nadelen van de democratie, werden door de meedogenloze werkelijkheid van het autoritaire regime met terugwerkende kracht gedegradeerd tot beschamende sofistische exercities. (pagina 432)
Alkibiades verwijst naar de toespraak van Protagoras, een sofist, over de drie staatsvormen (in boek twee). Hij gaat verder, en ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Ilja Leonard Pfeijffer het via een omweg over onze tijd heeft, waarin – gelukkig nog – slechts een klein aantal politici flirt met de gedachte om onze democratische processen (mwa, tijdelijk) opzij te schuiven. Om eindelijk eens dit of dat anders, ‘beter’ te gaan aanpakken.
Hij moet daar, evenals ‘zijn’ Alkibiades, weinig van hebben. Wrang blijft wel dat diezelfde Alkibiades het nodig vindt om de Atheense democratie tijdelijk opzij te schuiven, om op termijn weer in de gratie van zijn stadsgenoten te komen; en dan, en pas dán, als een soort held de democratie in ere te komen herstellen. Tja, Het is een bijzonder kind, en dat is-ie.
De vele tekortkomingen van onze oude democratische processen, die door velen moeiteloos konden worden opgesomd, namen door de lijfelijke ervaring met het schrikbewind dat de oligarchen ontketenden de gedaanten aan van kwaliteiten. (pagina 432)
Alkibiades/Pfeijffer verlangt kortom terug naar een model waarin gepolderd wordt. Beter dat, dan iets autocratisch.

Een ‘saaie’, bescheiden democraat. Zeker niet flamboyant.
Het ridicule uitgangspunt dat wijsheid een meerderheidsbesluit zou zijn, had bij nader inzien altijd voorkomen dat een minderheid haar wil zou opleggen aan het volk, terwijl de hopeloze inefficiëntie van overleg omwille van het overleg een waarborg bleek te zijn geweest tegen de efficiëntie van terreur omwille van de terreur. De spreekwoordelijke en dikwijls gretig bespotte onwetendheid van het plebs bleek bij nader inzien verre te verkiezen boven de intelligente boosaardigheid van de nieuwe elite en de manipuleerbare emoties van het volk waren een baken van menselijkheid geweest in vergelijking met de emotieloze doelmatigheid van de onderdrukking. Het geschreeuw van de vroegere demagogen had onschuldiger geklonken dan de bevelen van nu. Het gepolariseerde politieke debat, dat in zijn ijver om tegenstanders te schaden het algemene belang placht te vergeten, bleek beter beleid te hebben voortgebracht dan het met een beroep op het algemene belang en met geweld afgedwongen verbod op een afwijkende mening. De veranderlijkheid van de publieke opinie die het beleid dicteerde was minder beangstigend geweest dan het veranderlijke humeur van de individuele machtshebbers. (pagina 433)
en
Het was precies de kracht geweest van de democratie dat zij ieder de vrijheid had gegeven om de democratie te bekritiseren, terwijl het oligarchische regime door kritiek op de oligarchie te verbieden alle eerdere gratuite kritiek op de democratie weerlegde. (pagina 433)
Ondertussen volgt Alkibiades de ontwikkelingen in Athene van een afstand en constateert dat het eerste deel van zijn plan is geslaagd. De oligarchische revolutie slaagt. In Athene heerst een kleine kliek – de Raad van Vierhonderd – met harde hand, en heeft een deel van zijn oude vijanden als het ware onschadelijk, dan wel doodgemaakt.

Alkibiades als kolonel John ‘Hannibal’ Smith.
Tijd voor deel twee van zijn plan. Als bevelhebber van de vloot slaagt hij erin om zijn manschappen als het ware op te zetten tegen de oligarchische kliek in Athene. Zij hebben het heilige democratische systeem in Athene om zeep geholpen, en hebben dat gedaan zonder toestemming van de Atheense vloot. Dé vloot, die in wezen voor de bescherming én een groot deel van de (afgedwongen) inkomsten van de stadstaat verantwoordelijk is. Alkibiades kan niet nalaten zijn manschappen daarvan te doordringen.
Iemand wees erop dat zij als mariniers door de stad werden betaald, maar dit potentiële bezwaar tegen de autonomie van de vloot leidde alleen maar tot het breed gedeelde besef dat het altijd de vloot was geweest die de tribuutbetalingen bij de bondgenoten had afgedwongen en dat er welbeschouwd geen reden was om ervan uit te gaan dat dat nu veranderd was. ()
Ze hadden Athene niet nodig, want ze hadden Samos als basis. Verschillende mannen stonden op om erop te wijzen dat Samos adequaat versterkt was en gunstig gelegen en dat het zich er uitstekend toe zou lenen om te worden uitgeroepen tot tijdelijke hoofdstad van het imperium. (pagina 439-440)
Alkibiades weet hen ervan te overtuigen hoe belangrijk zij zijn, en dat de machthebbers in Athene hen harder nodig hebben als andersom.
De stad had de vloot meer nodig dan de vloot de stad. De stad was niet bij machte om de vloot te weren van de zee, terwijl de vloot wel bij machte was om de stad van de zee af te snijden.
() De stad had de wetten van de voorouders gebroken, verraden en afgeschaft, waarmee het trieste monopolie op legitimiteit de vloot was toegevallen. De stad had zich deloyaal betoond aan de vloot en niet omgekeerd. (pagina 440)
Het regime in Athene kan uiteindelijk niet om Alkibiades heen en benoemt hem samen met Thrasyboulos tot bevelhebber van de vloot. Zijn manschappen willen dat hij met hen terugvaart naar Athene om de kliek te gaan afzetten, maar Alkibiades weet hen ervan te overtuigen om dat juist niet te doen. Het gevaar van Sparta en het Perzische Rijk is op zee nog steeds niet geweken. Verschillende delen van het Helleense ‘rijk’ staan op het punt zich aan het gezag van Athene te onttrekken; waardoor de geldstroom richting Athene én daarmee samenhangend de almacht op zee zal stoppen. Alkibiades moet samen met Thrasyboulus en zijn mannen aan de bak. De strijd aangaan met die opstandige staatjes en stadjes.
Maar voordat zij uitvaren voert hij de druk op de machthebbers in Athene wel op:
Tegelijkertijd zullen wij onze honger naar een gewapende actie tegen de oligarchen gebruiken als een dreigement. Ik stel voor dat wij vandaag nog, voor het vallen van de avond, een schip naar Athene sturen om namens de Atheense vloot een ultimatum over te brengen aan de nieuwe machthebbers. Wij zullen eisen dat zij het bestuur overdragen aan de Vijfduizend, die zij zelf meermaals beloofd hebben in te stellen, en dat de vloot zich tegen hen zal keren als zij deze eis niet onmiddellijk inwilligen. Deze eis is misschien naar de smaak van velen van jullie te mild en te gematigd, maar geloof mij, dat is de wijze waarop wij ons ultimatum moeten formuleren, want op deze manier eisen wij in feite niets meer dan dat de machthebbers woord houden, hetgeen erin zal resulteren dat uitsluitend de radicale meerderheid zich ertegen zal verzetten. Terwijl een hardvochtig ultimatum, evenals een frontale aanval, alleen maar als gevolg zal hebben dat de machthebbers zich tegen ons verenigen en schrap zetten, is een zachte en redelijke eis een scherp en effectief wapen dat eendrachtigheid klieft en draafvlak wegsnijdt. (pagina 449)
Tja, smullen van zo’n strateeg. Die als geen ander weet dat alleen in het uiterste geval geweld ingezet moet worden. Woorden zijn vaak krachtiger.
In hoofdstuk 10 reflecteert Alkibiades nogmaals over hoe een autocratisch systeem onvermijdelijk in elkaar moet én zal zijgen. Een hoopvol fragment als je tobt over hoe het verder moet met Rusland, Oekraïne, Poetin en zijn miljardairs. Opmerkelijk blijft dat Alkibiades er consequent voor uit blijft komen dat hij ambitieus is, én zelf ooit aan het roer van de staat wil staan. Zoals gezegd: een bijzonder mens!
Een oligarchie die uit een democratie voortkomt, wordt daarentegen vroeg of laat verscheurd door het gebrek aan beperkingen die zij aan haar eigen ambities oplegt. In een groep gelijken, die zich boven de rest stelt, zal ieder zich boven de anderen trachten te stellen. De onderwerping van de ander ligt, zoals gezegd, in de aard van de macht, dus wie zich niet wil laten knechten, zal zijn potentiële onderdrukkers dienen uit te schakelen en voor ieder geprivilegieerd lid van een oligarchie is het grootste gevaar om geknecht te worden afkomstig van zijn kompanen. () Men kan eensgezind samenzweren, maar er bestaat geen manier om harmonieus samengezworen te hebben.
De meest effectieve manier om een oligarchie die wederrechtelijk de macht heeft gegrepen ten val te brengen is derhalve haar te laten duren. Ik had de Atheense vloot niet nodig om de Vierhonderd omver te werpen en de vloot mij evenmin. Er werden geen heroïsche daden van ons gevergd. Het zou volstaan af te wachten totdat de Vierhonderd door interne conflicten zozeer verscheurd en verzwakt zouden raken dat het volk de moed op zou vatten om hen af te zetten. (pagina 454-455)
Maar dit wilde niet zeggen dat wij hun onvermijdelijke ondergang niet konden bespoedigen door bij te dragen aan hun interne verdeeldheid en aan de bemoediging van het volk. Deze beide doelstellingen vormden het voornaamste motief voor het ultimatum dat ik namens de vloot had doen uitgaan naar de Vierhonderd. Daarbij was het minstens zo belangrijk voor mij persoonlijk dat mijn naam in heel Athene luid zou klinken als de naam van de leider van het democratische verzet. (pagina 455)
Even verderop beschrijft Alkibiades wat er in Athene gebeurde nadat het ultimatum is afgeleverd. Soms – beter: vaak – is Alkibiades lang van stof; maar soms ook niet. Vooral als het om belangrijke zaken gaat die domweg ooit zijn gebeurd.
Het tweede besluit dat het volk onmiddellijk hierna nam, was Alkibiades, zoon van Kleinias, vrij te spreken van alle verdenkingen waarvoor hij eerder veroordeeld was, zijn doodsvonnis te vernietigen en hem terug te roepen naar Athene. Het bewind van de Vierhonderd had hiermee honderdzes dagen standgehouden en mijn officiële dood bijna precies vier jaar. (pagina 465)
en
Bij de gewelddadige afrekening met de leden van het oude regime, dier hierop volgde, lieten enkele oligarchen het leven ().
Dat was te voorspellen. Zo gaan dat soort dingen. Staatsgrepen zijn nu eenmaal zelden vreedzaam en nog minder vergevingsgezind jegens de macht die zij ontmantelen. (pagina 465)
en
Al deze ontwikkelingen werden door de vloot op Samos en door mij persoonlijk met opluchting en instemming onthaald. De rust en de eenheid in Athene waren teruggekeerd en de vloot kon zich, ook naar de mening van zijn militant democratisch gezinde bemanningen, opnieuw zonder reserves beschouwen als de vloot van Athene. De situatie was welbeschouwd gelijk aan die van een aantal maanden eerder, met dat verschil dat Androkles en mijn andere vijanden uit het kamp van de demagogen waren afgeslacht door de oligarchen, dat Phyrnichos en mijn oligarchische vijanden waren vermoord door de democraten, dat ik door mijn moederstad niet langer werd beschouwd als een ter dood veroordeelde misdadiger, dat ik in mijn eer was hersteld, dat ik bevelhebber was van de Atheense vloot, dat het volk van Athene mij in zijn wanhoop had teruggeroepen om de stad te redden en dat niets mijn terugkeer in mijn van mijn en jullie gezuiverde stad nog in de weg stond. (pagina 465)
Zo eindigt boek zeven. What could possibly go wrong?
Alkibiades, inleiding (10 juni 2023)
Alkibiades, boek 1 – Perikles (13 juni 2023)
Alkibiades, boek 2 – Protagoras (22 juni 2023)
Alkibiades, boek 3 – Hipparete (5 juli 2023)
Alkibiades, boek 4 – Groots denken? (11 juli 2023)
Alkibiades, boek 5 – Sparta (14 juli 2023)
Alkibiades, boek 6 – Sardis (15 juli 2023)
Alkibiades, boek 8 – Vechten voor Athene (5 augustus 2023)
Alkibiades, boek 9 – Onwelkome feiten (18 augustus 2023)
Alkibiades, boek 10 – ‘Mogen de goden Athene bijstaan’ (25 augustus 2023)
Alkibiades, boek 11 – a cunning plan (2 september 2023)